donderdag 18 augustus 2011

Dag 120 & 121 : The End

De cirkel is bijna rond, nog slechts een goeie 1000km en we staan terug aan het beginpunt van onze tocht. Het dringt niet echt helemaal door, dit zijn onze laatste kilometers op onze trip, onze laatste dagen in dit prachtige land. Waarschijnlijk is het maar goed ook dat we het niet helemaal door hebben....

Vanochtend in de tent maken we er toch maar een hele lange knuffelsessie met zijn vieren van en nemen dan rustig de tijd om op te staan en in te pakken. We rijden vandaag terug New South Wales in voelen de winter daar al hangen. Waarschijnlijk gaan we in een motelletje slapen om de tent droog te houden en onszelf warm. We moeten hier dus afscheid nemen van onze trouwste vriend op al onze kampeerexploten : Bij al onze mooiste herinneringen hier in dit land was hij altijd dicht in de buurt. Dankzij hem konden we op de mooiste en meest verlaten plekjes slapen. Dankzij hem konden we meer dan genoeg spullen meenemen om in een redelijk comfort rond te trekken. Hij was en is top, onze campertrailer !
Vanuit Noosa komen we in de drukte van Brisbane terecht en nog wat verder in de kou en nattigheid van New South Wales. Echt, niet te doen, we rijden Queensland uit en het begint te regenen. Op de thermometer zien we de temperatuur pijlsnel dalen. We checken even het weerbericht, het gaat "begot" vriezen ! Nog veel sneller checken we in in een motelleke. Het is berekoud, al komt dat ook omdat de we nog in t-shirt, short en op sleffers rondlopen, en we slapen allemaal bovenop een gezellig warm elektrisch deken.
Op de allerlaatste dag van onze trip gaan we rijden, rijden, rijden. Van Armidale via de prachtige Thunderboltsway. We zijn hier al een paar keer langsgereden, en dit is ongetwijfeld een van mijn favoriete wegen in Australie. Zo'n oer-Australisch landschap met glooiende heuvels vol gumtrees. Een mooie manier om deze trip af te sluiten.
De stopjes worden tot een absoluut minimum herleid, op de achterbank zit er een meisje op hete kolen. Vandaag verjaart Emelie en met een beetje geluk halen we Beecroft voor het einde van school en kan Rosemarie Emelie gaan verrassen.
We hebben nog 10 minuten over, het is een geweldig weerzien, de meisjes laten mekaar daarna niet meer los. We hebben met zijn allen een gezellige avond bij Astrid en Volker en trekken pas laat in de avond naar ons appartement in de stad.
Dit gaat nog een intense, emotionele week worden..., pffff....

Dag 118, 119 : Eumundi Rocks !!


We hebben een "date" vanavond, in Noosa, dus het is weer inpakken en wegwezen. Maar niet voor we op de camping nog eerst aan een soort Spaanse inquisitie worden onderworpen door de ons omringende grey nomads. Wat die allemaal willen weten... Paul Jambers en consoorten kunnen hier nog heel wat komen opsteken. Top of the bill vond ik toch wel de prangende vraag van onze buurvrouw... "Of wij - wanneer we terug in Belgie zijn en terug aan het werk - onze haardossen ook zo kort gingen houden ?" Hahahahaha, kan je je voorstellen ? "Ja, kort en grijs," meldde ik, en daar werd ze toch even stil van ;-).
Anyway, we geraakten weg en trokken richting Bundaberg, weeral door de suikerrietvelden. Net buiten Bundaberg reden we voorbij een grote aardbeiplantage en tot onze grote pret stond er een bordje "Pick your own". Zoiets kunnen we niet aan ons laten voorbij gaan en we trokken het veld in. Joekels van aardbeien hingen daar vuurrood te pronken. Nu zijn die aardbeien in appelformaat meestal niet de lekkerste, maar deze zongerijpte kanjers waren heerlijk. Eentje in de doos, eentje in de mond... zo ging het. Lekker voldaan en met 2 kilo aardbeien reden we uiteindelijk weer weg.
In de late namiddag kwamen we aan in Noosa waar het best wel druk was.
Snel iets eten en dan richting "de villa" voor onze "date" met Astrid, Tiffany en Sabine ! Hoe leuk is dat ... ! Het was een heerlijk weerzien en we babbelden honderduit over de voorbije maanden.... We ontdekken opnieuw hoe geweldig comfortabel een zetel en een afwasmachine is. Het komt wel goed met ons, terug in een huis ;-)

Sabine, Astrid en Tiffany zijn natuurlijk niet zomaar naar Noosa gevlogen. Op 20 kilometer van Noosa ligt Eumundi en dat is natuurlijk wereldberoemd voor zijn geweldig leuke markt. Je kan niet in een ruime straal (denk enkele honderden kilometers) rond Noosa of Brisbane zijn, zonder erheen te gaan. Zoveel kraampjes met zoveel originele, mooie, lekkere dingen. Laat daar 4 vrouwen en een meisje op los, en de gevolgen - en het aantal zakjes op het einde van de markt - zijn niet te overzien. Zelfs Jurgen en Jan-Willem vinden het een leuk plekje, al was het maar voor de lekkernijen die ze er kunnen proeven.
Onze auto is de laatste die nog op de parking staat en na al dat winkel en snuisterplezier, hebben we nog net 3 minuten in de supermarkt - de rolluiken gaan vlak achter ons dicht - om het een ander bij elkaar te grissen voor het avondeten. Zo zou het altijd moeten zijn !
Dames, heren, lezers, Eumundi rocks, en nog veel meer in leuk gezelschap !
(PS : we hadden het veel te druk en onze armen veel te vol om nog foto's te kunnen trekken op de markt)

woensdag 10 augustus 2011

Dag 115,116 en 117 : Naar en in de Town of 1770

We worden een beetje rusteloos dezer dagen, ik slaap maar half zo goed meer. Tussen nu en het einde van onze trip zitten nog maar een handvol dagen en binnen minder dan 2 weken verlaten we dit wondermooie land. Wat gaat het plots rap. Maar, niet getreurd, we kijken uit naar vanalles en iedereen in Belgie. Een hele hoop praktisch gedoe voor de verhuis regelen we waar we kunnen vanuit de auto, wanneer er internetverbinding is tenminste. Het lijkt allemaal tiptop op zijn pootjes te komen en met een beetje chance krijgt Rosemarie voor haar 8ste verjaardag haar eigen bed in haar eigen kamer !
Anyway, we zijn natuurlijk nog altijd onderweg en na de de gorge en het binnenland riijden we terug naar de kust. Een stukje onder Gladstone ligt the Town of 1770. Alleen al voor de naam zou ik er naar toe gereden zijn ! Maar het is natuurlijk ook het stadje waar Captain Cook in 1770 aan land ging en zag dat het goed was. Er zou een leuke camping aan het strand zijn, en dat lijkt wel wat om een paar laatste dagen door te brengen.

Onderweg kom je natuurlijk altijd wat interessants tegen. In Biloela bij de lunch.
We gaan dus rijden en komen laat in de namiddag aan. We zijn duidelijk niet de enigen die het wel een idyllisch plekje vinden. De camping aan het strand staat vol, we moeten voor een nachtje uitwijken naar een ander plekje.
De volgende dag verhuizen we al snel. Met het oog op de verkoop van kar en auto willen we er wat aan werken, alles uitladen, proper maken, trailer nog een laagje verf geven, enz. We zijn er een hele tijd zoet mee, maar voor een zakkende zon en een hapje en een drankje stoppen we natuurlijk. De kinderen pappen ondertussen aan met zowat iedereen op de camping, hun favoriete stek is de "fish cleaning" tafel. Daar horen ze straffe verhalen van de vissers en zien vissen in alle maten en kleuren passeren. Dit is trouwens weer zo'n typische grey nomad camping, en het "koefel-slefslef-klapkedoen-gehalte" is heel hoog. Wij doen daar ondertussen rustig aan mee ;-)

Maar na het werk van gisteren, vandaag toch eens tijd voor een uitstapje, we rijden naar de baai waar Captain Cook aan land kwam. je kan hem geen ongelijk geven. Dit is een mooi plekje. We blijven een tijdje staan kijken naar de ganets (Jan van Genten) die als raketten op speed de zee induiken op zoek naar een hapje. En dan om het af te leren, rijden we Deepwater National Park in, langs een zandpad een beetje crossen, tussen de palmbomen en eucalyptusbomen, naar een paar verlaten stranden. We beseffen ten volle dat er niet veel plekjes zijn op de wereld waar dit zomaar kan, we beseffen al helemaal dat het voor ons de laatste keer is dat we met onze eigen auto op zo'n pad rondcrossen. We worden er wat stil van...eventjes dan toch.

Dag 114 : Carnarvon Gorge



Waarschijnlijk voor het laatst hier in Australie gaan we eens een goeie bushwandeling doen, naar de Art Gallery in de Carnarvon Gorge en hier en daar een zijwegje naar ander moois. In de gorge genieten we van de mooie gumtrees en de palmbomen, de geur van de gele wattle (mimosa)-bloemen zweeft door de lucht. De art gallery is een enorme rotswand met een wirwar aan aboriginal stencil-kunst. De tekeningen zijn er op de rotswand gezet door ochre over een voorwerp heen te blazen. Veel handen, veel boemerangs en andere voorwerpen. Sommige van de tekeningen zijn al duizenden jaren oud.
Op de terugweg slaan we een paar keer een zijpad in, in kleine zijgorges, waar het meteen een heel pak kouder en vochtiger is. Er groeit veel mos en varenbomen, het is er heerlijk rustig. Een ander zijpad leidt naar het Amphitheater, waar wind,water en veel tijd een enorme 60 meter hoge koker hebben uitgehouwen in de rotsen. Een waaaw-moment !
Op de terugweg is het duidelijk “echidna-uur” geworden. We spotten enkele van deze stekelbeestjes, maar zien vooral hun achterkant. Uit schrik hebben ze hun voorkan diep weggestoken in een snel gegraven holletje en ze proberen er erg schrikbarend uit te zien door al hun stekels op te zetten.
Het krioelt hier ook van de kangoeroetjes en wallabietjes. Jurgen leeft zich nog eens uit met het fototoestel

Dag 113 : rijden naar Carnarvon Gorge

Beetje saai dagje vandaag, 550km naar Carnarvon Gorge. Weg uit het saaie suikerrietlandschap, nu rijden we door een groot steenkoolmijn-gebied (volgens onze buurman op de camping vind je in deze streek de hoogstkwalitatieve steenkool ter wereld). Zo goed als geen dorpen en stadjes hier. Wel af en toe heelder nederzettingen van cabines en woon-units voor alle mijnwerkers. Gezellig (not!)
Na de middag komen we aan bij Carnarvon Gorge. Morgen gaan we hier een goeie wandeling doen. Nu regent het wat en is het fris. Voor we in onze slaapzakken kruipen, halen we weer onze mutsen boven !

Dag 112 : Eungella

Na ons heerlijk reisje op de Whitsunday Islands was het langzaam terug op gang komen in ons tentje. Daardoor hebben we het bij het dichtplooien van de tent net niet droog gehouden, we kregen een ferme regenbui op ons dak.... Voor we wegreden uit Airlie Beach, nog even de ramptoerist spelen : op het busje terug van de Solway Lass vertelde de chauffeur dat het andere tall ship van de Whitsundays, de “Whitsunday Majestic”, op de bodem van de marina lag... Er was aan het schip gewerkt, maar blijkbaar niet goed, want de vorige nacht was het lek geslagen en gezonken. Je zal er maar een tripje op geboekt hebben.

Nadien de noodzakelijke inkopen – altijd een dikke hit bij de kinderen ;-) en dan verder naar Eungella National Park. Volgens de boekjes is dat zowat de beste plek ter wereld om platypussen te zien. Hmmm, alle geluk dat de rit ernaar toe mooi is. We zagen vooral veel schildpadden, maar de platypussen zelf hadden er niet veel zin in. Die bleven op een veilige afstand in een zijkreekje spelen. Wij zijn wat platypussen betreft natuurlijk ferm verwend geweest in Tarzali, maar toch... Dan maar terug de berg af en verder naar het zuiden.

Op aanraden van de kapster in Airlie Beach hebben we beslist nog naar Carnarvon Gorge te rijden. Da’s een eind en als we nog wat rijden is het morgen minder ver. Uiteindelijk belanden we op het grasveld achter The Retreat Hotel, een roadhouse, ergens langs de highway en we krijgen er een gratis blues festival bij !

Na honderden kilometers langs suikerriet te hebben gereden, willen we toch eens proeven hoe dat smaakt. Niet goed dus ;-)

zaterdag 6 augustus 2011

Dag 108, 109, 110, 111 : Leven als piraten rond de Whitsunday Islands


Prachtig Whitehaven Beach

Met veel goesting stapten we dinsdag aan boord van de Solway Lass, “onze” boot voor de volgende 3 dagen. De boot zag er nog altijd even “piratig” uit als 9 jaar geleden op onze huwelijksreis, veel zeilen, veel touwen, de piratenvlag hing nog steeds te wapperen hoog in de mast. De mede-reizigers zagen er een leuke bende uit en de kinderen waren ongelofelijk in hun nopjes. Ik ook, maar ook een beetje met een klein hartje. Voor de volgende dagen was immers behoorlijk wat wind voorspeld. Dat betekent golven, dat betekent een boot die op en neer gaat. Dat ik geen zeebenen heb, is een understatement van formaat, helemaal gerust was ik er dus niet in. Gelukkig bestaan er pillen en hebben we die eerste avond bij het uitvaren wel een stuk of 6 vallende sterren gezien. En ik kan nu al vertellen dat mijn wensen uitgekomen zijn !
De eerste avond gingen we nog een behoorlijk stukje varen, van Airlie Beach naar een rustige inham in Hook Island. De kids kropen al snel in hun kleine bedjes in ons kleine hutje, wij babbelden aan dek met de rest van de groep. Het water in de inham was zo vlak als een spiegel, wat een verschil met de open zee ! Het zorgde meteen voor een rustige nacht.

De volgende dag gingen we snel een kijkje nemen aan dek, we waren ’s nachts in het donker aangekomen en de Whitsunday Islands waren zo nog “geheim” gebleven voor ons. We zagen meteen al wat dolfijnen in de verte, even later schildpadden en bij het uitvaren op zee sprongen zowaar de walvissen op. Zo mooi.
Een woelig tochtje bracht ons naar Whitsunday Island. Vandaar wandelden we naar het uithangbord van heel deze regio, Whitehaven Beach, een strand waarvan het zand zowat alleen uit silica bestaat en daardoor witter dan witter is. Eb en vloed maken er nog een mooier schouwspel van, want de azuurblauwe zee maakt dan elke keer weer een ander kanaal door het strand. We brengen er een paar uurtjes door en gaan dan weer aan boord.
Er staat nog steeds genoeg wind, tijd om de zeilen te heisen. De bemanning kruipt hoog de masten in, de zeilen gaan bol staan...Waauw ! Nu wordt de Solway Lass echt de piratenboot. Vooral wanneer de skipper de motor afzet. Genieten van de zee, de wind en het uitzicht.
Een eind verder vinden we een beschutte baai en ankerplaats voor de nacht. De kinderen voelen zich ondertussen helemaal op hun gemak op de boot, hebben al aangepapt met iedereen op de boot, en zitten honderduit te tetteren tegen iedereen die wil luisteren. Jan-Willem onderwijst iedereen over de koraalvissen en zijn verlegen karaktertje lijkt wel overboord te zijn gevlogen. Ze hebben ondertussen ook het slingertouw ontdekt en dat steekt hun ogen uit. Eens we aangekomen zijn in de baai, is er geen houden meer aan. Ik ben er niet helemaal gerust in, maar ze beloven me plechtig het touw op tijd los te zullen laten. En daar gaan ze, als volleerde apen, slingeren ze weg van de boot en laten zich onder luid applaus in zee vallen. Chique hoor, ik durf dat dus niet he.

De 2de dag brengen we op en in het water door. In het water rond de eilandjes groeit veel koraal en zitten dus mooie visjes. Daar willen wij wel snorkelen. Maar het is natuurlijk wel winter en het water is koud....brrrr. Wat een verschil met het Ningaloo Reef van enkele weken geleden. Heel erg lang houden we het dan ook niet vol en we klappertanden nog een hele tijd na. Na de middag zijn we slimmer en doen we 2 wetsuits over elkaar aan. Nu zwemmen we tussen heel veel vissen en de bemanning doet er nog een schepje bovenop door visseneten in het water te gooien. Er is dan meer vis dan water. In de baai woont ook een grote Napoleon Maori Wrasse, oftewel een enorme vis met een grote bult op zijn kop. Die komt uiteraard ook het eten af, wat een cool zicht, Jan-Willem kan er wel 2 keer in en wanneer die een keertje erg dichtbij hapt, schrikken we wel even.....Mmm, toch maar wat afstand houden.
Terug aan boord is het weer een en al gezelligheid, de bemanning doet echt zo zijn best. We worden verwend met allerlei lekkers, muziek, spelletjes en verhalen over de boot. De Solway Lass is al meer dan 100 jaar oud en heeft letterlijk al heel wat watertjes doorzwommen, in de 2 wereldoorlogen, als ijsbreker, als transportschip en is al minstens 1 keer gezonken en weer bovengehaald. Nu vaart ze al meer dan 12 jaar rond als mooiste schip tussen de Whitsunday Islands. Zeker wanneer de zeilen gespannen worden, is het een “eyecatcher” en wordt door alle voorbijvarende boten uitgebreid gefotografeerd. Alleen spijtig dat wij zo’n foto’s niet kunnen trekken he...
De laatste dag gaan we nog wat wandelen naar een grot(je) met aboriginal tekeningen en “snacken” we op groene mieren (echt letterlijk !). Dan worden zoveel mogelijk zeilen gehesen – iedereen moet trouwens mee-heisen – en met bolle zeilen en genietende gezichten maken we terug de oversteek naar Airlie Beach. Onderweg liggen Jurgen en de kinderen nog wat in het net dat voor de boeg van de boot is gespannen. Dit is zo leuk !

De 3 dagen en nachten op de Solway Lass zijn voorbijgevlogen, het was weer genieten met een grote G. Dit tripje in onze trip gaan we weer niet meer vergeten. Misschien moeten we binnen een jaar of 10 nog maar eens terugkomen...

maandag 1 augustus 2011

Dag 107 : door suikerrietland naar Airlie Beach

We rijden maar ineens door naar het Whitsunday gebied. Het stukje autostrade tussen Townsville en Airlie Beach is eerlijk gezegd ook behoorlijk saai. Overal suikerrietplantages. Die zijn niet mooi, ronduit lelijk is juister, en het stinkt met momenten ook ferm. Vooral daar waar het riet pas is afgedaan en de pulp in de wagonnetjes wordt geladen.
We rijden door Bowen. Daar werd in 20007 de film Australia opgenomen en als je naar het strand gaat, begrijp je waarom Baz Luhrman en zijn vrienden Bowen wel een goeie plek vonden. Kleine baaitjes en stranden met zicht op de Whitsundays. We spelen en relaxen een tijd op een mooi klein strandje en zien een eerste glimp van de beroemde eilanden. Dat ziet er goed uit ! Nu is er natuurlijk helemaal geen houden meer aan, en we moeten absoluut naar Airlie Beach. We regelen een kampeerplekje en bewaarplekje voor onze tent en auto voor de volgende dagen en gaan nu gewoon zitten wachten tot morgenavond ;-) Want dan mogen we eindelijk op "onze" boot !

Dag 106 : Etty Bay – verder zuidwaarts


De camping-cassowaries kennen het ontbijt-uur en ze hebben duidelijk ook al lang geen bananen meer gehad.., We moeten ons lekkers met man en macht - in de vorm van Jurgen met het vingertje ;-) - verdedigen of de slokoppen waren ermee weg. Pas nadat alles op en weer opgeborgen was, dropen de vogels af.

Ons tempo ligt dezer dagen een stuk lager dan de voorbije weken en dat doet wel eens deugd. De spanning stijgt anderzijds wel, nog maar 2 nachten slapen en we gaan zeilen aan de Whitsundays en daar kijken we erg naar uit. Airlie Beach is nog wel een paar honderd kilometer naar het zuiden. Er moet dus op 't gemakje een beetje verder gereden worden. Nog voor we goed en wel weg zijn stoppen we alweer bij een tropische wijnboer. Van allerlei tropisch fruit en bush-fruit maakt die wijn en porto. Klinkt interessant, we proeven wat en er zitten lekkere drankjes bij. Om in Belgie verder te proeven, maar niet alleen dan ;-)
Vandaag rijden we door Yasi-gebied. Op het eerste gezicht lijkt de overgebleven schade nog wel mee te vallen. De wegen zijn vrij, er hangen terug bladeren aan de bananenbomen en de meeste huizen hebben terug een dak en muren. Maar de meeste bomen hebben ofwel toppen meer, ofwel geen bladeren. En in dichte begroeiing lijkt het wel of er een gigantisch mikado-spel aan de gang is. Bomen, takken, vanalles en nog wat ligt kris kras door en bovenop elkaar. Hier is duidelijk met man en macht en verschrikkelijk veel machines verschrikkelijk hard gewerkt....
We rijden langs het Hinchinbrook eiland waar Jurgen en ik 9 jaar geleden een trektocht deden. Nu is het eiland net terug open voor trekkers, maar da’s nog geen spek voor de bek van onze kids.
De Wallaman Falls liggen nog wat meer naar het zuiden en zijn met hun 264 meter de allerhoogste van Australie. Impressionant gebeuren, de omweg meer dan waard.

De weg gaat verder langs Townsville terwijl we naar ons laatste luister-cdtje luisteren...Gelukkig houden ze op de achterbank nog steeds van herhaling, we halen Sydney dus wel.
We vinden een kampeerplekje aan het Alligator Creek. Om onze trailer met tent daar op te zetten, is het millimeter-werk. ’t Is echt juist gepast, en dit zijn dan zogezegd “trailer”-plekjes. De ranger komt ook eens kijken. Volgens hem zijn we de allereersten die er effectief in slagen onze trailer en tent in zo’n plekje op te zetten. Hmmm, wij vinden dat dat misschien toch meer zegt over de vindingrijkheid van de gemiddelde kampeerder dan over ons.

Dag 105 : Cairns & Etty Bay


Gisteren zagen we in Cairns het Lagoon zwembad liggen lonken. De kids willen er graag naar toe, dus dat doen we dan maar he... We worden nog wat afgeleid door de zaterdagmarkt in het park, en misschien ook door de wolken die er hangen en het openluchtzwembad er toch een pak minder uitnodigend doen uitzien. We blijven dus nog wat langer in Cairns wandelen en hangen, vooral rond de groenten- en fruitkraampjes van Rusty’s markt. Daar proeven we van al het lekkers, en met hun schattige gezichtjes en stralende oogjes bij het zien van zoveel bananen, krijgen de kinderen er al snel een paar toegestopt. Ze zijn heerlijk zoet en we kopen meteen een paar kilo’s, en nog wat ander lekkers.
Dan naar het zwembad, maar zelfs met al die verse bananenvitaminen in hun lijfjes blijkt het water veels te koud. We kunnen ze geen ongelijk geven... brrrrr.
We gaan nog wat rijden, naar Etty Bay, even onder Innisfail. Op de weg erheen zien we datgene lopen waar we al een paar dagen naar uitkijken : cassowaries ! Ze lopen gewoon door iemands tuin, even verder, steekt er eentje voor ons de weg over. Etty Bay zelf is een mooie kleine baai, die er ferm van langs heeft gekregen tijdens de cycloon. We krijgen nog een plekje op de campground en krijgen er meteen gezelschap van een paar andere cassowaries. Vooral bij het avondeten komen die verdacht dicht rond de tenten en caravans hangen. We zien een paar dommeriken die een fritje willen geven aan deze grote vogels en dan gillend op de vlucht moeten gaan omdat de cassowary begint te pikken... Weer een in de categorie “hoe dom kan je zijn ?”
Vanavond vieren ze op de camping “Christmas in July”. Omdat de Aussies wel een beetje jaloers zijn op de rest van de wereld en ook wel eens Kerstmis in de winter willen vieren – denk, sneeuwtaferelen, openhaard-vuur, warme wijn, .... – zijn zo’n Kerst in juli-feestjes veelvoorkomende fenomenen. Hier in Noord Queensland is het nog steeds een aangename 25 graden, al zal ik eerlijk toegeven dat we dat soms fris vinden en dan snel een fleece-trui aantrekken, dus aan ons zijn die feestjes niet echt besteed. Wij hebben beter in het vooruitzicht...

Dag 104 : Cairns


We hebben de laatste dagen opvallend weinig foto's getrokken, beetje afkicken. Maar op de camping in Cairns zitten ook mooie vogeltjes

De golven en de wind beukten vannacht ferm tegen de tent en mijn nachtrust. Maar ik was de enige in de familie die er last van had.... Hoe doen ze het ?
Anyway, de kids spelen nog wat in de golven met hun boogieboards, maar dan moeten we ons palmbomenstrand verlaten. De auto moet nog eens in onderhoud en daarvoor moeten we in Cairns zijn.
Voor ons lijkt het wel of Cairns vertienvoudigd is in omvang. In onze memorie van 9 jaar geleden was Cairns niet veel meer dan een straat langs het water en daarachter nog wat gedoe. Nu is het precies een aaneenschakeling van “Boomsesteenwegen”. Niet echt mooi dus. Maar je vindt er zo natuurlijk wel al wat je nodig hebt. De jongens brengen de auto weg, de meisjes kunnen ondertussen wat winkelen – amai, da’s ook weeral een eeuwigheid geleden...
De auto is tiptop in orde en we lummelen nog wat rond bij de winkeltjes. De nabijheid van een bakkertje met vanilla slices heeft ook de jongens plotsklaps geinteresseerd gemaakt ;-)
Dan trekken we naar het visitor centre. We willen nog wat info over de streek ten zuiden van Cairns. Daar trok in januari cycloon Yasi door en de opkuis is nog steeds bezig.
We vragen er ook naar een info-avond over het Great Barrier Reef. 9 jaar geleden gingen we daarheen en vonden het bijzonder boeiend. En ja hoor, Reef Teach bestaat nog ! We gaan snel de tent opzetten, eten rap iets en trekken er heen.
Het was opnieuw bijzonder boeiend, weer het een en ander bijgeleerd over de koralen en de vissen. Met momenten ook hilarisch – vraag ons maar eens naar het leven van de zeekomkommer ;-)) En om een lang verhaal kort te maken, de man die de uitleg gaf, had maar half zijn werk te doen. De rest van de uitleg en antwoorden werd door onze kids gegeven...