Eer-eergisteren begonnen we aan onze grote trek oostwaarts. Een tijdje geleden beslisten we om de Daintree-regio boven Cairns en de Whitsunday Islands aan onze trip toe te voegen. We hebben hier en daar een paar dagen “ingehaald” op onze planning en mits een paar dagen ferm doorrijden moest het wel lukken. Op dag 91 zijn we dus ferm beginnen doorrijden. We verlieten Kakadu National Park, deden inkopen in Katherine en reden verder naar Mataranka. Dat is bekend voor zijn hot springs. Aan de camping zijn de hot springs echter fel bedwongen tot een zwembad-achtig iets. Even verder zijn er de Bitter Springs en die zijn mooier. Je laat je gewoon in het warme water meedrijven met de stroming, langs de pandanus-palmbomen met hier en daar een vogeltje. Een eindje verder moet je uit het water, dan wandel je terug naar het beginpunt en herhaalt het geheel zo vaka je maar wil. Wij doen dat een paar keer, tot het donker begint te worden.
De volgende ochtend zwemmen we aan de camping en zijn dan vol energie om aan de lange rit te beginnen. Oh ja, tof zo....zo’n kinderen die vol energie zitten met 600km voor de boeg ;-)
In Daly Waters slaan we linksaf, de Savannah Way op. Die loopt helemaal van Broome naar Cairns. Langs de weg valt niet echt veel te beleven, we rijden voornamelijk door – u raadt het al – savanne-landschap. Heel veel vogels, watervogels, roofvogels en voor de rest niet veel eigenlijk. De weg gaat van een eenbaans-asfalt (aan de kant voor de roadtrains !!) over naar gravel. Heel veel corrugations, veel dips, verschillende river crossings. Deze weg is eigenlijk een pak erger en geisoleerder dan de Gibb River Road. Een stuk na donker vinden we een kampeer-plekje bij de rivier. Snel tent opzetten en potje gekookt. En raar maar waar, na een hele dag stilzitten, kropen we al snel en goe moe in onze slaapzak.
Gisteren nog zo’n rijdag. Na 150km rijden we Queensland in en spelen zo meteen ook een halfuur tijd kwijt. We rijden verder langs de savannes van de Savannah Way. Weer hetzelfde, vogels (veel brolga’s), koeien, kangoeroes, veel gras en bomen. Overal langs de weg zien we gestrande, verlaten auto’s. We zijn ver van de bewoonde wereld en hier mechanische hulp krijgen is niet evident. We helpen nog een aboriginal familie die de nacht langs de weg heeft doorgebracht nadat bearings en wielas het begeven hadden. Zo is onze sateliet-telefoon toch nog eens van pas gekomen ! Voor de rest, niet veel speciaals, Rosemarie en ik lezen – nadat ik de laatste week “roddelboekskes” gesprokkeld heb, ben ik weer helemaal op de hoogte van het reilen en zeilen in “celebrity-wereld” – Jurgen rijdt, en Jan-Willem varieert tussen ons entertainen en “annoyen” (it’s a thin line...met momenten).
Na Normanton krijgen we terug asfalt en gaat het kilometer-vreten sneller. Ook nu rijden we tot de zon net onder is. "Al wat we vandaag rijden, moeten we morgen niet rijden", is mijn motto.
Vandaag dan het laatste stuk rijden. Amai, dit is het meeste "rijden" dat we op heel onze grote trip doen. Vanaf nu enkel nog kortere stukjes, op de allerlaatste dag na dan waarschijnlijk. Het spectaculairste dat vandaag gebeurt is een platte band aan de trailer - en nog wel de pas nieuwe, grrrr. Een stukje na de middag komen we aan in Undara en dan hebben we het wel gehad. Morgen bezoeken we hier de onderaardse lava tubes. Nu doen we niks meer, de kids zitten aan en in het zwembad, wij proberen wat de surfen op het internet (daar hebben we echter veel geduld voor nodig en da's dus een probleem). Lekker douchen, lekker eten en zo meteen gaan we naar de sterren kijken.
Hehe, we zijn blij dat de vele kilometers achter de rug zijn, en zijn al benieuwd naar welke beestjes we hier in tropisch Queensland gaan tegenkomen.
dinsdag 19 juli 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten