donderdag 22 september 2011

Het 659ste en laatste bericht : 1 maand in Belgie

Hier zie, we zijn alweer een hele maand in Belgie. Ik heb vaak gedacht en gepland om dat allerlaatste blogstukje te schrijven, maar steeds kwam er iets tussen. We hebben het al ferm druk gehad. Maar op deze "ver-maand-dag" zet ik me gewoon neer en schrijf deze "epiloog" over hoe het was en is om terug thuis te komen en zijn.

Als de ontvangst in Zaventem een voorbode was van hoe het ging zijn, zat het alvast goed. Achter een prachtig spandoek stonden een heleboel glunderende gezichten en open armen. Heerlijk, zo'n echte knuffels. Het weer was Belgisch, de files op weg naar Mortsel ook. Al moet ik wel zeggen dat die file de allerenigste is waar we op een hele maand tijd hebben in gestaan -maar dat ligt dan waarschijnlijk weer vooral aan ons en ons gefiets. Onze straat inrijden, ons huis binnenstappen voelde voor mij zo gewoon dat ik niet anders kan concluderen dat dit "thuis-komen" heet. nze huurders hadden het huis in prima staat achtergelaten en al van de eerste nacht vonden we opnieuw op de tast de lichtschakelaars en deed ik onbewust de juiste kast of schuif open. Dit is ons huis, onze thuis.

Rosemarie en Jan-Willem waren ook meteen op hun gemak - zij vinden dit nog steeds het beste huis van de wereld - (hmmm?). Tot hun grote pret was het gat in de haag naar de buren maar een beetje dichtgegroeid, ze konden er nog steeds door en binnen de 5 minuten zaten ze al terug binnen bij de buren.

Mama had een hele tafel en koelkast vol lekkers voorzien, lekker brood, koffiekoeken, toespijs, suikerbrood, hmmmm, daar bleef zelfs de man met de hamer nog even voor op. We hielden het uit tot een uur of 7 en hebben dan als ossen en rozen geslapen in onze eigen kamers. Zo goed dat zelfs de jetlag er niet aan te pas kwam.

De volgende dag, 23 augustus, de grote dag, Rosemarie wordt 8 en onze spullen komen aan. De verhuizers staan met onze spullen in de file en het regent pijpestelen. Niet echt ideaal om te verhuizen, maar het zijn vooral de verhuizers die te beklagen zijn, wij staan lekker droog binnen instructies te geven over wat naar waar moet.
Tegen het einde van de dag staat alles binnen, en kunnen we toch nog een hoekje van de tafel vrijmaken voor taartjes en vol-au-vent met fritjes.
De hele dag door, en eigenlijk de hele volgende week, is het hier "de zoete inval" geweest. Zo leuk, de zussen, moeke en bompa, de buren, vrienden, kindjes van school enz, die even langsfietsen en binnenlopen. We voelen ons erg welkom en weten weer waarom we dit zo'n goeie thuis vinden.

Een van de dingen waar we allemaal erg naar uitkeken was de vrijheid op 2 wielen, onze fietsen. Rosemarie krijgt een nieuwe grote fiets (met fietszakken) en we trekken op pad. Het is de eerste keer hier in dit land dat we allemaal op onze eigen fiets zitten en een toertje doen, wat is dat gemakkelijk ! Helemaal gerust ben ik nog niet want Jan-Willem is nogal onstuimig in het verkeer, nogal... En ook het rechts rijden en op tijd stoppen en voortdurend alert zijn voor ander verkeer is er nog teveel aan. Elk vogeltje en elke kat die in een wijde omtrek rondloopt heeft hij dan weer wel gezien. Gelukkig is de wijk hier kalm en zijn er veel fietspaden, maar we hebben hem toch maar een grote dikke helm gekocht.

De eerste week stond verder vooral in het teken van het uitpakken en het huis leefbaar maken. Eerlijk gezegd had ik dat een beetje onderschat, in Sydney ging dat in mijn herinnering verrassend snel. Hier heb ik echt 2 weken lopen zeulen en sleuren met dozen en dingen. Alles moet weer een plekje krijgen en soms blijkt dat plekje achteraf toch niet zo'n handige zet, dus opnieuw zeulen.
En toen de 200 dozen dan eindelijk uitgepakt waren, was er de kelder... Die we 3 jaar geleden volstaken met spullen die we niet mee naar Australie wilden nemen, maar waar die we ook niet weg wilden doen.
Maar als je iets 3 jaar niet nodig hebt, heb je het gewoon niet meer nodig he. Dus een paar dagen de kelder uitgemest en de kringloopwinkel is een hele vrachtwagen komen volstouwen. En nu kan de kelder omgetoverd worden in de loungeruimte waar Jurgen met zijn elektrische gitaar zijn midlifecrisis in kan botvieren.

Bij het uitpakken en inladen van alle kasten en kamers zijn we ook lijstjes beginnen maken van alle klussen en veranderingen die we willen doen. Het is een redelijk lange lijst aan 't worden, gaande van zonnepanelen installeren op het dak tot nieuwe gordijnen en het bouwen van een kippenhok. Ach, een mens moet projectjes hebben he. We zijn nu volop kleuren en stenen aan 't kiezen, offertes aan 't vragen, achterover aan 't vallen van wat het soms kost, enz... Ik vind het wel fijn, zo na 3 jaar in een huurhuis, maar 't moet wel vooruitgaan he.

De weekends zien er hier wel wat anders uit dan in Australie, geen kamperen en crossen in de bossen. Uiteraard veel vrienden zien en ook, ons schikken naar de agenda's van de kinderen. Dat was een van de redenen dat het nu een goeie moment was om terug naar Belgie terug te komen. Omdat we in ' t weekend altijd weg waren, gingen de kinderen in Australie niet sporten of naar de scouts. Maar we kunnen (en willen) ze daar niet heel hun jeugd uit weghouden. Integendeel zelfs, zij moeten ook hun eigen sociaal leven kunnen opbouwen, zich wortelen en daar horen clubs en jeugdbewegingen nu eenmaal bij. Ondertussen zijn ze allebei ingeschreven in de scouts op het einde van de straat - wat nog een verhaal op zich is, want we hebben er 4 uur voor moeten wachten - Rosemarie gaat naar de tekenschool en morgen vrijdag gaan ze een keertje kennismaken met de atletiekclub. Jan-Willem heeft dan ook nog zwemles en daarmee zijn onze week en weekends behoorlijk gevuld zijn. Om dan vooral Jurgen's cursus "Lassen" niet te vergeten. Ik krijg binnen een paar weken een mooie zelfgelaste vuurkorf ! En wat ik daarbij helemaal top vind, is dat we naar al die activiteiten trappen, op de fiets dus. Niks files, geen gedoe met parkeerplaatsen en de kids voelen zich zo groot.

Op school gaat het ook behoorlijk goed. Ze waren allebei erg blij om terug naar hun oude school te gaan, een klein wijkschooltje achter de hoek. Jan-Willem was de eerste dagen nog wat bedeesd maar kwam de 2de week bijna euforisch naar huis dat hij een nieuwe vriend had, een ander nieuw jongetje opschool. Die 2 hebben mekaar gevonden en zijn op korte tijd hele goeie maatjes geworden. Hij heeft ook een juf zoals ze allemaal zouden moeten zijn, die meteen een beetje een apart programma voor hem opmaakte om het toch allemaal boeiend te houden, ook voor die dingen, bv. lezen, waar hij al wat verder staat. Hij komt bijna elke dag lachend thuis met de melding dat het super was, vindt het allemaal gemakkelijk en maakt met een redelijk plezier zijn huiswerk. Verder vindt hij het vooral leuk dat hij op deze school wel mag lopen en rennen, in de zandbak mag spelen, en kan frutselen mat allerlei takjes, nootjes, blaadjes en insectjes die hij tussen de struiken vindt. Een keer had hij een sprinkhaan in zijn brooddoos gevangen, maar die wilde hij toch niet aan de juf tonen...

Rosemarie was op 1 september ook meteen vertrokken. Na 10 minuten op de speelplaats kwam ze me een zoen geven met de melding "mama, ik heb al veel nieuwe vriendinnen, daag !" Ook zij heeft een geweldige juf, een hele vrolijke, leuke juf. Maar na een paar dagen begon het bij Rosemarie toch te dagen dat ze wel degelijk in het derde leerjaar terecht is gekomen en dat ze nog het een en ander bij te benen heeft. Vooral dan voor rekenen, de tafels van vermenigvuldiging en hoofdrekenen tot honderd alsof het niets is, dat heeft ze dus gemist. We oefenen thuis extra bij en het lukt aardig, maar wat het moeilijkste is, is dat het voor Rosemarie totaal nieuw is om iets van school niet meteen heel goed te kunnen, en het omgaan daarmee is voor haar nog moeilijker dan de tafels en sommen zelf. Geduld - van onzentwege dan - is dan ook de boodschap. Met haar vriendinnen gaat het wat op en af; ze vindt het allemaal wel leuk, maar ze moet toch nog haar eigen plekje vinden tussen alle andere meisjes in de klas. Maar ik ben beretrots op haar, haar lezen (zonder dat ze ooit heeft leren lezen in het nederlands)is zo goed dat het lijkt of ze nooit is weggeweest, in dictee haalt ze altijd maximale score en ze is zichzelf nu schoonschrift aan 't aanleren. Goed he.

Jurgen dan, die moest na 2 dagen al meteen terug aan 't werk, maar kon de eerste weken nog redelijk rustig inwerken in zijn nieuwe job. Nu begint er ferm schot in te komen en het lijkt wel goed te gaan. Thuis rolt hij natuurlijk van de ene research-opdracht in de andere, eerst een auto zoeken ('t is een oude alfa geworden), dan berekeningen maken voor zonnepanelen op het dak, en nu de skivakantie. Want ja, plannen voor tripjes en vakanties die blijven we maken hoor.

En ik, ja, ik probeer alles zo goed mogelijk in orde en georganiseerd te krijgen voor ik maandag weer aan de slag ga. 101 klusjes en taakjes heb ik ondertussen gedaan, een kuisvrouw geregeld, de voorraadkast volgeladen, de administratie in orde gebracht, oktober en november volgepland enz. kHeb enorm veel zin om terug te beginnen werken, kga een keileuke (denk ik toch) job doen, maar heb ook wel een klein hartje voor hoe het allemaal gaat lopen, en of het met mijn kindjes in de nabewaking wel goed gaat komen, enz.

Ondertussen krijgen we waar we ook komen natuurlijk ook de vraag of we het hier wel goed vinden, of we niet liever in Australie waren gebleven. Awel, ik ben blij om terug te zijn, het voelt aan als thuis. Ik vind het erg leuk om alles door en door te kennen, zo makkelijk om te weten waar je voor wat terecht kunt. Het is een gevoel van "belonging" en dat was hetgeen ik in Australie het meeste miste.
De kinderen - en wij ook natuurlijk, maar zij doen dat nog iets uitbundiger - genieten verschrikkelijk veel van het fysiek dichtbijhebben van hun grootouders en familie. Het is aandoenlijk en hartverwarmend om zien, ik word daar zo blij van.
Het weer is niet echt schitterend te noemen, de zon en de blauwe lucht verschijnen maar met mondjesmaat. De files zijn blijkbaar echt niet te harden, maar wij staan er gelukkig niet in.
De mensen zijn een pak gereseveerder en minder joviaal dan in Australie, maar ik vind ze niet onvriendelijk, integendeel. Ook hier werkt vriendelijkheid aanstekelijk en wordt er veel getetterd.
Naar de supermarkt gaan is hier een pak stresserender dan in Oz want je moet je zakken zelf inladen en ik vergeet altijd mijn fruit en groenten te wegen (en moet dan als ik al aan de kassa sta terug, onder de niet zo apprecierende blik van de wachtenden achter mij). Maar ik heb al de geneugten van het on-line supermarkten ontdekt, ook niet slecht. Een dikke troost zijn de lekkernijen die je hier vindt.

Het cultuuraanbod is ook een grote plus, theater, concerten, vanalles en nog wat en - in vergelijking met Australie - spotgoedkoop.Van Bart Peeters en Circus Ronaldo hebben we al genoten. Binnen 2 weken trekken Jurgen en ik naar Parijs en voor de volgende weken liggen nog verschillende tickets klaar.

Het grote gemis is de natuur, de ongerepte landschappen, de gumtrees, de beestjes en de vogeltjes. Daar kunnen we hier eerlijk gezegd weinig tegen in brengen. Wat merels, eksters, bosduiven en pimpelmezen in de tuin, wat fruit en noten aan de bomen, en pieren en sprinkhanen in het gras. De poes (of 2) die we een van de volgende weken in huis gaan halen, verzacht hopelijk het gemis. Dit weekend trekken we er ook op uit, naar de Ardennen, op zoek naar de herten en misschien wel everzwijntjes. Het weer gaat van het nazomer-type zijn, dat komt dus helemaal goed !

Tja, we zijn dus bezig geweest de afgelopen weken, zo bezig zelfs dat Australie met momenten al verschrikkelijk lang geleden lijkt. Tot ik dan met mijn ogen knipper en rond me heen al die geweldige frutsels en foto's zie die we van ginder meebrachten. Het lijkt hier wel een Australie museumpje, en iedereen die hier over de drempel stapt wordt door de kinderen vakkundig rondggeleid langs banksianoten, zeepaardjes, schelpen, kerstboom, gumnuts, foto's enz. En dan hoor ik hun enthousiaste stemmetjes en dan kan ik me enkel de bedenking maken dat wij verschrikkelijke gelukzakken zijn geweest.

En nu ga ik op het internet zoeken naar een poes met een lange snuit, en daarmee is dit blogverhaal uit ! Ik ben blij dat ik het volgehouden heb met deze blog, 659 berichtjes, soms weliswaar met het nodige gezucht van mijnentwege. Het was leuk jullie als lezers te hebben, een hartelijke dankjewel daarvoor. Tot ziens, tot hoors, tot mails.


Als uitsmijter nog een een paar fotootjes, een collage van de laatste week in Sydney, al hebben we daar meestal gewoonweg geen foto's getrokken. Let wel op het grote genot van een tv met afstandsbediening en een ligbad. En een paar foto's van de eerste dagen hier en Rosemarie's verjaardag.



donderdag 18 augustus 2011

Dag 120 & 121 : The End

De cirkel is bijna rond, nog slechts een goeie 1000km en we staan terug aan het beginpunt van onze tocht. Het dringt niet echt helemaal door, dit zijn onze laatste kilometers op onze trip, onze laatste dagen in dit prachtige land. Waarschijnlijk is het maar goed ook dat we het niet helemaal door hebben....

Vanochtend in de tent maken we er toch maar een hele lange knuffelsessie met zijn vieren van en nemen dan rustig de tijd om op te staan en in te pakken. We rijden vandaag terug New South Wales in voelen de winter daar al hangen. Waarschijnlijk gaan we in een motelletje slapen om de tent droog te houden en onszelf warm. We moeten hier dus afscheid nemen van onze trouwste vriend op al onze kampeerexploten : Bij al onze mooiste herinneringen hier in dit land was hij altijd dicht in de buurt. Dankzij hem konden we op de mooiste en meest verlaten plekjes slapen. Dankzij hem konden we meer dan genoeg spullen meenemen om in een redelijk comfort rond te trekken. Hij was en is top, onze campertrailer !
Vanuit Noosa komen we in de drukte van Brisbane terecht en nog wat verder in de kou en nattigheid van New South Wales. Echt, niet te doen, we rijden Queensland uit en het begint te regenen. Op de thermometer zien we de temperatuur pijlsnel dalen. We checken even het weerbericht, het gaat "begot" vriezen ! Nog veel sneller checken we in in een motelleke. Het is berekoud, al komt dat ook omdat de we nog in t-shirt, short en op sleffers rondlopen, en we slapen allemaal bovenop een gezellig warm elektrisch deken.
Op de allerlaatste dag van onze trip gaan we rijden, rijden, rijden. Van Armidale via de prachtige Thunderboltsway. We zijn hier al een paar keer langsgereden, en dit is ongetwijfeld een van mijn favoriete wegen in Australie. Zo'n oer-Australisch landschap met glooiende heuvels vol gumtrees. Een mooie manier om deze trip af te sluiten.
De stopjes worden tot een absoluut minimum herleid, op de achterbank zit er een meisje op hete kolen. Vandaag verjaart Emelie en met een beetje geluk halen we Beecroft voor het einde van school en kan Rosemarie Emelie gaan verrassen.
We hebben nog 10 minuten over, het is een geweldig weerzien, de meisjes laten mekaar daarna niet meer los. We hebben met zijn allen een gezellige avond bij Astrid en Volker en trekken pas laat in de avond naar ons appartement in de stad.
Dit gaat nog een intense, emotionele week worden..., pffff....

Dag 118, 119 : Eumundi Rocks !!


We hebben een "date" vanavond, in Noosa, dus het is weer inpakken en wegwezen. Maar niet voor we op de camping nog eerst aan een soort Spaanse inquisitie worden onderworpen door de ons omringende grey nomads. Wat die allemaal willen weten... Paul Jambers en consoorten kunnen hier nog heel wat komen opsteken. Top of the bill vond ik toch wel de prangende vraag van onze buurvrouw... "Of wij - wanneer we terug in Belgie zijn en terug aan het werk - onze haardossen ook zo kort gingen houden ?" Hahahahaha, kan je je voorstellen ? "Ja, kort en grijs," meldde ik, en daar werd ze toch even stil van ;-).
Anyway, we geraakten weg en trokken richting Bundaberg, weeral door de suikerrietvelden. Net buiten Bundaberg reden we voorbij een grote aardbeiplantage en tot onze grote pret stond er een bordje "Pick your own". Zoiets kunnen we niet aan ons laten voorbij gaan en we trokken het veld in. Joekels van aardbeien hingen daar vuurrood te pronken. Nu zijn die aardbeien in appelformaat meestal niet de lekkerste, maar deze zongerijpte kanjers waren heerlijk. Eentje in de doos, eentje in de mond... zo ging het. Lekker voldaan en met 2 kilo aardbeien reden we uiteindelijk weer weg.
In de late namiddag kwamen we aan in Noosa waar het best wel druk was.
Snel iets eten en dan richting "de villa" voor onze "date" met Astrid, Tiffany en Sabine ! Hoe leuk is dat ... ! Het was een heerlijk weerzien en we babbelden honderduit over de voorbije maanden.... We ontdekken opnieuw hoe geweldig comfortabel een zetel en een afwasmachine is. Het komt wel goed met ons, terug in een huis ;-)

Sabine, Astrid en Tiffany zijn natuurlijk niet zomaar naar Noosa gevlogen. Op 20 kilometer van Noosa ligt Eumundi en dat is natuurlijk wereldberoemd voor zijn geweldig leuke markt. Je kan niet in een ruime straal (denk enkele honderden kilometers) rond Noosa of Brisbane zijn, zonder erheen te gaan. Zoveel kraampjes met zoveel originele, mooie, lekkere dingen. Laat daar 4 vrouwen en een meisje op los, en de gevolgen - en het aantal zakjes op het einde van de markt - zijn niet te overzien. Zelfs Jurgen en Jan-Willem vinden het een leuk plekje, al was het maar voor de lekkernijen die ze er kunnen proeven.
Onze auto is de laatste die nog op de parking staat en na al dat winkel en snuisterplezier, hebben we nog net 3 minuten in de supermarkt - de rolluiken gaan vlak achter ons dicht - om het een ander bij elkaar te grissen voor het avondeten. Zo zou het altijd moeten zijn !
Dames, heren, lezers, Eumundi rocks, en nog veel meer in leuk gezelschap !
(PS : we hadden het veel te druk en onze armen veel te vol om nog foto's te kunnen trekken op de markt)

woensdag 10 augustus 2011

Dag 115,116 en 117 : Naar en in de Town of 1770

We worden een beetje rusteloos dezer dagen, ik slaap maar half zo goed meer. Tussen nu en het einde van onze trip zitten nog maar een handvol dagen en binnen minder dan 2 weken verlaten we dit wondermooie land. Wat gaat het plots rap. Maar, niet getreurd, we kijken uit naar vanalles en iedereen in Belgie. Een hele hoop praktisch gedoe voor de verhuis regelen we waar we kunnen vanuit de auto, wanneer er internetverbinding is tenminste. Het lijkt allemaal tiptop op zijn pootjes te komen en met een beetje chance krijgt Rosemarie voor haar 8ste verjaardag haar eigen bed in haar eigen kamer !
Anyway, we zijn natuurlijk nog altijd onderweg en na de de gorge en het binnenland riijden we terug naar de kust. Een stukje onder Gladstone ligt the Town of 1770. Alleen al voor de naam zou ik er naar toe gereden zijn ! Maar het is natuurlijk ook het stadje waar Captain Cook in 1770 aan land ging en zag dat het goed was. Er zou een leuke camping aan het strand zijn, en dat lijkt wel wat om een paar laatste dagen door te brengen.

Onderweg kom je natuurlijk altijd wat interessants tegen. In Biloela bij de lunch.
We gaan dus rijden en komen laat in de namiddag aan. We zijn duidelijk niet de enigen die het wel een idyllisch plekje vinden. De camping aan het strand staat vol, we moeten voor een nachtje uitwijken naar een ander plekje.
De volgende dag verhuizen we al snel. Met het oog op de verkoop van kar en auto willen we er wat aan werken, alles uitladen, proper maken, trailer nog een laagje verf geven, enz. We zijn er een hele tijd zoet mee, maar voor een zakkende zon en een hapje en een drankje stoppen we natuurlijk. De kinderen pappen ondertussen aan met zowat iedereen op de camping, hun favoriete stek is de "fish cleaning" tafel. Daar horen ze straffe verhalen van de vissers en zien vissen in alle maten en kleuren passeren. Dit is trouwens weer zo'n typische grey nomad camping, en het "koefel-slefslef-klapkedoen-gehalte" is heel hoog. Wij doen daar ondertussen rustig aan mee ;-)

Maar na het werk van gisteren, vandaag toch eens tijd voor een uitstapje, we rijden naar de baai waar Captain Cook aan land kwam. je kan hem geen ongelijk geven. Dit is een mooi plekje. We blijven een tijdje staan kijken naar de ganets (Jan van Genten) die als raketten op speed de zee induiken op zoek naar een hapje. En dan om het af te leren, rijden we Deepwater National Park in, langs een zandpad een beetje crossen, tussen de palmbomen en eucalyptusbomen, naar een paar verlaten stranden. We beseffen ten volle dat er niet veel plekjes zijn op de wereld waar dit zomaar kan, we beseffen al helemaal dat het voor ons de laatste keer is dat we met onze eigen auto op zo'n pad rondcrossen. We worden er wat stil van...eventjes dan toch.

Dag 114 : Carnarvon Gorge



Waarschijnlijk voor het laatst hier in Australie gaan we eens een goeie bushwandeling doen, naar de Art Gallery in de Carnarvon Gorge en hier en daar een zijwegje naar ander moois. In de gorge genieten we van de mooie gumtrees en de palmbomen, de geur van de gele wattle (mimosa)-bloemen zweeft door de lucht. De art gallery is een enorme rotswand met een wirwar aan aboriginal stencil-kunst. De tekeningen zijn er op de rotswand gezet door ochre over een voorwerp heen te blazen. Veel handen, veel boemerangs en andere voorwerpen. Sommige van de tekeningen zijn al duizenden jaren oud.
Op de terugweg slaan we een paar keer een zijpad in, in kleine zijgorges, waar het meteen een heel pak kouder en vochtiger is. Er groeit veel mos en varenbomen, het is er heerlijk rustig. Een ander zijpad leidt naar het Amphitheater, waar wind,water en veel tijd een enorme 60 meter hoge koker hebben uitgehouwen in de rotsen. Een waaaw-moment !
Op de terugweg is het duidelijk “echidna-uur” geworden. We spotten enkele van deze stekelbeestjes, maar zien vooral hun achterkant. Uit schrik hebben ze hun voorkan diep weggestoken in een snel gegraven holletje en ze proberen er erg schrikbarend uit te zien door al hun stekels op te zetten.
Het krioelt hier ook van de kangoeroetjes en wallabietjes. Jurgen leeft zich nog eens uit met het fototoestel

Dag 113 : rijden naar Carnarvon Gorge

Beetje saai dagje vandaag, 550km naar Carnarvon Gorge. Weg uit het saaie suikerrietlandschap, nu rijden we door een groot steenkoolmijn-gebied (volgens onze buurman op de camping vind je in deze streek de hoogstkwalitatieve steenkool ter wereld). Zo goed als geen dorpen en stadjes hier. Wel af en toe heelder nederzettingen van cabines en woon-units voor alle mijnwerkers. Gezellig (not!)
Na de middag komen we aan bij Carnarvon Gorge. Morgen gaan we hier een goeie wandeling doen. Nu regent het wat en is het fris. Voor we in onze slaapzakken kruipen, halen we weer onze mutsen boven !

Dag 112 : Eungella

Na ons heerlijk reisje op de Whitsunday Islands was het langzaam terug op gang komen in ons tentje. Daardoor hebben we het bij het dichtplooien van de tent net niet droog gehouden, we kregen een ferme regenbui op ons dak.... Voor we wegreden uit Airlie Beach, nog even de ramptoerist spelen : op het busje terug van de Solway Lass vertelde de chauffeur dat het andere tall ship van de Whitsundays, de “Whitsunday Majestic”, op de bodem van de marina lag... Er was aan het schip gewerkt, maar blijkbaar niet goed, want de vorige nacht was het lek geslagen en gezonken. Je zal er maar een tripje op geboekt hebben.

Nadien de noodzakelijke inkopen – altijd een dikke hit bij de kinderen ;-) en dan verder naar Eungella National Park. Volgens de boekjes is dat zowat de beste plek ter wereld om platypussen te zien. Hmmm, alle geluk dat de rit ernaar toe mooi is. We zagen vooral veel schildpadden, maar de platypussen zelf hadden er niet veel zin in. Die bleven op een veilige afstand in een zijkreekje spelen. Wij zijn wat platypussen betreft natuurlijk ferm verwend geweest in Tarzali, maar toch... Dan maar terug de berg af en verder naar het zuiden.

Op aanraden van de kapster in Airlie Beach hebben we beslist nog naar Carnarvon Gorge te rijden. Da’s een eind en als we nog wat rijden is het morgen minder ver. Uiteindelijk belanden we op het grasveld achter The Retreat Hotel, een roadhouse, ergens langs de highway en we krijgen er een gratis blues festival bij !

Na honderden kilometers langs suikerriet te hebben gereden, willen we toch eens proeven hoe dat smaakt. Niet goed dus ;-)

zaterdag 6 augustus 2011

Dag 108, 109, 110, 111 : Leven als piraten rond de Whitsunday Islands


Prachtig Whitehaven Beach

Met veel goesting stapten we dinsdag aan boord van de Solway Lass, “onze” boot voor de volgende 3 dagen. De boot zag er nog altijd even “piratig” uit als 9 jaar geleden op onze huwelijksreis, veel zeilen, veel touwen, de piratenvlag hing nog steeds te wapperen hoog in de mast. De mede-reizigers zagen er een leuke bende uit en de kinderen waren ongelofelijk in hun nopjes. Ik ook, maar ook een beetje met een klein hartje. Voor de volgende dagen was immers behoorlijk wat wind voorspeld. Dat betekent golven, dat betekent een boot die op en neer gaat. Dat ik geen zeebenen heb, is een understatement van formaat, helemaal gerust was ik er dus niet in. Gelukkig bestaan er pillen en hebben we die eerste avond bij het uitvaren wel een stuk of 6 vallende sterren gezien. En ik kan nu al vertellen dat mijn wensen uitgekomen zijn !
De eerste avond gingen we nog een behoorlijk stukje varen, van Airlie Beach naar een rustige inham in Hook Island. De kids kropen al snel in hun kleine bedjes in ons kleine hutje, wij babbelden aan dek met de rest van de groep. Het water in de inham was zo vlak als een spiegel, wat een verschil met de open zee ! Het zorgde meteen voor een rustige nacht.

De volgende dag gingen we snel een kijkje nemen aan dek, we waren ’s nachts in het donker aangekomen en de Whitsunday Islands waren zo nog “geheim” gebleven voor ons. We zagen meteen al wat dolfijnen in de verte, even later schildpadden en bij het uitvaren op zee sprongen zowaar de walvissen op. Zo mooi.
Een woelig tochtje bracht ons naar Whitsunday Island. Vandaar wandelden we naar het uithangbord van heel deze regio, Whitehaven Beach, een strand waarvan het zand zowat alleen uit silica bestaat en daardoor witter dan witter is. Eb en vloed maken er nog een mooier schouwspel van, want de azuurblauwe zee maakt dan elke keer weer een ander kanaal door het strand. We brengen er een paar uurtjes door en gaan dan weer aan boord.
Er staat nog steeds genoeg wind, tijd om de zeilen te heisen. De bemanning kruipt hoog de masten in, de zeilen gaan bol staan...Waauw ! Nu wordt de Solway Lass echt de piratenboot. Vooral wanneer de skipper de motor afzet. Genieten van de zee, de wind en het uitzicht.
Een eind verder vinden we een beschutte baai en ankerplaats voor de nacht. De kinderen voelen zich ondertussen helemaal op hun gemak op de boot, hebben al aangepapt met iedereen op de boot, en zitten honderduit te tetteren tegen iedereen die wil luisteren. Jan-Willem onderwijst iedereen over de koraalvissen en zijn verlegen karaktertje lijkt wel overboord te zijn gevlogen. Ze hebben ondertussen ook het slingertouw ontdekt en dat steekt hun ogen uit. Eens we aangekomen zijn in de baai, is er geen houden meer aan. Ik ben er niet helemaal gerust in, maar ze beloven me plechtig het touw op tijd los te zullen laten. En daar gaan ze, als volleerde apen, slingeren ze weg van de boot en laten zich onder luid applaus in zee vallen. Chique hoor, ik durf dat dus niet he.

De 2de dag brengen we op en in het water door. In het water rond de eilandjes groeit veel koraal en zitten dus mooie visjes. Daar willen wij wel snorkelen. Maar het is natuurlijk wel winter en het water is koud....brrrr. Wat een verschil met het Ningaloo Reef van enkele weken geleden. Heel erg lang houden we het dan ook niet vol en we klappertanden nog een hele tijd na. Na de middag zijn we slimmer en doen we 2 wetsuits over elkaar aan. Nu zwemmen we tussen heel veel vissen en de bemanning doet er nog een schepje bovenop door visseneten in het water te gooien. Er is dan meer vis dan water. In de baai woont ook een grote Napoleon Maori Wrasse, oftewel een enorme vis met een grote bult op zijn kop. Die komt uiteraard ook het eten af, wat een cool zicht, Jan-Willem kan er wel 2 keer in en wanneer die een keertje erg dichtbij hapt, schrikken we wel even.....Mmm, toch maar wat afstand houden.
Terug aan boord is het weer een en al gezelligheid, de bemanning doet echt zo zijn best. We worden verwend met allerlei lekkers, muziek, spelletjes en verhalen over de boot. De Solway Lass is al meer dan 100 jaar oud en heeft letterlijk al heel wat watertjes doorzwommen, in de 2 wereldoorlogen, als ijsbreker, als transportschip en is al minstens 1 keer gezonken en weer bovengehaald. Nu vaart ze al meer dan 12 jaar rond als mooiste schip tussen de Whitsunday Islands. Zeker wanneer de zeilen gespannen worden, is het een “eyecatcher” en wordt door alle voorbijvarende boten uitgebreid gefotografeerd. Alleen spijtig dat wij zo’n foto’s niet kunnen trekken he...
De laatste dag gaan we nog wat wandelen naar een grot(je) met aboriginal tekeningen en “snacken” we op groene mieren (echt letterlijk !). Dan worden zoveel mogelijk zeilen gehesen – iedereen moet trouwens mee-heisen – en met bolle zeilen en genietende gezichten maken we terug de oversteek naar Airlie Beach. Onderweg liggen Jurgen en de kinderen nog wat in het net dat voor de boeg van de boot is gespannen. Dit is zo leuk !

De 3 dagen en nachten op de Solway Lass zijn voorbijgevlogen, het was weer genieten met een grote G. Dit tripje in onze trip gaan we weer niet meer vergeten. Misschien moeten we binnen een jaar of 10 nog maar eens terugkomen...

maandag 1 augustus 2011

Dag 107 : door suikerrietland naar Airlie Beach

We rijden maar ineens door naar het Whitsunday gebied. Het stukje autostrade tussen Townsville en Airlie Beach is eerlijk gezegd ook behoorlijk saai. Overal suikerrietplantages. Die zijn niet mooi, ronduit lelijk is juister, en het stinkt met momenten ook ferm. Vooral daar waar het riet pas is afgedaan en de pulp in de wagonnetjes wordt geladen.
We rijden door Bowen. Daar werd in 20007 de film Australia opgenomen en als je naar het strand gaat, begrijp je waarom Baz Luhrman en zijn vrienden Bowen wel een goeie plek vonden. Kleine baaitjes en stranden met zicht op de Whitsundays. We spelen en relaxen een tijd op een mooi klein strandje en zien een eerste glimp van de beroemde eilanden. Dat ziet er goed uit ! Nu is er natuurlijk helemaal geen houden meer aan, en we moeten absoluut naar Airlie Beach. We regelen een kampeerplekje en bewaarplekje voor onze tent en auto voor de volgende dagen en gaan nu gewoon zitten wachten tot morgenavond ;-) Want dan mogen we eindelijk op "onze" boot !

Dag 106 : Etty Bay – verder zuidwaarts


De camping-cassowaries kennen het ontbijt-uur en ze hebben duidelijk ook al lang geen bananen meer gehad.., We moeten ons lekkers met man en macht - in de vorm van Jurgen met het vingertje ;-) - verdedigen of de slokoppen waren ermee weg. Pas nadat alles op en weer opgeborgen was, dropen de vogels af.

Ons tempo ligt dezer dagen een stuk lager dan de voorbije weken en dat doet wel eens deugd. De spanning stijgt anderzijds wel, nog maar 2 nachten slapen en we gaan zeilen aan de Whitsundays en daar kijken we erg naar uit. Airlie Beach is nog wel een paar honderd kilometer naar het zuiden. Er moet dus op 't gemakje een beetje verder gereden worden. Nog voor we goed en wel weg zijn stoppen we alweer bij een tropische wijnboer. Van allerlei tropisch fruit en bush-fruit maakt die wijn en porto. Klinkt interessant, we proeven wat en er zitten lekkere drankjes bij. Om in Belgie verder te proeven, maar niet alleen dan ;-)
Vandaag rijden we door Yasi-gebied. Op het eerste gezicht lijkt de overgebleven schade nog wel mee te vallen. De wegen zijn vrij, er hangen terug bladeren aan de bananenbomen en de meeste huizen hebben terug een dak en muren. Maar de meeste bomen hebben ofwel toppen meer, ofwel geen bladeren. En in dichte begroeiing lijkt het wel of er een gigantisch mikado-spel aan de gang is. Bomen, takken, vanalles en nog wat ligt kris kras door en bovenop elkaar. Hier is duidelijk met man en macht en verschrikkelijk veel machines verschrikkelijk hard gewerkt....
We rijden langs het Hinchinbrook eiland waar Jurgen en ik 9 jaar geleden een trektocht deden. Nu is het eiland net terug open voor trekkers, maar da’s nog geen spek voor de bek van onze kids.
De Wallaman Falls liggen nog wat meer naar het zuiden en zijn met hun 264 meter de allerhoogste van Australie. Impressionant gebeuren, de omweg meer dan waard.

De weg gaat verder langs Townsville terwijl we naar ons laatste luister-cdtje luisteren...Gelukkig houden ze op de achterbank nog steeds van herhaling, we halen Sydney dus wel.
We vinden een kampeerplekje aan het Alligator Creek. Om onze trailer met tent daar op te zetten, is het millimeter-werk. ’t Is echt juist gepast, en dit zijn dan zogezegd “trailer”-plekjes. De ranger komt ook eens kijken. Volgens hem zijn we de allereersten die er effectief in slagen onze trailer en tent in zo’n plekje op te zetten. Hmmm, wij vinden dat dat misschien toch meer zegt over de vindingrijkheid van de gemiddelde kampeerder dan over ons.

Dag 105 : Cairns & Etty Bay


Gisteren zagen we in Cairns het Lagoon zwembad liggen lonken. De kids willen er graag naar toe, dus dat doen we dan maar he... We worden nog wat afgeleid door de zaterdagmarkt in het park, en misschien ook door de wolken die er hangen en het openluchtzwembad er toch een pak minder uitnodigend doen uitzien. We blijven dus nog wat langer in Cairns wandelen en hangen, vooral rond de groenten- en fruitkraampjes van Rusty’s markt. Daar proeven we van al het lekkers, en met hun schattige gezichtjes en stralende oogjes bij het zien van zoveel bananen, krijgen de kinderen er al snel een paar toegestopt. Ze zijn heerlijk zoet en we kopen meteen een paar kilo’s, en nog wat ander lekkers.
Dan naar het zwembad, maar zelfs met al die verse bananenvitaminen in hun lijfjes blijkt het water veels te koud. We kunnen ze geen ongelijk geven... brrrrr.
We gaan nog wat rijden, naar Etty Bay, even onder Innisfail. Op de weg erheen zien we datgene lopen waar we al een paar dagen naar uitkijken : cassowaries ! Ze lopen gewoon door iemands tuin, even verder, steekt er eentje voor ons de weg over. Etty Bay zelf is een mooie kleine baai, die er ferm van langs heeft gekregen tijdens de cycloon. We krijgen nog een plekje op de campground en krijgen er meteen gezelschap van een paar andere cassowaries. Vooral bij het avondeten komen die verdacht dicht rond de tenten en caravans hangen. We zien een paar dommeriken die een fritje willen geven aan deze grote vogels en dan gillend op de vlucht moeten gaan omdat de cassowary begint te pikken... Weer een in de categorie “hoe dom kan je zijn ?”
Vanavond vieren ze op de camping “Christmas in July”. Omdat de Aussies wel een beetje jaloers zijn op de rest van de wereld en ook wel eens Kerstmis in de winter willen vieren – denk, sneeuwtaferelen, openhaard-vuur, warme wijn, .... – zijn zo’n Kerst in juli-feestjes veelvoorkomende fenomenen. Hier in Noord Queensland is het nog steeds een aangename 25 graden, al zal ik eerlijk toegeven dat we dat soms fris vinden en dan snel een fleece-trui aantrekken, dus aan ons zijn die feestjes niet echt besteed. Wij hebben beter in het vooruitzicht...

Dag 104 : Cairns


We hebben de laatste dagen opvallend weinig foto's getrokken, beetje afkicken. Maar op de camping in Cairns zitten ook mooie vogeltjes

De golven en de wind beukten vannacht ferm tegen de tent en mijn nachtrust. Maar ik was de enige in de familie die er last van had.... Hoe doen ze het ?
Anyway, de kids spelen nog wat in de golven met hun boogieboards, maar dan moeten we ons palmbomenstrand verlaten. De auto moet nog eens in onderhoud en daarvoor moeten we in Cairns zijn.
Voor ons lijkt het wel of Cairns vertienvoudigd is in omvang. In onze memorie van 9 jaar geleden was Cairns niet veel meer dan een straat langs het water en daarachter nog wat gedoe. Nu is het precies een aaneenschakeling van “Boomsesteenwegen”. Niet echt mooi dus. Maar je vindt er zo natuurlijk wel al wat je nodig hebt. De jongens brengen de auto weg, de meisjes kunnen ondertussen wat winkelen – amai, da’s ook weeral een eeuwigheid geleden...
De auto is tiptop in orde en we lummelen nog wat rond bij de winkeltjes. De nabijheid van een bakkertje met vanilla slices heeft ook de jongens plotsklaps geinteresseerd gemaakt ;-)
Dan trekken we naar het visitor centre. We willen nog wat info over de streek ten zuiden van Cairns. Daar trok in januari cycloon Yasi door en de opkuis is nog steeds bezig.
We vragen er ook naar een info-avond over het Great Barrier Reef. 9 jaar geleden gingen we daarheen en vonden het bijzonder boeiend. En ja hoor, Reef Teach bestaat nog ! We gaan snel de tent opzetten, eten rap iets en trekken er heen.
Het was opnieuw bijzonder boeiend, weer het een en ander bijgeleerd over de koralen en de vissen. Met momenten ook hilarisch – vraag ons maar eens naar het leven van de zeekomkommer ;-)) En om een lang verhaal kort te maken, de man die de uitleg gaf, had maar half zijn werk te doen. De rest van de uitleg en antwoorden werd door onze kids gegeven...

donderdag 28 juli 2011

Dag 103 : Palmbomenstrand


Er hoeft niet veel uitleg bij de foto's van vandaag... We genoten van ons palmenstrand. In zo'n palmboom klimmen blijkt moeilijker dan gedacht, maar levert wel mooie plaatjes op.
We reden ook nog even naar Palm Cove voor een wandelingetje en een lunchke. Veel resorts en hotels daar, maar "ons" Ellis Beach vinden we toch mooier.

"couleur locale" in Palm Cove - alhoewel, hij lijkt me niet echt het "resort-type" ;-)

Bij het vallen van de avond surfen de kids in de grote golven. Ze worden met momenten helemaal opgeslokt door de golven, maar dat kan hen niet deren. Stoer hoor, vind ik.

woensdag 27 juli 2011

Dag 102 : Coopers Creek


We waren al ferm onder de indruk van het regenwoud, de bomen, de slingerplanten, de vogels en de bloemen. Maar na de wandeling van vandaag zijn we helemaal reuzegrote fans geworden. We trokken met ons vieren en een gids een paar uur dwars door de wildernis in Coopers Creek. Dat stukje van het Daintree Regenwoud is het oudste stukje van het regenwoud, 135 miljoen jaar oud is het. Er groeien daar soorten van bloemen en planten die nergens anders op de wereld voorkomen, en jaarlijks worden nog nieuwe species ontdekt. Veel soorten waren er al toen de dinosaurussen hier nog rondwandelden. Het vernuft dat planten en dieren doorheen al die jaren ontwikkeld hebben is zo indrukwekkend. Zo'n uitgekiende en gespecialiseerde overlevingsstrategieen vind je nergens. Onze gids vertelt honderduit over hoe planten en dieren samenwerken, hoe het regenwoud van boven tot onder aan elkaar vasthangt, zich zo beschermd tegen cyclonen en maximaal gebruik maakt van overstromingen. Het woud lijkt een chaotisch allegaartje, maar alle planten, bomen en lianen staan en hangen op de meest strategisch uitgekozen plek. Niets is wat het lijkt. Kijk bv maar eens goed naar het blad met de "vogelkak". Het zwart-witte hoopje ziet er uit als een vogelkakje, het ruikt ook als een vogelkakje en is alzo bijzonder aantrekkelijk voor de vliegen. Die komen er op af, om dan tot de ontdekking te komen dat het een vreselijk slimme spin is ! Zie je hem ?

Zoiets vind ik nu echt de max en we zijn een bijzonder dankbaar publiek voor onze gids. Voor al wie naar de Daintree trekt : een aanrader van formaat !

Na de wandeling verlaten we het regenwoud, terug met de ferry de Daintree rivier over en richting Mossman. We wandelen langs de gorge en in het bos, en we zijn er niet alleen.... en da's een understatement. Het is er mooi, maar niet zo mooi als in Coopers Creek.

Mossman Gorge
Na de gorge rijden we terug naar Ellis Beach. Een paar dagen geleden hadden we er geen plaats, maar mits een beetje goeie wil van andere kampeerders kunnen we er toch nog bij. En zo staan we alsnog, op het strand, onder de palmbomen (of toch bijna)... haaaa, bliss.... ;-)

Ellis Beach camping

Dag 101 : Cape Tribulation



Gisterenavond dronk ik 1 glas wijn bij mijn eten. Dat was ook al weer een paar maanden geleden, en ik zal het geweten hebben... Van het filmpje dat Jurgen opzette heb ik welgeteld 12 minuten bewust meegemaakt. Man, man, man, gaat dat ooit nog goedkomen ? Anyway, ik heb er lekker lang door geslapen.
Deze ochtend wilden we terug naar de boardwalk waar we gisteren de cassowary zagen. We hoopten hem beter te kunnen zien, maar het beest was er niet. Dan maar op naar Cape Tribulation zelf, lekker uitwaaien op het strand. Aan de Cape zelf zagen we nog een schildpad zijn kopje bovensteken. Voila, we hadden meteen weer een “major event” van de dag.
Op de terugweg raapte Jan-Willem nog 4 kokosnoten op. Hoog tijd om eens te kijken of ze nu ook nog eetbaar zijn. Het kost wat moeite, maar de beloning is dik in orde : verse, lekkere kokosnoot. Net wat we nodig hadden na de wandeling.
Dan de auto in voor een ritje, nog wat naar het noorden, over de Bloomsfield Track. Zogezegd een 4WD track, maar da’s meer om de huurauto’s tegen te houden. Aan een mooi strand met mangrove-bomen lunchen we. In een overgebleven plasje op het strand zwemmen nog wat visjes rond, wachtend op het volgende hoogtij. Met vereende krachten en zonder vislijn vangen Jurgen en de kinderen een visje – en gooien het weer terug natuurlijk.
We rijden verder tot aan Shipton’s Flat, waar volgens het boekje boomkangoeroes zitten. Maar deze dieren hebben blijkbaar beslist zich voor ons echt verborgen te houden. Spijtig, maar langs de andere kant, zo hebben we nog een reden meer om nog eens terug te komen.
Aan de camping gaan we nog wat aan het touw slingeren, prutsen met kokosnoten en prutsen aan de blog, iedereen zijn bezigheid...

Dag 100 !


winterochtend in de tropen

Jawadde, 100 dagen onderweg ! Dat moet gevierd worden. We beginnen al vroeg aan deze heuglijke dag, met wat we het liefst van al doen : beestjes kijken. Voor dag en dauw stappen we op een klein bootje voor een tochtje op de Daintree Rivier. Er hangt nog mist over het water, hier en daar probeert de zon erdoor te piepen. Het is een prachtig zicht. Denk daar de vroege-ochtend-kreten van een paar paradijselijk vogels bij... je bent in de tropen.

De wintertemperaturen houden de meeste vogels wel wat langer in hun nest, ons geduld wordt wat op de proef gesteld, maar uiteindelijk zien we toch weer een heleboel fladderend moois. We moeten oppassen dat we niet in van die geobsedeerde vogelkenners worden, maar het is moeilijk om niet helemaal enthousiast te worden als je die mooie kingfisher-tjes ziet en die kleurige duiven. We komen ook nog een paar slangen tegen, uiteraard ook krokodillen. De gids zat wat in met de mist en maakt er een extra lange tocht van. Pas 3-uur later gaan we terug aan land.

lekkere tropische ijsjes

Van Daintree rijden we naar Cape Tribulation. Onderweg stoppen we een paar keer voor korte wandelingen in het regenwoud. Ja, weer vogeltjes en diertjes spotten. En kijken en genieten van alles wat groeit en bloeit. We willen nu ook graag een cassowary zien (zo’n grote struisvogel-achtige zwarte vogel met een blauwe kop). Even voorbij de camping zien we hem ver weg in de bosjes, wat een impressionant beest.
We kamperen vlak aan Cape Tribulation, aan een strand met erg veel palmbomen. Niet zomaar palmbomen, er hangen zelfs kokosnoten in. En een slingertouw. De noten zelf houden we voor morgen, nu gaan we slingeren aan het touw !
En omdat we precies 100 dagen onderweg zijn, gaan we vandaag eens niet zelf kokerellen, maar laten we ons bedienen. Zo van een porseleinen bord eten, het heeft wel iets he ;-)

Dag 99 : naar de kust



De kinderen zijn verdacht vroeg wakker vanochtend… Hoewel, heel verdacht is het niet, ze willen opnieuw naar de wallabies en de hagedissen en vogels die aan de toiletblokken zitten. Hup dan maar, snel ontbijten en inpakken en dan nog een uitgebreide voeder- en knuffelsessie met de schattigaarden. Zoiets kan natuurlijk nooit lang genoeg duren, maar Jurgen en ik hebben zin in een echte koffie. Even verder op weg naar Cairns zijn er verschillende koffieplantages, en na de oploskoffies van de afgelopen maanden smaakt zo’n versgezette koffie verschrikkelijk goed.


Daar is de zee ! Terug aan de oostkust...

Dan op naar de kust. De weg komt langs Kuranda. 8 jaar geleden waren Jurgen en ik er ook al eens, nu is het wat ons betreft een en al vergane glorie. We maken een praatje met de mensen van het vleermuizenhospitaal, maar houden het dan al snel voor bekeken.
We hadden Jan-Willem een strand met palmbomen beloofd en rijden daarom naar Palm Cove. We zijn niet de enigen en de enige camping daar staat barstensvol. In het visitor centre zijn ze ook niet erg behulpzaam. Ze hebben het daar meer voor de 5sterrer-resort toerist... We proberen nog een paar andere campings in de buurt, maar ook daar vangen we bot. De bebouwbare strook tussen zee en regenwoud is niet erg breed, en een spa-hotel brengt nu eenmaal meer op dan een kampeerplekje.
Dan maar even plannen aanpassen en meteen op naar de Daintree. Daar is gelukkig nog wel plaats en het vooruitzicht van veel vogeltjes en krokodillen doen bijna de palmbomen vergeten ;-)
Deze bandicoot kwam de ontsnapte spaghetti-slierten oppeuzelen

zaterdag 23 juli 2011

Dag 98 : nog meer beestjes


Bijna 100 dagen onderweg en we zijn het nog niet beu... We beginnen wel vaker en vaker aan Sydney en Belgie te denken. Tenminste, tot we weer eens een beestje of een vogeltje zien... Dan worden die door onze "achterbank-biologen" uitgebreid besproken, dan geidentificeerd en nog verder besproken. Deze ochtend ging het over de "Victoria Rifle bird", de "spotted catbird" en de "musky rat kangaroo". Jurgen en ik kunnen aan deze conversaties maar amper deelnemen, en na een paar flaters en ronduit domme opmerkingen in het verleden, zwijgen met meestal wijselijk ;-)
We wandelen in het regenwoud van een vulkaankrater-meer (Lake Eacham) en slenteren daarna rond op de markt van Yungaburra.
We wilden gaan kano-varen op de wetlands in Mareeba - hier zitten eens geen krokodillen, dus dat leek ons wel wat. Maar we zagen er ook bijna geen vogels zitten en de lelies waren allemaal verwelkt.
Nee, dan liever meteen naar de camping in Granite Gorge. Op, tussen en onder de rotsen daar leven de Mareeba Rock wallabies (en nergens anders). Die zijn ondertussen zo gewoon aan mensen dat ze bijna op je schoot komen zitten - tot ze plots van iets verschieten en dan keihard en keihoog wegspringen. We hadden er een relaxte namiddag in het gezelschap van de rotshoppende beestjes en rotshoppende kindjes.

Dag 97 : Thee en suiker


Wanneer ik vanmorgen uit de tent stap, kraakt het gras onder mijn voeten. Niet te geloven, ijs.... De thermometer geeft 3 graden aan. Het is ondertussen 7 uur 's morgens en een flauw zonnetje heeft de boel al lichtelijk opgewarmd. Gelukkig hebben we vannacht geen koud gehad. We trippelen door het halfbevroren gras terug naar de platypus-vijver. Die beestjes zijn ook al op, we zien er weer een paar voorbijzwemmen. Het blijft bijzonder.
Tegen dat we ontbeten en ingepakt hebben, is het weer stralend mooi weer, strakblauwe lucht, heerlijke zon en overal om ons heen heel veel groen. We vinden het best wel vreemd dat hier zo weinig toeristen zijn. Zo mooi, veel moois te zien, dichtbij Cairns... Raar.
We rijden naar de theeplantage van Nerada in Malanda. 't Is niet de enige thee-plantage hier in Australie, maar wel de enige thee-verwerkende fabriek hier in het land. We krijgen er een rondleiding. Daar wordt ons dan duidelijk waarom het hier niet stikt van de toeristen. We zijn blijkbaar grote gelukzakken : om goeie thee te kunnen produceren, hebben de planten 4 tot 7 meter regen per jaar nodig. Wij zijn hier blijkbaar op een van de uiterst schaarse compleet zonnige dagen in een jaar.
Weeral wat slimmer en met een voorraad thee gaan we verder.
We doen een paar wandelingen in stukjes regenwoud aan de Malanda Falls en de Curtain Fig tree. We moeten het wel met een zere nek bekopen. We hebben dan ook bijna de hele tijd naar boven lopen kijken, op zoek naar een boom-kangaroo. Volgens de boekjes zouden die hier zitten, maar volgens ons is het een mythe. Niet te vinden die beesten. Wel veel vogeltjes in het regenwoud, die door Rosemarie weer bij naam en toenaam worden genoemd.
Voor vannacht hebben we een cabin geboekt. Niet omdat we schrik hebben gekregen van de kou. Maar wel omdat de cabin in een stukje regenwoud staat waar zeker sugar gliders zitten. En laat dit soort vliegend eekhoorntje nu net Jan-Willem's all time favourite zijn. Nog niet zo lang geleden was hij met dekentjes en touwtjes in de weer om ook te kunnen vliegen als een sugar glider, en ging hij een briefje schrijven naar de tandenfee, om de volgende keer toch maar geen centen te geven, maar hem gewoon te veranderen in een sugar glider. Het zijn erg kleine en supervlugge beestjes, dus de kans dat je hen zomaar tegen het lijf loopt, is quasi nihil. Aan de cabins zijn een paar bomen waar de suiker - waar de sugar gliders dol op zijn - uitdruipt en door de eigenaar wordt daar nog een likje bovenop gedaan.
Stilzijn, stilzitten, stilstaan en stil stappen is voor een zes-jarig jongetje vreselijk moeilijk, maar voor een sugar glider kan alles. Heel lang hebben we niet moeten wachten. Als vanuit het niets kwamen ze er aan en gingen ondersteboven van de suiker likken. Zo immens, immens schattig. Wat goed dat we ze nu eindelijk gezien hebben !
Terug in de cabin doken we allemaal meteen in bed, genietend van een breed zacht bed, nagenietend van die kleine schattige mormeltjes.

donderdag 21 juli 2011

Dag 96 : Regenwoud, watervallen en platypussen


Vanmorgen bij het ontwaken werd ons duidelijk dat de Misty Mountains hun naam niet gestolen hebben. We zagen geen steek voor ogen. Gelukkig stak de zon nog harder en een goed uur later zagen we de wolken mist verdwijnen als sneeuw voor de zon. De tent geraakte bijna droog en wij trokken naar het regenwoud voor een goeie wandeling. We hoopten een boom-kangaroe tegen te komen, maar die beestjes verstoppen zich goed blijkbaar. De wandeling was een nauw pad door de jungle, en overal lagen bomen kris kras over het pad - met dank aan cycloon Yasi - gelukkig wel op de juiste plaats doorgezaagd zodat we toch doorkonden. Hehe, we hebben ons zuurstofpeil weer wat opgekrikt - niet dat dat een probleem is, maar je voelt gewoon hoe gezond die lucht is.
Deze regio heet niet enkel de Misty Mountains, het is ook waterval-land. Na de middag maken we een ritje langs enkele van de tientallen watervallen hier in de buurt. Mooi hoor. Maar veels te koud om in te gaan plonzen !
Naast de boomkangaroos en de verschillende soorten possums zouden er hier volgens de toeristische brochures ook redelijk wat platypussen zitten, vogelbekdieren. Die beesten zijn echter berucht om hun verlegenheid. In Bombala - in het zuiden van NSW hebben we al eens meer dan een uur op de uitkijk gezeten om dan gedurende een halve seconde zo'n beestje te zien. Onze verwachtingen waren dus niet al te hoog gespannen.
Maar we vonden een kampeerplekje bij een vijvertje, bij een viskwekerij. Toen we daar in de late namiddag gingen kijken, zwommen daar verschillende platypussen vrolijk in het rond. Nog altijd geen grote fan van mensen, maar we konden ze toch al eens goed bekijken. Het blijven rariteiten die beesten !
Gisterenavond was het fris, vanavond ronduit koud, iets na 8uur was het al onder de 10 graden. Jep, mutsen, donzen slaapzakken, fleecen broeken en truien, sjaal...Hier gaan we weer.

Dag 95 : Lava tubes in Undara



Op de grens tussen de savanne en het regenwoud van Queensland ligt een gebied met wel 164 vulkanen. Nu allemaal uitgedoofd en volgegroeid. Maar een paar honderd duizend jaar geleden moet dat hier een vurig, heet spektakel geweest zijn. Undara vulkaan was eens van de vulkanen. Niet de typische kegelvorm (die vooral stof en as en stenen spuwen), maar een veel platter soort. Niet zo impressionant lijkt, tot blijkt dat deze vulkaan erg strategisch op zo wat het hoogste puntje van de regio ligt. En toen Undara 190.000 lava begon te spuwen was er geen houden aan, 50 jaar lang bleef er non-stop lava uitstromen. De lava heeft gigantische ondergrondse tunnels geboord : de bovenste laag van de lavastroom koelde af, werd basalt. De lavastroom boorde zich daardoor alsmaar dieper en verder een tunnel in de grond. Blijkbaar zijn zo’n lava tubes een redelijk veelvoorkomend fenomeen (in Italie en Spanje hebben ze dat ook), meestal zijn de tubes echter maar heel klein en kort. In Undara stroomde de lava lang genoeg om er metershoge tunnels van de maken. In totaal zou er wel 160km tunnel geweest zijn. Het grootste deel is intussen wel ingestort, maar hier en daar kan je er toch nog in. Wij gingen een kijkje nemen en waren weer onder de indruk. Wat een bijzondere dingen vind je toch in dit land !
Nadien maakten we nog een wandeling naar een de krater van een andere vulkaan. Van aan de krater rand hadden we een mooi zicht op de omgeving en zagen inderdaad dat het hier “vulkaan-galore” was.
In de namiddag reden we nog een uurtje verder. Het landschap veranderde compleet. We zitten nu in het regenwoud. En hoog. In Ravenshoe – het hoogste dorpje van Queensland - duiken we het visitor centre binnen voor een verse lading boekjes en info. Veel nationale parken en wandelingen zijn nog niet bekomen van cycloon Yasi die hier in februari door raasde. We zijn eens benieuwd hoe het nog meer aan de kust zal zijn.
We rijden naar de Millstream Falls, de breedste van Australie, die over lavarotsen loopt. Mooi. Het regenwoud, het “lush” groen, de vogeltjes, de zachte temperaturen (24 graden)... ik vind het de max.
Kamperen doen we aan de rand van een meer in de Misty Mountains. We staan er helemaal alleen – ongelofelijk toch – maken snel een vuurtje en zetten onze mutsen op (dat was lang geleden !)

In Undara zaten we gisterenavond rond het kampvuur met een sterrenliefhebber. Die heeft Jurgen een cool programmake aan de hand gedaan (stellarium, voor de geinteresseerden, gratis te downloaden). Dus zitten de jongens vanavond met de computer en kompas op de schoot “planetarium” te spelen en nu weten ze zelfs waar ze naar kijken. De meisjes lezen boekjes en kijken foldertjes en plannen zo de volgende dagen. Het zal weer kiezen worden.

dinsdag 19 juli 2011

Dag 91, 92, 93 en 94 : rijden, rijden, rijden in een wagentje

Eer-eergisteren begonnen we aan onze grote trek oostwaarts. Een tijdje geleden beslisten we om de Daintree-regio boven Cairns en de Whitsunday Islands aan onze trip toe te voegen. We hebben hier en daar een paar dagen “ingehaald” op onze planning en mits een paar dagen ferm doorrijden moest het wel lukken. Op dag 91 zijn we dus ferm beginnen doorrijden. We verlieten Kakadu National Park, deden inkopen in Katherine en reden verder naar Mataranka. Dat is bekend voor zijn hot springs. Aan de camping zijn de hot springs echter fel bedwongen tot een zwembad-achtig iets. Even verder zijn er de Bitter Springs en die zijn mooier. Je laat je gewoon in het warme water meedrijven met de stroming, langs de pandanus-palmbomen met hier en daar een vogeltje. Een eindje verder moet je uit het water, dan wandel je terug naar het beginpunt en herhaalt het geheel zo vaka je maar wil. Wij doen dat een paar keer, tot het donker begint te worden.
De volgende ochtend zwemmen we aan de camping en zijn dan vol energie om aan de lange rit te beginnen. Oh ja, tof zo....zo’n kinderen die vol energie zitten met 600km voor de boeg ;-)
In Daly Waters slaan we linksaf, de Savannah Way op. Die loopt helemaal van Broome naar Cairns. Langs de weg valt niet echt veel te beleven, we rijden voornamelijk door – u raadt het al – savanne-landschap. Heel veel vogels, watervogels, roofvogels en voor de rest niet veel eigenlijk. De weg gaat van een eenbaans-asfalt (aan de kant voor de roadtrains !!) over naar gravel. Heel veel corrugations, veel dips, verschillende river crossings. Deze weg is eigenlijk een pak erger en geisoleerder dan de Gibb River Road. Een stuk na donker vinden we een kampeer-plekje bij de rivier. Snel tent opzetten en potje gekookt. En raar maar waar, na een hele dag stilzitten, kropen we al snel en goe moe in onze slaapzak.
Gisteren nog zo’n rijdag. Na 150km rijden we Queensland in en spelen zo meteen ook een halfuur tijd kwijt. We rijden verder langs de savannes van de Savannah Way. Weer hetzelfde, vogels (veel brolga’s), koeien, kangoeroes, veel gras en bomen. Overal langs de weg zien we gestrande, verlaten auto’s. We zijn ver van de bewoonde wereld en hier mechanische hulp krijgen is niet evident. We helpen nog een aboriginal familie die de nacht langs de weg heeft doorgebracht nadat bearings en wielas het begeven hadden. Zo is onze sateliet-telefoon toch nog eens van pas gekomen ! Voor de rest, niet veel speciaals, Rosemarie en ik lezen – nadat ik de laatste week “roddelboekskes” gesprokkeld heb, ben ik weer helemaal op de hoogte van het reilen en zeilen in “celebrity-wereld” – Jurgen rijdt, en Jan-Willem varieert tussen ons entertainen en “annoyen” (it’s a thin line...met momenten).
Na Normanton krijgen we terug asfalt en gaat het kilometer-vreten sneller. Ook nu rijden we tot de zon net onder is. "Al wat we vandaag rijden, moeten we morgen niet rijden", is mijn motto.
Vandaag dan het laatste stuk rijden. Amai, dit is het meeste "rijden" dat we op heel onze grote trip doen. Vanaf nu enkel nog kortere stukjes, op de allerlaatste dag na dan waarschijnlijk. Het spectaculairste dat vandaag gebeurt is een platte band aan de trailer - en nog wel de pas nieuwe, grrrr. Een stukje na de middag komen we aan in Undara en dan hebben we het wel gehad. Morgen bezoeken we hier de onderaardse lava tubes. Nu doen we niks meer, de kids zitten aan en in het zwembad, wij proberen wat de surfen op het internet (daar hebben we echter veel geduld voor nodig en da's dus een probleem). Lekker douchen, lekker eten en zo meteen gaan we naar de sterren kijken.
Hehe, we zijn blij dat de vele kilometers achter de rug zijn, en zijn al benieuwd naar welke beestjes we hier in tropisch Queensland gaan tegenkomen.

zaterdag 16 juli 2011

Dag 90 : luieren (?) aan Gunlom Falls


We zijn vandaag 3 maanden "on the road". Dat vieren we met een heerlijk middagje aan de Gunlom waterval in het zuiden van Kakadu National Park. De waterval op zich is niet zo verschrikkelijk bijzonder. In het natte seizoen dondert het water er ongetwijfeld naar beneden, nu is het niet meer zo indrukwekkend. Wel indrukwekkend met een grote I is het zicht van de top. Het is even klimmen, maar....waaaw. Het leek wel of we aan de rand van de wereld stonden. Het water is bovendien lekker verfrissend - zonder quasi-hartaanvallen te veroorzaken - en voor de verandering moeten we eens geen schrik hebben van de krokodillen. We plonsen dat het een lieve lust is. We "chillen" wat op de rotsen. En wanneer we tegen het einde van de middag helemaal alleen zijn, leer ik van Jurgen en de kinderen eindelijk hoe ik moet duiken. Best wel schaamtelijk om het te moeten toegeven dat ik dat niet kon. Maar - onder het motto, beter laat dan nooit, ben ik dus op de gezegende leeftijd van 37 eindelijk "head first" het water ingedoken ! Danku Gunlom !

donderdag 14 juli 2011

Dag 89 : Nourlangie en omstreken


En dan nu kort want ik ben moe en ik wil nog douchen om niet met 3 liter muggespul in mijn slaapzak te kruipen. ' t Is te zeggen, bij wijze van spreken, in mijn slaapzak, want het is hier nog vlotjes boven de 25 graden.
`t Was een ferm hete dag vandaag, maar we hebben toch heel wat afgewandeld. Eerst naar Nourlangie, de meest bekende groep van rotschilderingen hier in Kakadu. Weer allerlei soorten en keluren van tekeningen, weer mooi, vooral de verhalen erachter.
Daarna naar de Anbanbang Billabong voor mooie uitzichten op de Nourlangie rots, met waterlelietjes en reigers op de voorgrond.

Maar dan wilde ik toch nog naar nog een andere groep rotstekeningen. In een boekje had ik een tekening gezien van een zeilschip en dat vond ik wel intrigerend. Op de meeste rotstekeningen zie je typische aboriginal-dingen, maar hier en daar zie je ook bewijzen van hun eerste kennismakingen en contacten met de "white fellas". De naam van de site waar we naar toe wandelden, ontsnapt me even (en ik ben te lui om naar de auto te lopen om het op te zoeken).

Anyway, ik vond het eigenlijk de mooiste van de 3 die we bezochten. Dat we er helemaal alleen waren, had er waarschijnlijk ook wel iets mee te maken. Het zeilschip was erg mooi, maar ook de tekeningen van de handen in kanten handschoenen vond ik bijzonder. De aboriginals vonden dat blijkbaar ook.
Terug aan de auto voelden we ons alsof we te lang in een stoombad hadden gezeten, het zwembad van de camping loste dit gelukkig helemaal op. (maar stiekem kijk ik al uit naar de ijskoude nachten die ons in Queensland te wachten staan)