maandag 1 augustus 2011
Dag 106 : Etty Bay – verder zuidwaarts
De camping-cassowaries kennen het ontbijt-uur en ze hebben duidelijk ook al lang geen bananen meer gehad.., We moeten ons lekkers met man en macht - in de vorm van Jurgen met het vingertje ;-) - verdedigen of de slokoppen waren ermee weg. Pas nadat alles op en weer opgeborgen was, dropen de vogels af.
Ons tempo ligt dezer dagen een stuk lager dan de voorbije weken en dat doet wel eens deugd. De spanning stijgt anderzijds wel, nog maar 2 nachten slapen en we gaan zeilen aan de Whitsundays en daar kijken we erg naar uit. Airlie Beach is nog wel een paar honderd kilometer naar het zuiden. Er moet dus op 't gemakje een beetje verder gereden worden. Nog voor we goed en wel weg zijn stoppen we alweer bij een tropische wijnboer. Van allerlei tropisch fruit en bush-fruit maakt die wijn en porto. Klinkt interessant, we proeven wat en er zitten lekkere drankjes bij. Om in Belgie verder te proeven, maar niet alleen dan ;-)
Vandaag rijden we door Yasi-gebied. Op het eerste gezicht lijkt de overgebleven schade nog wel mee te vallen. De wegen zijn vrij, er hangen terug bladeren aan de bananenbomen en de meeste huizen hebben terug een dak en muren. Maar de meeste bomen hebben ofwel toppen meer, ofwel geen bladeren. En in dichte begroeiing lijkt het wel of er een gigantisch mikado-spel aan de gang is. Bomen, takken, vanalles en nog wat ligt kris kras door en bovenop elkaar. Hier is duidelijk met man en macht en verschrikkelijk veel machines verschrikkelijk hard gewerkt....
We rijden langs het Hinchinbrook eiland waar Jurgen en ik 9 jaar geleden een trektocht deden. Nu is het eiland net terug open voor trekkers, maar da’s nog geen spek voor de bek van onze kids.
De Wallaman Falls liggen nog wat meer naar het zuiden en zijn met hun 264 meter de allerhoogste van Australie. Impressionant gebeuren, de omweg meer dan waard.
De weg gaat verder langs Townsville terwijl we naar ons laatste luister-cdtje luisteren...Gelukkig houden ze op de achterbank nog steeds van herhaling, we halen Sydney dus wel.
We vinden een kampeerplekje aan het Alligator Creek. Om onze trailer met tent daar op te zetten, is het millimeter-werk. ’t Is echt juist gepast, en dit zijn dan zogezegd “trailer”-plekjes. De ranger komt ook eens kijken. Volgens hem zijn we de allereersten die er effectief in slagen onze trailer en tent in zo’n plekje op te zetten. Hmmm, wij vinden dat dat misschien toch meer zegt over de vindingrijkheid van de gemiddelde kampeerder dan over ons.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten