Dag 5
We verlaten ons prachtig plekje in het niets. Maar niet voor we een splinter of 10 uit voeten en vingers hebben geprutst. We hadden het in Mungo al ervaren, overal op de grond staan piepkleine struikjes, gras, onkruid, met nijdige stekels waar crocs-schoentjes niet tegen bestand zijn.
Het is altijd maar rechtdoor, gelukkig is het landschap ongelofelijk mooi, eentonig en toch ook weer helemaal niet. Even later rijden we South Australia binnen. Hier gelden nog strengere groenten en fruit regels dus eten we voor alle veiligheid nog maar wat wortels. Het plan is om naar Wilpena Pound te rijden, maar in Yunta zien we een pijl naar Arkaroola, een “wilderness sanctuary” waar we ook naar toe willen. De weg ziet er mooi uit, we beslissen dan maar om eerst daar naar toe te rijden. Enig minpunt, we zullen het de volgende dagen zonder verse groenten en fruit moeten doen. Maar 3 kwart van het gezelschap vindt dat niet zo erg. 50km verderop liggen ruines langs de kant van de weg, en als er in de hele wijde omtrek niks anders te zien is, is dat meteen de geschikte plek voor een stop. Uit de ruines komen 2 “blokes”, “de billy staat op en het water kookt bijna”, “of we een koffie willen?” Natuurlijk willen we dat. De 2 mannen blijken trailbikers te zijn, onderweg met zijn 2 op zoek naar wat avontuur. Straffe verhalen natuurlijk ook. Na de (slappe) koffie rijden we verder en komen de volgende 200km geen kat meer tegen, uitgezonderd de 2 roadtrains die met een radioactieve lading onderweg zijn (?). De weg is mooi, mooi, mooi. Emu’s, geiten, koeien, enkele arends en wat hagedisjes zorgen voor de afleiding op de achterbank. Het is warm, boven de 30 graden en we zien ook verschillende willy willies, de kleine tornadootjes. Er passeert er eentje vlak voor ons over de weg, we voelen hem door de open autoruiten blazen. We rijden door eindeloze vlaktes, in de verte zien we de Flinders Ranges liggen.
Stilaan begint de weg ook meer te kronkelen en te stijgen. We naderen doel. We bereiken Arkaroola in de namiddag. Het volgende uur besteden we aan het zoeken van een plat kampeerplekje.... Ik kan veel aan en ik kampeer dolgraag, maar als het op slapen aan komt, ben ik kieskeurig : het moet plat zijn ! Als een prinses op een erwt voel ik het als we ook maar een piepklein beetje op een hellend vlak liggen....
Tent opgezet, beetje gespeeld, potje gekookt, genoten van zonsondergang en maansopgang. We lezen nog wat en weten zo meteen ook wat we morgen gaan doen. En ja, ik dommel daarna heerlijk in op mijn plat plekje.
Dag 6 : Arkaroola Wilderness Sanctuary
We beginnen de dag met een prachtige wandeling in Akaroola. Voor dit soort landschap is het woord “rugged” (ruig) uitgevonden. Feloranje rotsen, soms kaal, soms dichtbegroeid met rotsplantenen -bloemen, de staalblauwe hemel met enkele fotogenieke wolkjes: het blijft een onweerstaanbare combinatie. Enkele maanden geleden zag ik de film The Tracker en die is hier gefilmd. De muziek van Archie Roach speelt door mijn hoofd. Rond mijn hoofd spelen dan weer honderden vliegen, ja, die maken spijtig genoeg ook deel uit van die “onweerstaanbare” combinatie. Enkele van de vliegen voederen we aan de honderden grote spinnen in gigantische spinnenwebben die over het pad hangen. Onsmakelijk schouwspel ! Via de andere kant van de vallei wandelen we terug naar het dorpje.
In de namiddag rijden we naar een paar waterholes. De rit er naar toe is opnieuw zo mooi, ruig, door een paar creek-beddingen. Voor de eerste waterhole moeten we nog wat klauteren, maar de beloning is er naar. Helemaal alleen zitten we daar... we hebben onze zwemkleren niet bij, maar dat houdt ons toch niet tegen om een plonske te doen. Lekker fris, zeg gerust koud, maar oh zo idyllisch plekje. Enkel met de belofte van naar de volgende waterhole te rijden, willen we weg. De weg naar die volgende waterhole is nog wat ruiger, een paar keer de rivier over en door. We mogen er niet zwemmen.... Niet zo erg, er liggen paddy melons die de kids van op de rotsen in het water kunnen smashen. En het water ligt al in de schaduw en dat scheelt direct heel wat graden. Op de terugweg moeten we even wachten voor een grote bulldozer die eventjes de weg is aan `t maken...
Wat een prachtige dag ! Zo’n mooie streek.
Rosemarie wil kost wat kost nog even zwemmen, met de nadruk op even, ze houdt het welgeteld 8 seconden uit en staat het volgende halfuur stevig te klappertanden.
We stuurden de jongens om hout voor het vuur en buiten hout kwamen ze trots terug met een foto van een slang die ze onderweg waren tegengekomen.
Hier op de camping is het ook een en al beestenboel. De grote sprinkhanen springen ons hier om te oren en daarnet, toen ik dit blogje zat te typen, liep er een muis over mijn tenen, Volgens mij dezelfde die Jurgen gisteren al uit onze vuilemmer joeg. We houden de deur van de tent maar goed dicht.
zondag 24 april 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten