We pakken nog eens in... We trekken naar Exmouth, aan het noordelijke eind van de Ningaloo Reef, en hopelijk kunnen we een kampeerplaatsje bemachtigen in het Cape Range National Park.
We laten de banden nog even slap staan, want we willen eerst nog naar de Turtle Cliffs. Die liggen even buiten Coral Bay en daar zouden, ja, schildpadden wonen. We crossen op en neer door de duinen en we wanneer we een schildpad door de zee zien zwemmen, weten we dat we de kliffen bereikt hebben. Er zwemmen er inderdaad een heleboel rond. De zee rond de kliffen is helaas te wild, snorkelen met de schildpadden zit er dus niet in.
Dan terug naar Coral Bay, banden oppompen en op weg naar Exmouth. De weg ernaar toe is mooi, grote, groene vlaktes met gigantisch veel termietenhopen. Voor het nodige entertainment zorgt een kleine “thorny devil” hagedis die midden op de weg voor dood ligt te spelen. We stoppen en kijken, en zien plots een piepklein oogje open gaan. Hij is niet dood ! Jan-Willem pakt hem op om hem eens van nabij te kunnen bekijken en hem terug naast de weg te zetten. Wie weet haalt het beestje dan alsnog het einde van de middag.
Even later komen we in Exmouth aan. Op zich niet veel soeps, een dorp met wat hotels, resorts en wat winkels. We tanken er, slaan nog wat voorraad in en rijden verder richting het Cape Range National Park. Om even later terug te keren... Jurgen verliest immers een vulling en een stuk tand...(wat is dat toch met ons en onze tanden ?) Toch maar eerst even proberen een afspraak te regelen met een tandarts, zo ergens in een straal van 500km. Geen gemakkelijke opdracht blijkt zo. Op de ene plek is de volgende mogelijkheid 6 juli, op een andere plek komt de tandarts maar 1 keer per week toegvlogen. “Wat doe je dan in geval van een emergency ?” vraagt Jurgen, “tja, dan moet je naar Carnarvon of Geraldton rijden”, 500, 1000km terug !! Een portie outback/bush raad krijgt hij ook nog mee : “Je kan de tand en de vulling voorlopig wat stoppen met voorlopige vulling van bij de apotheker of Blue Tack ! (kneedgom)”
Anyway, uiteindelijk krijgt hij een afspraak te pakken voor binnen een dag of 10. Hopelijk hebben we tot dan de Blue Tack niet nodig.
We rijden naar het Yardie Caravan Park, het dichtste bij het National Park. In het nationaal park zelf geraken we niet meer in. De kampeerplekjes daar zijn schaars en immens gegeerd. Morgenvroeg, heel erg vroeg moeten we gaan aanschuiven. Hopelijk zijn er mensen die vertrekken en kunnen wij hun plekje impalmen. We zetten ons kamp op en rijden nog even het park in. De zon begint onder te gaan, de kleuren zijn weer op hun mooist, in de verte zien we de golven breken op het buitenrif. Gelukkig zitten er verschrikkelijk veel kangaroes langs de weg, en weet je nooit naar welke kant ze zullen springen. We moeten dus erg traag rijden en genieten van dit oogstrelende landschap.
zondag 5 juni 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten