donderdag 28 juli 2011
Dag 103 : Palmbomenstrand
Er hoeft niet veel uitleg bij de foto's van vandaag... We genoten van ons palmenstrand. In zo'n palmboom klimmen blijkt moeilijker dan gedacht, maar levert wel mooie plaatjes op.
We reden ook nog even naar Palm Cove voor een wandelingetje en een lunchke. Veel resorts en hotels daar, maar "ons" Ellis Beach vinden we toch mooier.
"couleur locale" in Palm Cove - alhoewel, hij lijkt me niet echt het "resort-type" ;-)
Bij het vallen van de avond surfen de kids in de grote golven. Ze worden met momenten helemaal opgeslokt door de golven, maar dat kan hen niet deren. Stoer hoor, vind ik.
woensdag 27 juli 2011
Dag 102 : Coopers Creek
We waren al ferm onder de indruk van het regenwoud, de bomen, de slingerplanten, de vogels en de bloemen. Maar na de wandeling van vandaag zijn we helemaal reuzegrote fans geworden. We trokken met ons vieren en een gids een paar uur dwars door de wildernis in Coopers Creek. Dat stukje van het Daintree Regenwoud is het oudste stukje van het regenwoud, 135 miljoen jaar oud is het. Er groeien daar soorten van bloemen en planten die nergens anders op de wereld voorkomen, en jaarlijks worden nog nieuwe species ontdekt. Veel soorten waren er al toen de dinosaurussen hier nog rondwandelden. Het vernuft dat planten en dieren doorheen al die jaren ontwikkeld hebben is zo indrukwekkend. Zo'n uitgekiende en gespecialiseerde overlevingsstrategieen vind je nergens. Onze gids vertelt honderduit over hoe planten en dieren samenwerken, hoe het regenwoud van boven tot onder aan elkaar vasthangt, zich zo beschermd tegen cyclonen en maximaal gebruik maakt van overstromingen. Het woud lijkt een chaotisch allegaartje, maar alle planten, bomen en lianen staan en hangen op de meest strategisch uitgekozen plek. Niets is wat het lijkt. Kijk bv maar eens goed naar het blad met de "vogelkak". Het zwart-witte hoopje ziet er uit als een vogelkakje, het ruikt ook als een vogelkakje en is alzo bijzonder aantrekkelijk voor de vliegen. Die komen er op af, om dan tot de ontdekking te komen dat het een vreselijk slimme spin is ! Zie je hem ?
Zoiets vind ik nu echt de max en we zijn een bijzonder dankbaar publiek voor onze gids. Voor al wie naar de Daintree trekt : een aanrader van formaat !
Na de wandeling verlaten we het regenwoud, terug met de ferry de Daintree rivier over en richting Mossman. We wandelen langs de gorge en in het bos, en we zijn er niet alleen.... en da's een understatement. Het is er mooi, maar niet zo mooi als in Coopers Creek.
Mossman Gorge
Na de gorge rijden we terug naar Ellis Beach. Een paar dagen geleden hadden we er geen plaats, maar mits een beetje goeie wil van andere kampeerders kunnen we er toch nog bij. En zo staan we alsnog, op het strand, onder de palmbomen (of toch bijna)... haaaa, bliss.... ;-)
Ellis Beach camping
Dag 101 : Cape Tribulation
Gisterenavond dronk ik 1 glas wijn bij mijn eten. Dat was ook al weer een paar maanden geleden, en ik zal het geweten hebben... Van het filmpje dat Jurgen opzette heb ik welgeteld 12 minuten bewust meegemaakt. Man, man, man, gaat dat ooit nog goedkomen ? Anyway, ik heb er lekker lang door geslapen.
Deze ochtend wilden we terug naar de boardwalk waar we gisteren de cassowary zagen. We hoopten hem beter te kunnen zien, maar het beest was er niet. Dan maar op naar Cape Tribulation zelf, lekker uitwaaien op het strand. Aan de Cape zelf zagen we nog een schildpad zijn kopje bovensteken. Voila, we hadden meteen weer een “major event” van de dag.
Op de terugweg raapte Jan-Willem nog 4 kokosnoten op. Hoog tijd om eens te kijken of ze nu ook nog eetbaar zijn. Het kost wat moeite, maar de beloning is dik in orde : verse, lekkere kokosnoot. Net wat we nodig hadden na de wandeling.
Dan de auto in voor een ritje, nog wat naar het noorden, over de Bloomsfield Track. Zogezegd een 4WD track, maar da’s meer om de huurauto’s tegen te houden. Aan een mooi strand met mangrove-bomen lunchen we. In een overgebleven plasje op het strand zwemmen nog wat visjes rond, wachtend op het volgende hoogtij. Met vereende krachten en zonder vislijn vangen Jurgen en de kinderen een visje – en gooien het weer terug natuurlijk.
We rijden verder tot aan Shipton’s Flat, waar volgens het boekje boomkangoeroes zitten. Maar deze dieren hebben blijkbaar beslist zich voor ons echt verborgen te houden. Spijtig, maar langs de andere kant, zo hebben we nog een reden meer om nog eens terug te komen.
Aan de camping gaan we nog wat aan het touw slingeren, prutsen met kokosnoten en prutsen aan de blog, iedereen zijn bezigheid...
Dag 100 !
winterochtend in de tropen
Jawadde, 100 dagen onderweg ! Dat moet gevierd worden. We beginnen al vroeg aan deze heuglijke dag, met wat we het liefst van al doen : beestjes kijken. Voor dag en dauw stappen we op een klein bootje voor een tochtje op de Daintree Rivier. Er hangt nog mist over het water, hier en daar probeert de zon erdoor te piepen. Het is een prachtig zicht. Denk daar de vroege-ochtend-kreten van een paar paradijselijk vogels bij... je bent in de tropen.
De wintertemperaturen houden de meeste vogels wel wat langer in hun nest, ons geduld wordt wat op de proef gesteld, maar uiteindelijk zien we toch weer een heleboel fladderend moois. We moeten oppassen dat we niet in van die geobsedeerde vogelkenners worden, maar het is moeilijk om niet helemaal enthousiast te worden als je die mooie kingfisher-tjes ziet en die kleurige duiven. We komen ook nog een paar slangen tegen, uiteraard ook krokodillen. De gids zat wat in met de mist en maakt er een extra lange tocht van. Pas 3-uur later gaan we terug aan land.
lekkere tropische ijsjes
Van Daintree rijden we naar Cape Tribulation. Onderweg stoppen we een paar keer voor korte wandelingen in het regenwoud. Ja, weer vogeltjes en diertjes spotten. En kijken en genieten van alles wat groeit en bloeit. We willen nu ook graag een cassowary zien (zo’n grote struisvogel-achtige zwarte vogel met een blauwe kop). Even voorbij de camping zien we hem ver weg in de bosjes, wat een impressionant beest.
We kamperen vlak aan Cape Tribulation, aan een strand met erg veel palmbomen. Niet zomaar palmbomen, er hangen zelfs kokosnoten in. En een slingertouw. De noten zelf houden we voor morgen, nu gaan we slingeren aan het touw !
En omdat we precies 100 dagen onderweg zijn, gaan we vandaag eens niet zelf kokerellen, maar laten we ons bedienen. Zo van een porseleinen bord eten, het heeft wel iets he ;-)
Dag 99 : naar de kust
De kinderen zijn verdacht vroeg wakker vanochtend… Hoewel, heel verdacht is het niet, ze willen opnieuw naar de wallabies en de hagedissen en vogels die aan de toiletblokken zitten. Hup dan maar, snel ontbijten en inpakken en dan nog een uitgebreide voeder- en knuffelsessie met de schattigaarden. Zoiets kan natuurlijk nooit lang genoeg duren, maar Jurgen en ik hebben zin in een echte koffie. Even verder op weg naar Cairns zijn er verschillende koffieplantages, en na de oploskoffies van de afgelopen maanden smaakt zo’n versgezette koffie verschrikkelijk goed.
Daar is de zee ! Terug aan de oostkust...
Dan op naar de kust. De weg komt langs Kuranda. 8 jaar geleden waren Jurgen en ik er ook al eens, nu is het wat ons betreft een en al vergane glorie. We maken een praatje met de mensen van het vleermuizenhospitaal, maar houden het dan al snel voor bekeken.
We hadden Jan-Willem een strand met palmbomen beloofd en rijden daarom naar Palm Cove. We zijn niet de enigen en de enige camping daar staat barstensvol. In het visitor centre zijn ze ook niet erg behulpzaam. Ze hebben het daar meer voor de 5sterrer-resort toerist... We proberen nog een paar andere campings in de buurt, maar ook daar vangen we bot. De bebouwbare strook tussen zee en regenwoud is niet erg breed, en een spa-hotel brengt nu eenmaal meer op dan een kampeerplekje.
Dan maar even plannen aanpassen en meteen op naar de Daintree. Daar is gelukkig nog wel plaats en het vooruitzicht van veel vogeltjes en krokodillen doen bijna de palmbomen vergeten ;-)
Deze bandicoot kwam de ontsnapte spaghetti-slierten oppeuzelen
zaterdag 23 juli 2011
Dag 98 : nog meer beestjes
Bijna 100 dagen onderweg en we zijn het nog niet beu... We beginnen wel vaker en vaker aan Sydney en Belgie te denken. Tenminste, tot we weer eens een beestje of een vogeltje zien... Dan worden die door onze "achterbank-biologen" uitgebreid besproken, dan geidentificeerd en nog verder besproken. Deze ochtend ging het over de "Victoria Rifle bird", de "spotted catbird" en de "musky rat kangaroo". Jurgen en ik kunnen aan deze conversaties maar amper deelnemen, en na een paar flaters en ronduit domme opmerkingen in het verleden, zwijgen met meestal wijselijk ;-)
We wandelen in het regenwoud van een vulkaankrater-meer (Lake Eacham) en slenteren daarna rond op de markt van Yungaburra.
We wilden gaan kano-varen op de wetlands in Mareeba - hier zitten eens geen krokodillen, dus dat leek ons wel wat. Maar we zagen er ook bijna geen vogels zitten en de lelies waren allemaal verwelkt.
Nee, dan liever meteen naar de camping in Granite Gorge. Op, tussen en onder de rotsen daar leven de Mareeba Rock wallabies (en nergens anders). Die zijn ondertussen zo gewoon aan mensen dat ze bijna op je schoot komen zitten - tot ze plots van iets verschieten en dan keihard en keihoog wegspringen. We hadden er een relaxte namiddag in het gezelschap van de rotshoppende beestjes en rotshoppende kindjes.
Dag 97 : Thee en suiker
Wanneer ik vanmorgen uit de tent stap, kraakt het gras onder mijn voeten. Niet te geloven, ijs.... De thermometer geeft 3 graden aan. Het is ondertussen 7 uur 's morgens en een flauw zonnetje heeft de boel al lichtelijk opgewarmd. Gelukkig hebben we vannacht geen koud gehad. We trippelen door het halfbevroren gras terug naar de platypus-vijver. Die beestjes zijn ook al op, we zien er weer een paar voorbijzwemmen. Het blijft bijzonder.
Tegen dat we ontbeten en ingepakt hebben, is het weer stralend mooi weer, strakblauwe lucht, heerlijke zon en overal om ons heen heel veel groen. We vinden het best wel vreemd dat hier zo weinig toeristen zijn. Zo mooi, veel moois te zien, dichtbij Cairns... Raar.
We rijden naar de theeplantage van Nerada in Malanda. 't Is niet de enige thee-plantage hier in Australie, maar wel de enige thee-verwerkende fabriek hier in het land. We krijgen er een rondleiding. Daar wordt ons dan duidelijk waarom het hier niet stikt van de toeristen. We zijn blijkbaar grote gelukzakken : om goeie thee te kunnen produceren, hebben de planten 4 tot 7 meter regen per jaar nodig. Wij zijn hier blijkbaar op een van de uiterst schaarse compleet zonnige dagen in een jaar.
Weeral wat slimmer en met een voorraad thee gaan we verder.
We doen een paar wandelingen in stukjes regenwoud aan de Malanda Falls en de Curtain Fig tree. We moeten het wel met een zere nek bekopen. We hebben dan ook bijna de hele tijd naar boven lopen kijken, op zoek naar een boom-kangaroo. Volgens de boekjes zouden die hier zitten, maar volgens ons is het een mythe. Niet te vinden die beesten. Wel veel vogeltjes in het regenwoud, die door Rosemarie weer bij naam en toenaam worden genoemd.
Voor vannacht hebben we een cabin geboekt. Niet omdat we schrik hebben gekregen van de kou. Maar wel omdat de cabin in een stukje regenwoud staat waar zeker sugar gliders zitten. En laat dit soort vliegend eekhoorntje nu net Jan-Willem's all time favourite zijn. Nog niet zo lang geleden was hij met dekentjes en touwtjes in de weer om ook te kunnen vliegen als een sugar glider, en ging hij een briefje schrijven naar de tandenfee, om de volgende keer toch maar geen centen te geven, maar hem gewoon te veranderen in een sugar glider. Het zijn erg kleine en supervlugge beestjes, dus de kans dat je hen zomaar tegen het lijf loopt, is quasi nihil. Aan de cabins zijn een paar bomen waar de suiker - waar de sugar gliders dol op zijn - uitdruipt en door de eigenaar wordt daar nog een likje bovenop gedaan.
Stilzijn, stilzitten, stilstaan en stil stappen is voor een zes-jarig jongetje vreselijk moeilijk, maar voor een sugar glider kan alles. Heel lang hebben we niet moeten wachten. Als vanuit het niets kwamen ze er aan en gingen ondersteboven van de suiker likken. Zo immens, immens schattig. Wat goed dat we ze nu eindelijk gezien hebben !
Terug in de cabin doken we allemaal meteen in bed, genietend van een breed zacht bed, nagenietend van die kleine schattige mormeltjes.
donderdag 21 juli 2011
Dag 96 : Regenwoud, watervallen en platypussen
Vanmorgen bij het ontwaken werd ons duidelijk dat de Misty Mountains hun naam niet gestolen hebben. We zagen geen steek voor ogen. Gelukkig stak de zon nog harder en een goed uur later zagen we de wolken mist verdwijnen als sneeuw voor de zon. De tent geraakte bijna droog en wij trokken naar het regenwoud voor een goeie wandeling. We hoopten een boom-kangaroe tegen te komen, maar die beestjes verstoppen zich goed blijkbaar. De wandeling was een nauw pad door de jungle, en overal lagen bomen kris kras over het pad - met dank aan cycloon Yasi - gelukkig wel op de juiste plaats doorgezaagd zodat we toch doorkonden. Hehe, we hebben ons zuurstofpeil weer wat opgekrikt - niet dat dat een probleem is, maar je voelt gewoon hoe gezond die lucht is.
Deze regio heet niet enkel de Misty Mountains, het is ook waterval-land. Na de middag maken we een ritje langs enkele van de tientallen watervallen hier in de buurt. Mooi hoor. Maar veels te koud om in te gaan plonzen !
Naast de boomkangaroos en de verschillende soorten possums zouden er hier volgens de toeristische brochures ook redelijk wat platypussen zitten, vogelbekdieren. Die beesten zijn echter berucht om hun verlegenheid. In Bombala - in het zuiden van NSW hebben we al eens meer dan een uur op de uitkijk gezeten om dan gedurende een halve seconde zo'n beestje te zien. Onze verwachtingen waren dus niet al te hoog gespannen.
Maar we vonden een kampeerplekje bij een vijvertje, bij een viskwekerij. Toen we daar in de late namiddag gingen kijken, zwommen daar verschillende platypussen vrolijk in het rond. Nog altijd geen grote fan van mensen, maar we konden ze toch al eens goed bekijken. Het blijven rariteiten die beesten !
Gisterenavond was het fris, vanavond ronduit koud, iets na 8uur was het al onder de 10 graden. Jep, mutsen, donzen slaapzakken, fleecen broeken en truien, sjaal...Hier gaan we weer.
Dag 95 : Lava tubes in Undara
Op de grens tussen de savanne en het regenwoud van Queensland ligt een gebied met wel 164 vulkanen. Nu allemaal uitgedoofd en volgegroeid. Maar een paar honderd duizend jaar geleden moet dat hier een vurig, heet spektakel geweest zijn. Undara vulkaan was eens van de vulkanen. Niet de typische kegelvorm (die vooral stof en as en stenen spuwen), maar een veel platter soort. Niet zo impressionant lijkt, tot blijkt dat deze vulkaan erg strategisch op zo wat het hoogste puntje van de regio ligt. En toen Undara 190.000 lava begon te spuwen was er geen houden aan, 50 jaar lang bleef er non-stop lava uitstromen. De lava heeft gigantische ondergrondse tunnels geboord : de bovenste laag van de lavastroom koelde af, werd basalt. De lavastroom boorde zich daardoor alsmaar dieper en verder een tunnel in de grond. Blijkbaar zijn zo’n lava tubes een redelijk veelvoorkomend fenomeen (in Italie en Spanje hebben ze dat ook), meestal zijn de tubes echter maar heel klein en kort. In Undara stroomde de lava lang genoeg om er metershoge tunnels van de maken. In totaal zou er wel 160km tunnel geweest zijn. Het grootste deel is intussen wel ingestort, maar hier en daar kan je er toch nog in. Wij gingen een kijkje nemen en waren weer onder de indruk. Wat een bijzondere dingen vind je toch in dit land !
Nadien maakten we nog een wandeling naar een de krater van een andere vulkaan. Van aan de krater rand hadden we een mooi zicht op de omgeving en zagen inderdaad dat het hier “vulkaan-galore” was.
In de namiddag reden we nog een uurtje verder. Het landschap veranderde compleet. We zitten nu in het regenwoud. En hoog. In Ravenshoe – het hoogste dorpje van Queensland - duiken we het visitor centre binnen voor een verse lading boekjes en info. Veel nationale parken en wandelingen zijn nog niet bekomen van cycloon Yasi die hier in februari door raasde. We zijn eens benieuwd hoe het nog meer aan de kust zal zijn.
We rijden naar de Millstream Falls, de breedste van Australie, die over lavarotsen loopt. Mooi. Het regenwoud, het “lush” groen, de vogeltjes, de zachte temperaturen (24 graden)... ik vind het de max.
Kamperen doen we aan de rand van een meer in de Misty Mountains. We staan er helemaal alleen – ongelofelijk toch – maken snel een vuurtje en zetten onze mutsen op (dat was lang geleden !)
In Undara zaten we gisterenavond rond het kampvuur met een sterrenliefhebber. Die heeft Jurgen een cool programmake aan de hand gedaan (stellarium, voor de geinteresseerden, gratis te downloaden). Dus zitten de jongens vanavond met de computer en kompas op de schoot “planetarium” te spelen en nu weten ze zelfs waar ze naar kijken. De meisjes lezen boekjes en kijken foldertjes en plannen zo de volgende dagen. Het zal weer kiezen worden.
dinsdag 19 juli 2011
Dag 91, 92, 93 en 94 : rijden, rijden, rijden in een wagentje
Eer-eergisteren begonnen we aan onze grote trek oostwaarts. Een tijdje geleden beslisten we om de Daintree-regio boven Cairns en de Whitsunday Islands aan onze trip toe te voegen. We hebben hier en daar een paar dagen “ingehaald” op onze planning en mits een paar dagen ferm doorrijden moest het wel lukken. Op dag 91 zijn we dus ferm beginnen doorrijden. We verlieten Kakadu National Park, deden inkopen in Katherine en reden verder naar Mataranka. Dat is bekend voor zijn hot springs. Aan de camping zijn de hot springs echter fel bedwongen tot een zwembad-achtig iets. Even verder zijn er de Bitter Springs en die zijn mooier. Je laat je gewoon in het warme water meedrijven met de stroming, langs de pandanus-palmbomen met hier en daar een vogeltje. Een eindje verder moet je uit het water, dan wandel je terug naar het beginpunt en herhaalt het geheel zo vaka je maar wil. Wij doen dat een paar keer, tot het donker begint te worden.
De volgende ochtend zwemmen we aan de camping en zijn dan vol energie om aan de lange rit te beginnen. Oh ja, tof zo....zo’n kinderen die vol energie zitten met 600km voor de boeg ;-)
In Daly Waters slaan we linksaf, de Savannah Way op. Die loopt helemaal van Broome naar Cairns. Langs de weg valt niet echt veel te beleven, we rijden voornamelijk door – u raadt het al – savanne-landschap. Heel veel vogels, watervogels, roofvogels en voor de rest niet veel eigenlijk. De weg gaat van een eenbaans-asfalt (aan de kant voor de roadtrains !!) over naar gravel. Heel veel corrugations, veel dips, verschillende river crossings. Deze weg is eigenlijk een pak erger en geisoleerder dan de Gibb River Road. Een stuk na donker vinden we een kampeer-plekje bij de rivier. Snel tent opzetten en potje gekookt. En raar maar waar, na een hele dag stilzitten, kropen we al snel en goe moe in onze slaapzak.
Gisteren nog zo’n rijdag. Na 150km rijden we Queensland in en spelen zo meteen ook een halfuur tijd kwijt. We rijden verder langs de savannes van de Savannah Way. Weer hetzelfde, vogels (veel brolga’s), koeien, kangoeroes, veel gras en bomen. Overal langs de weg zien we gestrande, verlaten auto’s. We zijn ver van de bewoonde wereld en hier mechanische hulp krijgen is niet evident. We helpen nog een aboriginal familie die de nacht langs de weg heeft doorgebracht nadat bearings en wielas het begeven hadden. Zo is onze sateliet-telefoon toch nog eens van pas gekomen ! Voor de rest, niet veel speciaals, Rosemarie en ik lezen – nadat ik de laatste week “roddelboekskes” gesprokkeld heb, ben ik weer helemaal op de hoogte van het reilen en zeilen in “celebrity-wereld” – Jurgen rijdt, en Jan-Willem varieert tussen ons entertainen en “annoyen” (it’s a thin line...met momenten).
Na Normanton krijgen we terug asfalt en gaat het kilometer-vreten sneller. Ook nu rijden we tot de zon net onder is. "Al wat we vandaag rijden, moeten we morgen niet rijden", is mijn motto.
Vandaag dan het laatste stuk rijden. Amai, dit is het meeste "rijden" dat we op heel onze grote trip doen. Vanaf nu enkel nog kortere stukjes, op de allerlaatste dag na dan waarschijnlijk. Het spectaculairste dat vandaag gebeurt is een platte band aan de trailer - en nog wel de pas nieuwe, grrrr. Een stukje na de middag komen we aan in Undara en dan hebben we het wel gehad. Morgen bezoeken we hier de onderaardse lava tubes. Nu doen we niks meer, de kids zitten aan en in het zwembad, wij proberen wat de surfen op het internet (daar hebben we echter veel geduld voor nodig en da's dus een probleem). Lekker douchen, lekker eten en zo meteen gaan we naar de sterren kijken.
Hehe, we zijn blij dat de vele kilometers achter de rug zijn, en zijn al benieuwd naar welke beestjes we hier in tropisch Queensland gaan tegenkomen.
De volgende ochtend zwemmen we aan de camping en zijn dan vol energie om aan de lange rit te beginnen. Oh ja, tof zo....zo’n kinderen die vol energie zitten met 600km voor de boeg ;-)
In Daly Waters slaan we linksaf, de Savannah Way op. Die loopt helemaal van Broome naar Cairns. Langs de weg valt niet echt veel te beleven, we rijden voornamelijk door – u raadt het al – savanne-landschap. Heel veel vogels, watervogels, roofvogels en voor de rest niet veel eigenlijk. De weg gaat van een eenbaans-asfalt (aan de kant voor de roadtrains !!) over naar gravel. Heel veel corrugations, veel dips, verschillende river crossings. Deze weg is eigenlijk een pak erger en geisoleerder dan de Gibb River Road. Een stuk na donker vinden we een kampeer-plekje bij de rivier. Snel tent opzetten en potje gekookt. En raar maar waar, na een hele dag stilzitten, kropen we al snel en goe moe in onze slaapzak.
Gisteren nog zo’n rijdag. Na 150km rijden we Queensland in en spelen zo meteen ook een halfuur tijd kwijt. We rijden verder langs de savannes van de Savannah Way. Weer hetzelfde, vogels (veel brolga’s), koeien, kangoeroes, veel gras en bomen. Overal langs de weg zien we gestrande, verlaten auto’s. We zijn ver van de bewoonde wereld en hier mechanische hulp krijgen is niet evident. We helpen nog een aboriginal familie die de nacht langs de weg heeft doorgebracht nadat bearings en wielas het begeven hadden. Zo is onze sateliet-telefoon toch nog eens van pas gekomen ! Voor de rest, niet veel speciaals, Rosemarie en ik lezen – nadat ik de laatste week “roddelboekskes” gesprokkeld heb, ben ik weer helemaal op de hoogte van het reilen en zeilen in “celebrity-wereld” – Jurgen rijdt, en Jan-Willem varieert tussen ons entertainen en “annoyen” (it’s a thin line...met momenten).
Na Normanton krijgen we terug asfalt en gaat het kilometer-vreten sneller. Ook nu rijden we tot de zon net onder is. "Al wat we vandaag rijden, moeten we morgen niet rijden", is mijn motto.
Vandaag dan het laatste stuk rijden. Amai, dit is het meeste "rijden" dat we op heel onze grote trip doen. Vanaf nu enkel nog kortere stukjes, op de allerlaatste dag na dan waarschijnlijk. Het spectaculairste dat vandaag gebeurt is een platte band aan de trailer - en nog wel de pas nieuwe, grrrr. Een stukje na de middag komen we aan in Undara en dan hebben we het wel gehad. Morgen bezoeken we hier de onderaardse lava tubes. Nu doen we niks meer, de kids zitten aan en in het zwembad, wij proberen wat de surfen op het internet (daar hebben we echter veel geduld voor nodig en da's dus een probleem). Lekker douchen, lekker eten en zo meteen gaan we naar de sterren kijken.
Hehe, we zijn blij dat de vele kilometers achter de rug zijn, en zijn al benieuwd naar welke beestjes we hier in tropisch Queensland gaan tegenkomen.
zaterdag 16 juli 2011
Dag 90 : luieren (?) aan Gunlom Falls
We zijn vandaag 3 maanden "on the road". Dat vieren we met een heerlijk middagje aan de Gunlom waterval in het zuiden van Kakadu National Park. De waterval op zich is niet zo verschrikkelijk bijzonder. In het natte seizoen dondert het water er ongetwijfeld naar beneden, nu is het niet meer zo indrukwekkend. Wel indrukwekkend met een grote I is het zicht van de top. Het is even klimmen, maar....waaaw. Het leek wel of we aan de rand van de wereld stonden. Het water is bovendien lekker verfrissend - zonder quasi-hartaanvallen te veroorzaken - en voor de verandering moeten we eens geen schrik hebben van de krokodillen. We plonsen dat het een lieve lust is. We "chillen" wat op de rotsen. En wanneer we tegen het einde van de middag helemaal alleen zijn, leer ik van Jurgen en de kinderen eindelijk hoe ik moet duiken. Best wel schaamtelijk om het te moeten toegeven dat ik dat niet kon. Maar - onder het motto, beter laat dan nooit, ben ik dus op de gezegende leeftijd van 37 eindelijk "head first" het water ingedoken ! Danku Gunlom !
donderdag 14 juli 2011
Dag 89 : Nourlangie en omstreken
En dan nu kort want ik ben moe en ik wil nog douchen om niet met 3 liter muggespul in mijn slaapzak te kruipen. ' t Is te zeggen, bij wijze van spreken, in mijn slaapzak, want het is hier nog vlotjes boven de 25 graden.
`t Was een ferm hete dag vandaag, maar we hebben toch heel wat afgewandeld. Eerst naar Nourlangie, de meest bekende groep van rotschilderingen hier in Kakadu. Weer allerlei soorten en keluren van tekeningen, weer mooi, vooral de verhalen erachter.
Daarna naar de Anbanbang Billabong voor mooie uitzichten op de Nourlangie rots, met waterlelietjes en reigers op de voorgrond.
Maar dan wilde ik toch nog naar nog een andere groep rotstekeningen. In een boekje had ik een tekening gezien van een zeilschip en dat vond ik wel intrigerend. Op de meeste rotstekeningen zie je typische aboriginal-dingen, maar hier en daar zie je ook bewijzen van hun eerste kennismakingen en contacten met de "white fellas". De naam van de site waar we naar toe wandelden, ontsnapt me even (en ik ben te lui om naar de auto te lopen om het op te zoeken).
Anyway, ik vond het eigenlijk de mooiste van de 3 die we bezochten. Dat we er helemaal alleen waren, had er waarschijnlijk ook wel iets mee te maken. Het zeilschip was erg mooi, maar ook de tekeningen van de handen in kanten handschoenen vond ik bijzonder. De aboriginals vonden dat blijkbaar ook.
Terug aan de auto voelden we ons alsof we te lang in een stoombad hadden gezeten, het zwembad van de camping loste dit gelukkig helemaal op. (maar stiekem kijk ik al uit naar de ijskoude nachten die ons in Queensland te wachten staan)
Dag 88 : Mamukala en Ubirr
Bij het vervangen van de bearings merkte Jurgen dat ook de banden van de kar hun beste tijd gehad hadden. Gelukkig zaten we niet ver van het enige dorp in Kakadu en konden we daar meteen terecht. Eerst maakten we nog een wandeling langs nog maar eens een billabong. De deze kwam zelfs met een birdhide, een van de favoriete plekjes van de kinderen. Hier zagen we geen krokodillen, wat natuurlijk niet betekent dat er geen waren, maar wel weer veel vogels. De jacana's die met hun over-sized poten over de lotusbladeren kunnen lopen, vonden we het leukst. Daarna wandelden we nog een stukje langs de billabong en door het bos, maar waren nadien toch erg blij met de de airco in de auto. We horen dat het in Belgie op dit moment niet bepaald een topzomer is.... Ik wil gerust wat van de warmte van hier opsturen, alles boven de 28 graden mag je hebben, en wees gerust, dat is al heel wat.
Via het Visitor Centre en de autobandencentrale rijden we naar de camping, weerom met zwembad. Heerlijk verkoelen...
Tegen de late namiddag rijden we naar Ubirr, een van de hoogtepunten van Kakadu. Er zijn verschillende rotswanden met aboriginal rotstekeningen. Veel verschillende soorten tekeningen en onderwerpen. Recente en minder recente, soms allemaal kriskras over elkaar, zodat je echt goed en lang moet kijken om er iets in te zien. Bij een paar van de rotswanden luisteren we naar een praatje van de ranger. En dat maakt de tekeningen echt interessant. Want de tekeningen zijn op zich wel ok, sommige mooi, andere niet, maar de verhalen en de betekenissen lichten een tipje van de sluier over hoe de aboriginal wereld in elkaar zit, en dat is boeiend.
Het allermooist in Ubirr vond ik het uitzicht over de floodplains, waar je een eindeloos zicht hebt tot in Arnhemland. We waren er tegen dat de zon onderging en genoten weer (met een paar honderd andere mensen).
woensdag 13 juli 2011
Dag 87 : nog meer wetlands
Na onze mooie, mooie tocht op de billabong van gisterenavond hadden we nog niet genoeg van deze wetlands. We besloten een ritje te maken door het Mary River National Park, en gingen daarmee op zoek naar nog meer krokodillen. En ja hoor, we zagen verschillende van deze beestjes liggen, kruipen en zwemmen in de billabongs en de rivieren. Hmmm, misschien toch maar de 4WD opzetten voor de river-crossings. Hier wil je niet "stuck" komen te zitten. Uiteraard ook hier weer heel veel vogels, jabiru's, brolga's, heel veel reigers en ganzen. Maar de "major event" van de dag zijn toch de kronkelende slangen die we midden op het pas zien liggen - 't is te zeggen op het pad, dat het pad niet was - waar even verloren rijden al niet goed voor is. We wisten niet goed wat we ervan moesten denken, zijn ze aan 't vechten ? om territorium ? om een vrouwtje ? Uiteraard wisten onze kleine bioloogjes beter : "Die slangen zijn aan 't "maten", mama". Inderdaad, 30km verder hadden we ontvangst en konden we het checken op tinternet.
Achteraf viel ook onze frank dat dit waarschijnlijk "brown snakes" waren, behoorlijk giftige gevallen. Maar ze waren veel te druk bezig om zich van ons iets aan te trekken, laat staan ons aan te vallen.
We reden nog wat verder door allerlei mooi landschap. Spijtig genoeg kan je te voet bijna nergens dichtbij die wetlands, wegens te gevaarlijk door de krokodillen en de helft van `t jaar zouden de wandelpaden onderwater liggen en daarmee ook elk jaar weer kapot gaan.
Tegen de late namiddag reden we de camping op, en merkten dat onze kar wel verschrikkelijk veel kabaal maakte. De bearing van een van de wielen had het begeven. Gelukkig is Jurgen een handige man en zijn kapotte bearings heel courant. In het campingwinkeltje kocht Jurgen gewoon nieuwe. Beetje vettig werkje, maar wij kunnen weer geluidsloos verder.
We plonsen nog even - zo geweldig dat die campings hier allemaal een zwembad hebben - en verwelkomen de sterren, omdat die een koele nacht beloven. De dingo's vinden het precies niet zo tof en huilen dat het een lieve lust is.
"Major event" van de dag : parende slangen !
maandag 11 juli 2011
Dag 86 : Krokodillen en vogels in de wetlands !
Naar deze dag had Jan-Willem al lang uitgekeken en hij was dus ook vroeg wakker... ;-(Ach, zo hadden we lekker veel tijd om op te staan, in te pakken en weer even verder te rijden naar de Adelaide River. Daar krioelt het van de zoutwaterkrokodillen. Even wat cijfertjes... in heel de Northern Territory zijn er ongeveer 70.000 van die diertjes. 30 jaar geleden was hun aantal gedaald tot een paar duizend - waarschijnlijk waren de kroko-sjakossen toen hyper-modieus - en sindsdien zijn ze een beschermde diersoort en is hun aantal terug gestegen. In de Adelaide River waar we een tochtje op gaan maken zitten er een paar duizend ! Elk jaar worden er zo'n 200 krokodillen gevangen. Dat zijn dan beesten die op vervelende plekken zitten, zoals gezellige billabongs of waterholes waar de locals en de toeristen al eens graag gaan zwemmen... Ze zijn daar meestal in het natte seizoen terecht gekomen, wanneer zowat de hele streek hier onder water staat en ze tot 200, 300km het binnenland intrekken. Wanneer het water opdroogt, blijven ze achter in de permanente water holes. De krokodillen kunnen tot meer dan 100 jaar oud worden, en de echte grote zijn gemakkelijk over de 6 meter. Ze staan aan de top van de food chain en ze weten het. Daar valt niet mee te lachen.... Het meest griezelige is dat ze erg lang onder water kunnen blijven en hun prooi van onder water aanvallen. Water waar je geen krokodil in ziet, is daardoor dus het gevaarlijkst. Moraal van het verhaal, in de Northern Territory ga je er van uit dat in alle water krokodillen kunnen zitten, en tenzij er een bordje staat dat duidelijk zegt dat het veilig is, ga je er niet in.
Enfin, genoeg blabla.
Wij stapten vanmorgen in een bootje (echt niet zo'n groot) voor een tochtje op de Adelaide River. Nog voor we goed en wel weg waren, hadden we al prijs, een grote dikke vette krokodil. We hebben er uiteindelijk tientallen gezien. We hadden geluk, want het was laagtij en daardoor zagen we ze erg goed liggen op de modderige oevers. De Adelaide River is bekend voor zijn springende krokodillen. Vanuit de bootjes worden stukjes vlees aan een touwtje uit de boot gehangen. De krokodillen kennen dat ondertussen en komen vrijwel meteen aangezwommen - tenzij ze geen zin hebben en lekker blijven zonnen. Het stukje vlees wordt dan hoog in de lucht gehouden en ongelofelijk maar waar, maar die krokodillen springen dan met heel hun lijf uit het water om dat hapje te pakken. En dat allemaal op pak een armlengte afstand ! Behoorlijk eng. Wat een kracht zit er achter zo'n beest ! Gelukkig was er nog zo'n stukje opstaand traliewerk rond de boot, maar ik heb Rosemarie's armen en vingers zowat platgeknepen en zat voortdurend te herhalen/zeuren tegen Jan-Willem dat hij zijn armen en vingers moest binnenhouden... Een paar keer legden we aan verschrikkelijk dicht bij een joekel van een krokodil. Als die had gewillen, was die zo aan boord gekomen.... Maar volgens de gids, voelen die krokodillen zich niet bedreigd door de bootjes omdat ze al 30 jaar met rust gelaten worden.... Ik weet het toch niet hoor. Maar wat een geweldig leuke en "exciting" ervaring.
Na de springende krokodillen waren we klaar voor een rustigere manier om van de wetlands te genieten. We reden nog een beetje verder en zetten de tent op bij Corroboree Park. Snel nog een verfrissend plonske - het is hier warm in de winter - en dan op naar de Corroboree Billabong voor een sunset cruise. Daar was het te mooi voor woorden.... De foto's geven hopelijk een beetje een sfeerbeeld, de pandanus-palmen, de paperbark trees, de waterlelies en de lotusbloemen, de vogels en vogeltjes en de krokodillen maakten er een onvergetelijk mooie tocht van. De ondergaande zon maakte het allemaal nog mooier... Met zijn allen waren we op zoek naar allerlei vogeltjes, met 20 paar ogen zie je veel meer. De gids was er weer zo een die gepassioneerd is, en hij nam rustig zijn tijd voor zoeken en kijken. De zon ging onder over de wetlands en met de rimpelingen op het water was het beter dan de staircase to the moon. Dit is er weer een voor mijn favorietenlijstje !
De dag eindigde echter nog met een kleine mineur en primeur... op de terugweg zat een extreem dom wallabietje mooi stil aan de kant van de weg, maar besloot toen op een compleet verkeerd moment om toch over te lopen... We hopen stillekes dat het er met een hersenschuddinkje van af is gekomen, maar weten eigenlijk wel beter. (by the way, de kinderen denken dat we tegen een tak reden...)
Enfin, genoeg blabla.
Wij stapten vanmorgen in een bootje (echt niet zo'n groot) voor een tochtje op de Adelaide River. Nog voor we goed en wel weg waren, hadden we al prijs, een grote dikke vette krokodil. We hebben er uiteindelijk tientallen gezien. We hadden geluk, want het was laagtij en daardoor zagen we ze erg goed liggen op de modderige oevers. De Adelaide River is bekend voor zijn springende krokodillen. Vanuit de bootjes worden stukjes vlees aan een touwtje uit de boot gehangen. De krokodillen kennen dat ondertussen en komen vrijwel meteen aangezwommen - tenzij ze geen zin hebben en lekker blijven zonnen. Het stukje vlees wordt dan hoog in de lucht gehouden en ongelofelijk maar waar, maar die krokodillen springen dan met heel hun lijf uit het water om dat hapje te pakken. En dat allemaal op pak een armlengte afstand ! Behoorlijk eng. Wat een kracht zit er achter zo'n beest ! Gelukkig was er nog zo'n stukje opstaand traliewerk rond de boot, maar ik heb Rosemarie's armen en vingers zowat platgeknepen en zat voortdurend te herhalen/zeuren tegen Jan-Willem dat hij zijn armen en vingers moest binnenhouden... Een paar keer legden we aan verschrikkelijk dicht bij een joekel van een krokodil. Als die had gewillen, was die zo aan boord gekomen.... Maar volgens de gids, voelen die krokodillen zich niet bedreigd door de bootjes omdat ze al 30 jaar met rust gelaten worden.... Ik weet het toch niet hoor. Maar wat een geweldig leuke en "exciting" ervaring.
Na de springende krokodillen waren we klaar voor een rustigere manier om van de wetlands te genieten. We reden nog een beetje verder en zetten de tent op bij Corroboree Park. Snel nog een verfrissend plonske - het is hier warm in de winter - en dan op naar de Corroboree Billabong voor een sunset cruise. Daar was het te mooi voor woorden.... De foto's geven hopelijk een beetje een sfeerbeeld, de pandanus-palmen, de paperbark trees, de waterlelies en de lotusbloemen, de vogels en vogeltjes en de krokodillen maakten er een onvergetelijk mooie tocht van. De ondergaande zon maakte het allemaal nog mooier... Met zijn allen waren we op zoek naar allerlei vogeltjes, met 20 paar ogen zie je veel meer. De gids was er weer zo een die gepassioneerd is, en hij nam rustig zijn tijd voor zoeken en kijken. De zon ging onder over de wetlands en met de rimpelingen op het water was het beter dan de staircase to the moon. Dit is er weer een voor mijn favorietenlijstje !
De dag eindigde echter nog met een kleine mineur en primeur... op de terugweg zat een extreem dom wallabietje mooi stil aan de kant van de weg, maar besloot toen op een compleet verkeerd moment om toch over te lopen... We hopen stillekes dat het er met een hersenschuddinkje van af is gekomen, maar weten eigenlijk wel beter. (by the way, de kinderen denken dat we tegen een tak reden...)
Dag 85 : Mindil Beach in Darwin
Voor we wegreden uit Berry Springs nog even de magnetic termite mounds inspecteren.
Na de 2 nachtjes in Berry Springs moesten we niet ver meer tot in Darwin. In minder dan een halfuur waren we al op de volgende camping. Beetje scruffy camping, maar we waren niet van plan er veel tijd door te brengen. Snel een waske ingestoken en wegwezen, eerst naar de winkel, dan naar Mindil Beach.
Ik denk dat dat zowat het beroemdste strand van Darwin is, ook al voor zijn zondag-avond-markt. En vandaag is er de Beer Can Regatta, een zeepkisten-race op zijn Australisch. Een bende vrijwillige Australiers drinken gedurende een heel jaar zoveel mogelijk blikjes bier leeg - niet echt een zware opdracht voor veel ozzies - en vormen die dan om tot een of ander vaarbaar geval. Veel van de vaartuigen hadden een hoog "ter land, ter zee of in de lucht gehalte" en waren al zwaar gehavend. De echte race was immers al over toen wij er aan kwamen.
Maar, nog genoeg entertainment op het strand. Thong throw-kampioenschappen... ongelofelijk hoe ver sommige mannen die sleffers konden gooien. En ook hier, techniek is alles ;-)
Dan op naar de markt, veel eten, veel drinken, veel frutsels, veel volk. Een man stond er een ferm stukske op een didgeridoo of 4 te spelen, en was zo indrukwekkend (inspirerend) dat Jurgen zich er ook een gekocht heeft. Binnenkort is iedereen welkom in Mortsel om te komen oefenen. We aten nog allerlei lekkers, trokken nog een heleboel "cheesy" foto's van een prachtige zonsondergang en gingen weeral moe en voldaan slapen.
zaterdag 9 juli 2011
Dag 84 : Beestig dagje
Vlakbij de camping in Berry Springs ligt het Territory Wildlife Park, een zoo, een aquarium en een botanic garden, all in one. Onmogelijk om daar niet naar toe te gaan. En het was een schot in de roos. Ik mocht een soort rog eten geven, Jan-Willem hield een uil op zijn arm, de kids hadden een zwarthoofd python rond hun nek, enz. We zagen een hele resem nachtdieren en vogels, ja, inderdaad ook de geweldige, fantastische Gouldian Finch waar iedereen hier helemaal wild van wordt. Na een "close encounter" hebben we nu ook meer sympathie voor de vleermuizen. Echter, niet voor de krokodillen, ook al zagen we die ook van erg dichtbij...
Een aanrader voor wie hier in de buurt komt, en voor wie van dieren houdt.
Terug op de camping waren we net op tijd voor de croc feed. De man van de camping kwam er aan met ene hele zak kippenbillen en vleugels en we mochten die naar de krokodillen gooien. Maar zijn me dat luie beesten, zeg. Als je dat niet vlak op hun, of liever nog in hun muil gooit, kijken ze niet eens op....
Nadien was er nog een didgeridoo demonstratie - Ze begonnen met een stuk tak. Ik was onder de indruk van hoe snel zo'n ding gemaakt is.... 't is te zeggen, de termieten hebben natuurlijk het meeste werk gedaan - de tak hol gemaakt - maar daarna is het niet meer dan de schors er af halen en er een stuk bijenwas opkleven. Daarna speelden ze uiteraard nog een "aireke". Entertainment genoeg dus, alleen proberen Rosemarie en Jan-Willem nu op de achterbank allerlei didgeridoo geluiden uit ;-(
vrijdag 8 juli 2011
Dag 83 : Blitzbezoek aan Litchfield National Park
In de grote pool van de Edith Falls hadden we gisteren al gezwommen, vanmorgen wilden we naar de "upper pools". Een korte wandeling zo vroeg in de ochtend, hehe, het doet goed. De kids duiken meteen in het water. Ik heb wat meer aanmoediging nodig, maar eens er in, is het lekker spetteren. De Edith Falls donderen in verschillende stappen naar beneden en dat is mooi om zien. We zijn verfrist en kunnen er weer even tegen en gaan richting Litchfield National Park rijden.
Terug aan de parking hebben we bijna een boete omdat we op een busparking staan (omdat de trailer-parking volstond met mobilhomes). Blijkbaar staan de rangers hier onder hoogspanning, het is hoogseizoen, schoolvakantie en pokke-druk. Dat merken we ook wanneer we enkele uren later in Litchfield aankomen. Alle campsites staan er vol en de rangers daar zijn ook niet van de vrolijkste en de vriendelijksten. We besluiten dan maar om het nationaal park "even" snel te doorkruisen.... we kijken vanuit de verte wat naar de magnetische termietenheuvels - die erg plat zijn en een perfecte noord-zuidorientatie hebben - en stoppen bij de Wangi Falls. Ook daar is nog krokodillengevaar en zwemmen mag niet. Het blijft dus bij kijken. Overal in het park is er veel volk en ik begin me zorgen te maken over onze kampeerplekjes voor de volgende dagen. De sat-phone mag zich eindelijk nog eens nuttig maken en we vinden gelukkig nog een kampeerplekje, op een camping, 90km verderop in Berry Springs.
Tegen de avond komen we daar aan en dat blijkt een schot in de roos. Verschrikkelijk vriendelijke mensen, een plekje onder de palmbomen, en ... een bende zoetwaterkrokodillen die de kinderen morgen mogen eten geven !
Dag 82 : Katherine Gorge & Edith Falls
En nu gaan we de Katherine Gorge vanop het water bekijken. Zo ziet ze er nog impressionanter uit. Het regenseizoen is fel en lang geweest en de rivier is nog niet “bevrijd” van de zoutwaterkrokodillen. Er mag dus nog niet gezwommen en gekanod worden. (Zoetwaterkrokodillen zitten er wel, maar die zijn al lang niet meer griezelig.) We stappen dus mee op een “cruise”-boot en krijgen meteen een “tour” gevoel. De gids wijst op wel op vanalles en vertelt allerlei interessantigheden. Soms wordt de rivier te smal of te ondiep en moeten we van de boot, even wandelen en even verder een andere boot in. Langs de gorge zijn ook vele plekjes met aboriginal rotstekeningen. Overal in de gorge zie je de sporen van het voorbije natte seizoen, dat moet toch echt impressionant zijn, en ik zet het op mijn “lijstje” van dingen die ik nog eens wil doen.
NA de derde gorge verpozen we even aan een waterval met plas en keren dan weer helemaal terug. Een mooie, mooie tocht.
Terug aan de camping is het weer inpakken geblazen. We willen vanmiddag nog naar Edith Falls. Daar aangekomen, een primeur : “campground full”. Hmm, ik loop toch maar even naar de kiosk om te vragen of er alternatieven zijn. Ja, je mag op de parking staan, maar in die asfalt krijgen wij geen piketten in, he. Maar dan helpt het geluk een handje. Er komt net iemand aan die komt melden dat ze vertrekken, en zo krijgen wij toch nog een plekje.
Tentje gezet, zwembroeken aan en naar de Edith Falls. De plunge pool is er een van formaat, de waterval ligt 150 meter verder. Gerustgesteld door het bordje “safe swimming, no crocodiles”, duiken we er in en beginnen te zwemmen. De stroming zit ferm tegen, maar de gastjes hebben er zin in en na een ferm zwemmeke komen we aan de waterval. Even uitrusten en dan zwemmen we terug – veel gemakkelijker nu, nu de stroming een beetje helpt.
Terwijl we terugzwemmen, blijkt dat de 2 meisjes die aan de waterval zaten, gered moeten worden. Ze zaten “stuck” aan de waterval.. Hoe ze er geraakt waren, is een beetje een mysterie, want ze konden niet zwemmen. En ze konden al zeker niet terug... Ene uit de categorie “hoe stoem kunde zijn” !
Anyway, wij hadden een heerlijk zwemmeke en gaan weeral goed slapen.
de twee stipjes die je bij de waterval ziet zitten, zijn de 2 meisjes die niet kunnen zwemmen....
Dag 81 : Katherine gorge wandeling
Vandaag deden we een ferme wandeling in de buurt van de Katherine Gorge. Op zich niet zo’n hele lange (8,5 km), maar het was ferm warm en met momenten ferm bergop. We wandelden naar de top van de Katherine Gorge en daar is het toch al snel 10 graden warmer dan beneden, dichtbij de rivier onder de bomen. Het uitzicht was wel de moeite, we zagen de bootjes voorbijvaren – dat staat morgen op het programma. Op de terugweg liepen we langs de boatramp en onder de duizenden vleermuizen die daar hangen (te stinken).
Na de wandeling vonden de kids dat ze wel een ijsje verdiend hadden. In het visitor centre gingen ze likken en ondertussen wat mensen kijken – ook altijd leuk natuurlijk. De rest van de namiddag brachten we door bij het zwembad – niet slecht zo, een camping van het nationaal park.. met een zwembad. ‘sAvonds troepte zowat de hele camping samen rond een tv, voor de State of Origin. Na bijna 3 jaar Australie is dat echter nog altijd niet aan ons besteed. Ik snap zelfs de regels van hun football-spel nog niet.
dinsdag 5 juli 2011
Dag 80 : Katherine
En dan nu even kort, want het is al na 10u (hoooooooog bedtijd) en ik heb kou.
We werden vanmorgen heelhuids wakker op ons krokodillen-plekje. Oef. De eerlijkheid gebiedt me wel te zeggen dat bij nadere inspectie het riviertje niet erg diep bleek te zijn en er dus zeker geen zoutwaterkrokodillen zouden inzitten. Het lijkt wel weer een geval van imaginaire problemen, niet ?
Anyway, we pakken in en rijden terug de highway op. Tegen de middag komen we aan in Katherine. Er zijn hier wel 5 kappers, maar bij geen enkele kan ik zomaar meteen terecht. Ten vroegste tegen de late namiddag. Geen probleem, dan vermaken we ons toch gewoon wat in de Hot Springs. Daar is het lekker verpozen...
De koelkast en andere bakken worden ook weer volgeladen en tegen de avond rijden we (ik kortgeknipt) naar het Nitmiluk National Park, oftewel Katherine Gorge. We moeten terug gewoon worden aan mensen, aan drukte,... de camping staat hier aardig vol, er is een kiosk op de camping, heel veel internationale toeristen ook. Maar ook hier kleurt de avondlucht prachtig rood, oranje, roos.
Dag 79 : Bye bye Western Australia
Vanmorgen genieten we nog languit van het superzwembad van de camping. De meeste mensen zijn druk in de weer met opruimen en inpakken en zodoende hebben we het voor osn alleen, wat het allemaal nog wat mooier maakt. Klokslag 10uur rijden ook wij de camping af, met een spic en span propere auto en kar - ik word er gelijk vrolijk van (niet dat dat daarvoor niet zo was hoor, maar toch). We gaan eerst nog wat het stuwmeer, de stuwdam en de rivier ontdekken. Allemaal mooi, indrukwekkend, en warm. Op de camping zagen we nog een filmpje over hoe de dam gebouwd werd. Door mannen in hotpants en bloot bovenlijf. Niks helmen, niks beschermde kledij en volgens mij moesten die "blokes" ook niets van zonnecreme weten.... dat waren andere tijden...
Anyway, Lake Argyle is voor ons de laatste stop in Western Australia. Wat een prachtstaat is dit, immens groot, maar met immens mooie plekken !
We rijden de grens met de Northern Territory over en de klok schiet anderhalfuur naar voor. Onze volgende bestemming is Katherine, maar dat halen we vandaag niet. Ergens voorbij Victoria River zien we een oud spoor van de weg gaan en rijden dat op. Een beetje verder is een stukje gras platgereden, het ziet er goed uit om te kamperen. Wanneer de tent er goed en wel staat, merken we dat we toch wel redelijk dichtbij het riviertje staan, en we zijn in croc-country.... Plotsklaps horen we allerlei "geluiden".... en ik stel me al voor dat morgenvroeg een gigantische krokodil voor de deur zal liggen.... Aaarrrgghhh
Maar het koelt goed af, ik kruip weer lekker onder mijn donzen slaapzak en slaap zo diep dat ik de krokodillen niet hoor ;-)
Dag 78 : Kununurra & Lake Argyle
De “scenic lookout” hadden we gisteren gemist omdat het al te donker was. Vanmorgen hadden we dan een “scenic” ontbijt met stoere dingo-verhalen aan Jan-Willem, die als een blok door al het gehuil doorgeslapen heeft.
We pakken in en rijden naar Kununurra. Dit stadje (dorpje) is zowat het oostelijke einde van de Kimberleys. Wij vinden er een goeie bakker (ja, inderdaad, met vanilla slice voor jurgen !) en doen wat inkopen. Niet teveel want overmorgen verlaten we Western Australia voor de Northern Territory en over die grens mogen we weer geen vers fruit en groenten meenemen. Het is zondag en de kappers zijn niet open, ik moet dus nog even tandenbijten (grrrr). Voor de rest valt in Kununurra niet zoveel te beleven. Tenzij je op de Ord river wil gaan varen. De Ord river is vooral bekend omdat ze een eind verderop gedamd is, waardoor Lake Argyle is ontstaan, het grootste meer in Australie – die ook geklasseerd wordt als “inland sea” (omdat er door hevige wind soms zo’n grote golven ontstaan dat het op een zee lijkt).
Wij willen gaan kamperen aan Lake Argyle. Vlakbij de stuwdam is een camping met een zwembad en dat is een ideale plek voor een middagje verpozen. Het zwembad is een “infinity pool”, met uitzicht over het meer.... Ja, daar hebben we met gemak een tijdje ingezeten.
We hebben van het rustige dagje ook geprofiteerd om wat stof te ruimen. Jurgen heeft de auto proper gespoten en gewassen en ik heb me over de bakken ontfermd. Er is een halve Kimberleys uitgekomen, maar nu kunnen we weer relatief stofvrij in en uit de auto stappen en eten. Oef....
Een ander minder prettig fenomeen waar je hiermee geconfronteerd wordt, is de “cane toad”, een soort pad die een verscrhikkelijke pest is. Aanvankelijk zat die alleen in Queensland, maar hij is nu opgerukt naar de Northern Territory en lijkt nu ook de Kimberleys en Western Australia te gaan inpalmen. De pad heeft een gif in zich, dat dodelijk is voor de lokale fauna – die wel van een kikker houden. Verschillende soorten dieren zijn al zo goed als uitgeroeid en er lijkt geen einde aan te komen. De cane toads planten zich verschrikkelijk efficient voort. Een vrouwelijke pad kan wel 75.000 kleine padjes per jaar produceren !
Overal zie je infoborden die de mensen er attent op moeten maken dat ze moeten “toad busten”. Als je een pad ziet, pak hem dan, of op zijn minst laat het weten aan de bevoegde instanties. Op de camping heeft Jan-Willem natuurlijk al snel een kikker gezien waarvan hij denkt dat het een cane toad is. Hmmm, tja, zou kunnen, maar het zou ook een lokale boomkikker kunnen zijn. Onze expertjes zijn echter redelijk zeker van hun stuk en voor alle veiligheid pakt Jurgen de beestjes toch maar op en we steken ze in de vuilnisemmer. De kids brengen hen naar de receptie van de camping. Ja, inderdaad het zijn cane toads. Er zitten er hier verschrikkelijk veel. Wat moeten we ermee doen, vragen we.... “Kom”, zegt de campingbaas, en hij stopt ze in een plastieken zakje en steekt ze in de diepvriezer,... bij de ijsjes ;-).
Abonneren op:
Posts (Atom)