vrijdag 29 april 2011

dag 14 : nog steeds op het Eyre Peninsula !


We worden wakker en horen de allerlichtste drizzel op het dak van de tent. So far, so good. Maar het gaat zo niet blijven.... Bij de camping kunnen we via een trapje op de hoogste duin en als we daar onze arm zo hoog mogelijk uitsteken in de juiste richting hebben we een klein beetje ontvangst. Met de blackberry kunnen we zo het weerbericht checken en het ziet er niet goed uit...Veel regen, en nog meer voor het weekend. We besluiten de tent op te breken en dan later wel te zien waar we uitkomen. En ja, daar is de regen al !
Wanneer alles uiteindelijk in de auto en de kar zit en we op zoek gaan naar de zeeleeuwen in Point Labatt, houdt het zowaar even op met regenen en zien we een “blauw gat”. Op het rotsplatform in Point Labatt woont de grootste kolonie Australische zeeleeuwen. Je kan er niet echt dichtbij, maar vanaf de lookout heb je een geweldig zicht op de dieren. Sommige liggen voor pampus op het strand, anderen doen een of andere zeeleeuw-yoga-pose met neus in de wind, en het jong grut dartelt door de golven. Uren kunnen we daar naar kijken...
Na de zeeleuwen rijden we naar Murphy’s Haystacks. Echter geen gestapelde hooibalen, maar geerodeerde granieten rotsen die fotogeniek staan te wezen in het midden van een veld. Leuk om tussen rond te lopen en rennen.

Nog verder op het schiereiland heb je Streaky Bay en Cape Bauer. We maken er een rondritje. Het is ondertussen terug beginnen regenen, maar we laten ons niet afschrikken en tegen dat we goed en wel uitstappen om naar de Whisteling Rocks te gaan luisteren, houdt het weer bijna op. Die Whisteling Rocks dat was nog eens een schouwspel ! Van ver hoorden we al iets, maar begrepen niet goed wat het was... Enorme golven breken tegen de kliffen. Wij stonden bovenaan de kliffen. Door erosie zijn er in de kliffen allemaal gangen gemaakt, dunne pijpen die helemaal tot bovenaan de kliffen doorlopen. Dat zorgt voor een heel vreemd geluid, een soort van fluiten, bulderen, fluisteren door elkaar. Af en toe komt er zelfs wat mist door de gaten. Geweldig. Dit hadden we nog niet gezien, en veel interessanter dan het Blowhole dat even verder lag, maar niet indrukwekkend was.


We gingen nog maar wat verder rijden, naar Ceduna. Dat is de laatste “grote” stad (4000 inwoners) voor we aan de Nullarbor beginnen. Daar moeten we wat inkopen doen, nog eens wassen en ik ben aan een kapper toe. We checken het weerbericht nog eens en de aangekondigde hoeveelheden regen doen ons het wijselijke besluit nemen een cabin te boeken. En zo kunnen we dus met de rest van de wereld naar het Brits huwelijk van de eeuw kijken ;-)

Vuil en mooi


Speciaal voor de werkende mensen onder onze lezers ;-)

Geen opmerkingen: