Vandaag eens geen verhaaltje over paradijselijke stranden en schattige beestjes. Ik zal eens iets vertellen over hoe het leven “on the road” is....
Ten eerste onze woonst : de tent en de kar doen het goed. Alle “home improvements” die Jurgen aanbracht, hebben de eerste 3 weken met glans doorstaan. Het lichtknopje voor de binnenverlichting van de tent is een grote luxe, vooral omdat het hier donker is om zes uur. Buiten de tent staan we ook altijd goed verlicht. Jurgen’s constructie met led-lamp en tentpalen zorgt voor een spot waar menig voetbalveld jaloers op zou zijn. Geen gesukkel meer met batterijen of gaslampen. De gaslamp is trouwens zowat het enige dat al gesneuveld is door de corrugaties.
De bakken met huisraad zijn nog steeds in prima conditie en we vinden altijd alles terug. Buiten de keukenhanddoeken en de schotelvodden dan, die “verhuizen” al wel eens – afhankelijk van wie ze weg steekt.
We worden ook bijzonder efficient in het op- en afbreken, ieder zijn eigen taakjes, alles in de juiste volgorde. Een geoliede machine zou je kunnen zeggen. Alleen die rottige pootjes die je zo onder de kar moet uitdraaien, die maken een verschrikkelijk lawaai. Hatelijkste moment van de dag, wanneer ik die moet neerlaten.
De “shade cloth” die we voor de tent leggen als vloer is ook een topper. Veel minder vuil in de tent, veel minder gezeur van mijnentwege.
Onze nieuwe slaapmatrassen, met extra thermarestje erronder zijn een schot in de roos. We slapen dan ook als rozen. Het extra genot van mijn slaapzak als deken gebruiken – in plaats van hem dicht te ritsen – had ik op Kangaroo Island al ontdekt. Echt, mijn bed in de container wordt maar een piepklein beetje gemist. Jurgen heeft ook nog extra touwtjes aan de tent genaaid en de regenpalen met “champignonkoppen” liggen altijd klaar. Ook dat zorgt voor een rustige nachtrust.
We hebben nu al door dat we weer teveel kleren bijhebben. Met de helft waren we waarschijnlijk toegekomen. Maar ach, het zit niet in de weg en binnen een paar weken ga ik de varieteit ongetwijfeld nog meer apprecieren.
De auto doet het ook zoals het hoort. Alles heeft zijn plekje, en we kunnen er redelijk gemakkelijk aan. Het zit allemaal lekker comfortabel. Zeker in de auto eis ik van mijn reisgenoten wel “extreme orde” en doe ook hier ’s avonds even mijn “5 minuten living opruimen”, in de auto dan.
We hebben ondertussen al bijna 6000km gereden. Best wel veel dus. Ik geniet daarbij erg van de landschappen, ik lees wat boekjes over wat gaat komen en luister mee naar de audioboeken van de kinderen. Daar kunnen ze echt nog enorm van genieten. We hebben net een paar Morris Gleitzmann verhalen gehoord, nu wordt druk gediscussieerd en onderhandeld over het volgende verhaal. Als er geen verhaal opstaat, zitten de Rosemarie en Jan-Willem vaak te tekenen, of te lezen, of te tetteren, en soms mekaar te “annoyen” zoals zij dat noemen. Dan is het hoog tijd om even te stoppen...
We hebben uiteraard een koelkast in de auto. Da’s absoluut noodzakelijk en er kan best wel veel in. Maar, dorpjes met supermarkten (die die naam waardig zijn) liggen hier soms best ver uit elkaar, en we weten vaak niet al te lang op voorhand waar we wanneer gaan zijn. Met andere woorden, ik wil toch altijd voor een paar dagen of een week, eten in voorraad hebben. Met nog andere woorden : ik word stilaan expert in blikvoer. Een hele nieuwe wereld gaat voor ons open, van babycorn en andere groenten in blik en kruidenmengelingen in zakjes. Zip-loc zakjes zijn een andere uitvinding uit de duizend. Eens uit zijn originele verpakking gehaald en in zip-locjes gestoken, blijkt een weekvoorraad eten zo makkelijk in onze 50l koelkast te kunnen, dat er nog plaats is voor wat appels, tomaten en komkommers.
Ons wassen doen we wel niet veel, maar we genieten dan wel dubbel en dik wanneer er wel eens een douchke is. Van een beetje vuil zijn, ga je niet dood he. Integendeel, Jurgen’s verkoudheid die in Sydney al enkele weken aansleepte, is eindelijk over (geen gesnurk is ook altijd mooi meegenomen in een tent).
Het gaat dus wel goed met ons, we genieten dubbel en dik, zijn mekaar nog helemaal niet beu. Onderweg komen we vooral grey nomads (in grote caravans met alles er op en er aan) tegen die altijd te vinden zijn voor een praatje. Vanwaar kom je, waar ga je naartoe, etc. Hier en daar een goeie tip en wat advies, maar ook vaak hetzelfde herhalen... Naast de grey nomads heb je de backpackers, die meestal met zijn 2-en op stap zijn in een oude chaotisch volgstouwde auto (Ford Falcon)... die gebruikt wordt als woonkamer, keuken en slaapkamer. Het zou niets voor mij zijn en als we dat zo bezien, moeten we onder ogen zien dat we dichter bij de “grey nomads” zitten dan we misschien zelf willen toegeven ;-)
Anyway, wij vinden dit “on the road” zijn erg leuk. We doen dus nog even voort.
P.S. 1 : Oh ja, ik draag sleffers met sokken ;-) you get the picture....
P.S. 2 : Is het hier dan altijd rozegeur en maneschijn ? Nee hoor, ook hier wordt gezeurd en zijn we al eens boos ;-)
zondag 8 mei 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
die foto van JW slaat dus op je ps2 ;-)
ik probeer zoveel mogelijk tips op te doen voor onze trek naar kroatie. Dat wordt dus ook km vreten. Moeten ook nog alles kopen, tent, frigo,... die doorzichtge boxen gaan we ook gebruiken en die ziplockers daar had ik nog niet aan gedacht.
Als je die pootjes eens zeer goed inspuit met vet zou dat niet helpen ?
Een reactie posten