maandag 9 mei 2011
Dag 23 : Teveel schrik
We zijn danig onder de indruk van de hoge karri bomen. We blijven er dus nog een dagje in rondhangen. We rijden richting Pemberton. Daar staat de Bicentennial Tree. Ter ere van het 200-jarig bestaan van Australie in 1988 zijn daar een hele hoop piketten in geslaan. Als je erg veel lef hebt, kan je via die pikketten helemaal naar de top van de boom voor een prachtig uitzicht. Of om te kijken of er ergens in de buurt een bushfire is, en de brandweer in de juiste richting te kunnen sturen. Ik had het al gezien op een foto in een brochure en ik had de kinderen alvast voorbereid dat het waarschijnlijk niets voor hen zou zijn. Ter plekke zag ook Jurgen meteen dat het niets voor hem zou zijn... Buiten de pikketten die loodrecht de boom zijn ingeslaan en die als een wenteltrap rond de boom lopen, is er niks bescherming. Ja, wat ijzerdraad langs de rand, maar dat doet niks. 1 keer mis-stappen en je schiet met je klikken en je klakken recht naar beneden, niks dat je val breekt. De boom is 60 meter hoog, op zo’n 20 meter (schat ik) is een eerste platform. Daarna nog enkele andere tot de top. Ik denk er niet teveel over na en begin er aan. Na een paar meter heb ik het echter al helemaal door, dit is ongelofelijk “scary”, angstaanjagend. Je kan bij het klimmen niet anders dan naar beneden kijken en dan kijk je tussen de pikketten door in de diepte en elke keer dat je je handen of voeten verzet, besef je dat een keer je handen of voeten verkeerd zetten, je laatste kan zijn. En toen hoefde het voor mij niet meer. Ongeveer halverwege het eerste platform keek ik neer op Jurgen en Rosemarie en Jan-Willem en kon niet anders denken dan “wat als....” en toen ben ik met nog meer schrik helemaal tegen de boom gaan hangen en heel langzaam en heel voorzichtig naar beneden gekropen. Brrrrrrr..... Even later kwam iemand naar beneden die wel tot de top was geweest “Would not recommend it...” was zijn commentaar ;-) Dat vond ik er ook van, maar `t was toch spannend. De kids wilden toen ook wel een paar trapjes naar boven. Bij de 5de zagen ze ook in dat het niet geschikt was voor hen. Jurgen ging tot de 6de en vond het toen ook welletjes.
Daarna moesten we even bekomen bij een rustig watervalletje.
Door de bossen en bomen ging het daarna verder, honderden, duizenden, miljoenen bomen reden we voorbij. Allemaal groen natuurlijk, hoewel het herfst is. (Stel je voor, dat dit Europese bomen zouden zijn, dat zou “te” mooi worden in de herfst.)
Van de Southern Forest rijden we naar de Indian Ocean, vlakbij het het Leeuwin-Naturaliste National Park. We kiezen voor een camping in Yallingup, wat zoveel zou betekenen als “Place of Love”. We zullen dat maar geloven. We blijven hier een paar dagen, als we tenminste goed slapen... daarnet hebben we immers meer dan een halfuur staan wikken en wegen over welk kampeerplekje we zouden nemen en hoe we de tent zouden zetten. Het moet plat zijn niet waar.... Ach, zoals we al tegen Iris op de skype zeiden, als je geen andere problemen hebt, moet je er maken he... Slaapwel (misschien ?)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
naar beneden gaan lijkt mij enorm gevaarlijk te zijn, brrr
ziet er wel enorm mooi uit
Een reactie posten