zaterdag 30 april 2011
Dag 15 : Ceduna
Het regent in Ceduna. Het is ook koud in Ceduna. We zijn heel blij dat we gisterenavond voor een cabin kozen, al vinden we ondertussen dat onze kampeermatrasjes beter liggen dan die cabinebedjes.
Ceduna is de “gateway” naar het westen en we gaan dus naar het visitor information centre. De man daar doet vreemd en vindt ons duidelijk maar niks. Ik steek het op het feit dat hij het vooral maar niks vond dat ik de vragen stelde en niet Jurgen. In een macholand als dit kijken ze dan vreemd op en soms gaan ze dan raar doen... Het kan natuurlijk ook zijn omdat ik naar een kapper vroeg... “Op zaterdagochtend naar de kapper gaan ? Zonder afspraak ?” “Hmmmm, wat bent u voor een vreemd creatuur...” zag ik hem denken. “Dit is Ceduna en hier gaat op zaterdag alles dicht op de middag en dan gaat iedereen naar de footie kijken” zei hij... Anyway, we komen te weten wat we moeten weten en zijn weer weg. Want we hebben veel belangrijker dingen te doen. We gaan naar de Wombat Fauna Rescue Homestead. In haar garage, tuin, tuinhuis en nog wat andere koterij zorgt Valerie voor gewonde en verweesde kleine wombatjes. De dichtstbijzijnde dierenarts woont op zo’n 4 uur rijden en van heinde en verre – en dan spreken we honderden kilometers - brengen de mensen de gewonde beestjes naar Valerie. Op de Nullarbor zijn er namelijk heel erg veel wombats en het drukke verkeer en ook wel het alcoholprobleem in sommige aboriginal communities (waar de moeder wombats worden opgegeten, maar waar verder niet goed wordt omgekeken naar de wombat-babietjes die nog in de buidel zaten) zorgen voor veel gewonde wombat-weesjes. Wij gingen haar bezoeken. De vrouw vertelt honderduit en is overduidelijk gepassioneerd en goed bezig. Zonder echte hulp van wie of wat dan ook heeft zij met haar man al enkele honderden wombatjes gered en grootgebracht. Het kleinste wombatje dat bij haar binnenkwam woog maar 98gr ! Maar ook dat wombatje heeft het gehaald. Wanneer ze groot en gezond zijn, worden de wombats ondergebracht in dierenparken en zoos. We kregen enkele van de kleine nog pelsloze wombatjes te zien en Rosemarie en Jan-Willem mochten hen zelfs knuffelen. Ze werden er helemaal stil van ! Daarna liet ze enkele van haar grote wombats rondlopen in de garage. Maar de wombats hielden niet van het geluid van de regen op het golfplaten-dak en wilden snel terug naar hun “nest”. Als enige “dierendokter” in een omtrek van enkele uren, krijgt Valerie ook andere sukkelgevallen binnen. Nu zaten er een paar wallabietjes, een kleine big red kangaroo, een bearded dragon en nog wat. Wat ons betreft doet het Wombat Fauna Rescue Homestead gouden werk. We kunnen alleen maar hopen dat iedereen die Ceduna bezoekt, er even langsgaat en helemaal vertederd een milde donatie doet.
De rest van de dag hebben we geprofiteerd van het dak boven ons hoofd, boekjes gelezen, nog wat inkopen gedaan. En zo meteen gaan we een dagje op voorhand, Jurgen’s verjaardag vieren. Hoe kan het ook anders, met een gebraden kip, fritjes en appelmoes ! Ook hier in Ceduna zijn er nog zekerheden in ’t leven.
vrijdag 29 april 2011
dag 14 : nog steeds op het Eyre Peninsula !
We worden wakker en horen de allerlichtste drizzel op het dak van de tent. So far, so good. Maar het gaat zo niet blijven.... Bij de camping kunnen we via een trapje op de hoogste duin en als we daar onze arm zo hoog mogelijk uitsteken in de juiste richting hebben we een klein beetje ontvangst. Met de blackberry kunnen we zo het weerbericht checken en het ziet er niet goed uit...Veel regen, en nog meer voor het weekend. We besluiten de tent op te breken en dan later wel te zien waar we uitkomen. En ja, daar is de regen al !
Wanneer alles uiteindelijk in de auto en de kar zit en we op zoek gaan naar de zeeleeuwen in Point Labatt, houdt het zowaar even op met regenen en zien we een “blauw gat”. Op het rotsplatform in Point Labatt woont de grootste kolonie Australische zeeleeuwen. Je kan er niet echt dichtbij, maar vanaf de lookout heb je een geweldig zicht op de dieren. Sommige liggen voor pampus op het strand, anderen doen een of andere zeeleeuw-yoga-pose met neus in de wind, en het jong grut dartelt door de golven. Uren kunnen we daar naar kijken...
Na de zeeleuwen rijden we naar Murphy’s Haystacks. Echter geen gestapelde hooibalen, maar geerodeerde granieten rotsen die fotogeniek staan te wezen in het midden van een veld. Leuk om tussen rond te lopen en rennen.
Nog verder op het schiereiland heb je Streaky Bay en Cape Bauer. We maken er een rondritje. Het is ondertussen terug beginnen regenen, maar we laten ons niet afschrikken en tegen dat we goed en wel uitstappen om naar de Whisteling Rocks te gaan luisteren, houdt het weer bijna op. Die Whisteling Rocks dat was nog eens een schouwspel ! Van ver hoorden we al iets, maar begrepen niet goed wat het was... Enorme golven breken tegen de kliffen. Wij stonden bovenaan de kliffen. Door erosie zijn er in de kliffen allemaal gangen gemaakt, dunne pijpen die helemaal tot bovenaan de kliffen doorlopen. Dat zorgt voor een heel vreemd geluid, een soort van fluiten, bulderen, fluisteren door elkaar. Af en toe komt er zelfs wat mist door de gaten. Geweldig. Dit hadden we nog niet gezien, en veel interessanter dan het Blowhole dat even verder lag, maar niet indrukwekkend was.
We gingen nog maar wat verder rijden, naar Ceduna. Dat is de laatste “grote” stad (4000 inwoners) voor we aan de Nullarbor beginnen. Daar moeten we wat inkopen doen, nog eens wassen en ik ben aan een kapper toe. We checken het weerbericht nog eens en de aangekondigde hoeveelheden regen doen ons het wijselijke besluit nemen een cabin te boeken. En zo kunnen we dus met de rest van de wereld naar het Brits huwelijk van de eeuw kijken ;-)
Vuil en mooi
Speciaal voor de werkende mensen onder onze lezers ;-)
Dag 13 : Van Port Lincoln naar Baird Bay
De galahs laten zich 's morgens van hun luidste kant horen, maar daar trekt de koala zich niets van aan.
Kamperen tussen de koala’s is heel erg leuk, daarvan afscheid nemen is moeilijk voor 6 en 7 jarigen, vooral omdat dit waarschijnlijk de laatste keer is dat we de koala’s in het wild zien.... Gelukkig hebben we ook weer iets om naar uit te kijken. Van Port Lincoln gaan we richting de zeeleeuwen van Point Labatt. Op onze weg daar naar toe komen we langs Coffin Bay, en dat is dan weer “world famous” voor zijn oesters. Zoiets kunnen we niet voorbijrijden zonder te proeven. We bestellen een dozijn. De kids proeven en vinden het lekker. Met 1 dozijn komen we dus niet toe.
Daarna rijden we verder het Eyre Peninsula langs. De kust is hier prachtig, erg ruig, erg verlaten ook, om de 50 km kom je nog een piepklein gehucht tegen, maar dat is het dan ook. Het weer doet wat raar vandaag. Er is regen op komst, er waait een warme wind. In de namiddag komen we nog langs de Talia Caves, The Tub, The Woolshed. We kunnen er even onze benen strekken en klimmen langs een boomstam een paar meter naar beneden. Stoer hoor.
We besluiten onze tent te zetten op de campground van Baird Bay, piepklein campinkje, knalharde ondergrond. Gelukkig staat er nog een ander stel kampeerders met een straffe hamer. We staan vlak aan het strand van de baai en het duurt uiteraard niet lang of de kids staan met de voeten in het water krabbekes te vangen.
woensdag 27 april 2011
Dag 12 : Lincoln National Park
We worden wakker van Rosemarie die roept dat er keiveel kangoeroes voor de deur zitten. Hup, uit ons bed, en ja, daar hoppen ze weg over ons kampeerplein. In onze pijama’s zijn we dan naar onze andere vrienden gaan kijken, de koala’s. In de opkomende zon zagen ze er dubbel zo schattig uit en ze waren zelfs een beetje actief, een beetje dan.
Vandaag trokken we Lincoln National Park in. Via een 4WD-pad, zigzaggend, berg op, berg af, door de duinen, tot aan de zee en weer terug. De golven waren indrukwekkend, niet bepaald zwemgeschikt en met Antarctica als het eerstvolgende vaste land is het water nou ook niet bepaald warm. De rit door de duinen is erg mooi, op een gegeven moment wanen we ons weer in de Sahara en dan duikt er plots een bende emu’s op. Aan de andere kant van het Nationaal Park ligt een grote baai, die is natuurlijk veel rustiger en daar rijden we naar toe. Beetje rondlummelen op het strand, beetje schelpjes zoeken, we zien even een zeehondje in de golven spelen. En hoewel het overal heel on-druk is, kom je toch overal mensen tegen – vooral grey nomads dan, die veel tijd hebben en graag eens een praatje maken. Over waar we geweest zijn, waar we naar toe gaan, etc. En altijd krijgen we wel een of andere tip of aanrader. Rijdende Visitor Information Centers zijn het, die grey nomads.
Terug op de camping blijkt dat we nu helemaal alleen zijn, Jan-Willem maakt er meteen gebruik van door in zijn blootje van de douche naar de tent te lopen, toch zo’n 50m verder. De koala’s zitten nog steeds waar we ze vanmorgen hebben achtergelaten, er zijn nog zekerheden in ‘t leven.
Dag 11 : Onderweg naar de zee
Vandaag verlaten we het stoffige binnenland, we gaan de zee opzoeken. We rijden via Quorn – een paradijs voor oude mannen die graag met stoomtreinen spelen – naar Port Augusta. Daar zien we de zee. Azuurblauw water.... altijd een mooi zicht na een overdosis stof. Het is ook de eerste plek sinds een dag of 10 dat we een supermarkt tegenkomen – die die naam waardig is – en we slaan dus voorraad in voor de volgende week. Eindelijk terug verse groenten en fruit. In de Flinders Ranges en zeker nu met het hele lange Paas/Anzac-weekend was dat amper te vinden.
Van Port Augusta rijden we het Eyre Peninsula op. We stoppen voor de lunch in Wyhalla. Daar komen jaarlijks massa’s Giant Cuttlefish samen om te paren. Dat moet een geweldig schouwspel geven en van over heel de wereld komen snorkelaars en duikers kijken – zo zegt de brochure toch. Wij zijn echter enkele weken te vroeg en het water voelt ook wel erg koud aan. Ons snorkelgerief blijft dusin de kar.
Dan maar gewoon verder rijden, richting Port Lincoln. We luisteren naar een audio-boek – Rosemarie en Jan-Willem zijn daar zo geboeid door ! – dan nog wat “mensen-muziek” op de i-pod en tegen de avond waren we op onze bestemming. Mikirra Station, naast het Lincoln National Park. Tijdens de rit hadden we geprobeerd te bellen om zeker te zijn dat er nog plaats was. Hahahahaha... wanneer we aankomen op een prachtig groot kampeerterrein blijkt dat minstens zo’n 15 voetbalvelden groot te zijn, omgeven door manna gum trees, en er staat welgeteld 1 ander tentje. Hoe is het mogelijk !! Die manna gum trees zijn van het grootste belang want ze zijn het favoriete eten.... koala’s. We zien er al meteen een paar in de bomen zitten, en dat blijft speciaal. Weeral een geslaagd plekje. ’s Avonds komen nog een paar kangaroes voorbijgehuppeld, horen we de koala’s brommen in de bomen en Jurgen ziet 4 vallende sterren tijdens een telefoongesprek. Fantastisch toch ?
(Ah ja, en vlak voor Jurgen in zijn slaapzak kruipt, vindt hij een klein schorpioentje naast zijn matras... ;-)
Van Port Augusta rijden we het Eyre Peninsula op. We stoppen voor de lunch in Wyhalla. Daar komen jaarlijks massa’s Giant Cuttlefish samen om te paren. Dat moet een geweldig schouwspel geven en van over heel de wereld komen snorkelaars en duikers kijken – zo zegt de brochure toch. Wij zijn echter enkele weken te vroeg en het water voelt ook wel erg koud aan. Ons snorkelgerief blijft dusin de kar.
Dan maar gewoon verder rijden, richting Port Lincoln. We luisteren naar een audio-boek – Rosemarie en Jan-Willem zijn daar zo geboeid door ! – dan nog wat “mensen-muziek” op de i-pod en tegen de avond waren we op onze bestemming. Mikirra Station, naast het Lincoln National Park. Tijdens de rit hadden we geprobeerd te bellen om zeker te zijn dat er nog plaats was. Hahahahaha... wanneer we aankomen op een prachtig groot kampeerterrein blijkt dat minstens zo’n 15 voetbalvelden groot te zijn, omgeven door manna gum trees, en er staat welgeteld 1 ander tentje. Hoe is het mogelijk !! Die manna gum trees zijn van het grootste belang want ze zijn het favoriete eten.... koala’s. We zien er al meteen een paar in de bomen zitten, en dat blijft speciaal. Weeral een geslaagd plekje. ’s Avonds komen nog een paar kangaroes voorbijgehuppeld, horen we de koala’s brommen in de bomen en Jurgen ziet 4 vallende sterren tijdens een telefoongesprek. Fantastisch toch ?
(Ah ja, en vlak voor Jurgen in zijn slaapzak kruipt, vindt hij een klein schorpioentje naast zijn matras... ;-)
dinsdag 26 april 2011
Foto's op Picasa
Er staan al een reeks foto's op Picasa, nog geen commentaar erbij en in redelijk klein commentaar.... het internet doet het op zijn gemak hier.
Klik hier voor de foto's
Klik hier voor de foto's
Dag 10 : Aboriginal tekeningen
In het ochtendlicht zouden de rotstekeningen in Arkaroo het mooiste zijn. Voor we de tent in Wilpena opbraken, reden we er naar toe. De weg er naar toe ging al huppend over de rotsen, de kroost was dus blij. De rotstekeningen zelf waren al een pak indrukwekkender dan in de Sacred Canyon, maar ik was toch vooral en nog maar eens van de prachtige omgeving in het ochtendlicht. Nadien reden we terug naar ons kamp waar de was ondertussen droog was en we dus konden inpakken en vertrekken. Op naar het zuiden, we verlaten de Flinders Ranges. Of toch bijna. Eerst wandelen we nog eens naar de Yourambulla rotstekeningen. Weer een klauterbaantje naar 3 verschillende rotsen waar we proberen te ontcijferen wat er getekend is. En zoeken naar hagedisjes en sprinkhanen en vlindertjes en .....
Rosemarie en Jan-Willem smullen van de "bush-lollies" die de aboriginal gids hen leerde kennen.
In de namiddag rijden we verder naar Warren Gorge, in het zuiden van de Flinders Ranges. Je kan er kamperen en er zitten Yellow footed Rock Wallabies. Die zijn ondertussen mijn all-time-favourite maruspial geworden. De Warren Gorge is weer zo'n plekje uit de duizend. Gratis en voor niets kan je er kamperen langs de creek, tussen de bomen en de rotsen. Aan het begin van de gorge staan steile oranje-rode rotsen en mijn grote teen vertelt me dat we daar moeten gaan aperitieven. Nadat we de tent gezet hebben, rijden we er dus terug naar toe. En ja,hoor, daar zaten ze te wachten, 2 van die zogezegd zeldzame wallabies, vlakbij de weg, klaar om gefotografeerd te worden ! De kids kregen er terplekke wallaby-kriebels van en gingen zelf ook rotsklimmen.
Vuurtje gestookt, potje gekookt en snel onder de dons, de nachten zijn nog steeds koud !
De Yellow-footed Rock Wallabies en onze eigen rots-hoppers, ergens boven op de rotsen
Ons kampeerplekje in Warren Gorge
Rosemarie en Jan-Willem smullen van de "bush-lollies" die de aboriginal gids hen leerde kennen.
In de namiddag rijden we verder naar Warren Gorge, in het zuiden van de Flinders Ranges. Je kan er kamperen en er zitten Yellow footed Rock Wallabies. Die zijn ondertussen mijn all-time-favourite maruspial geworden. De Warren Gorge is weer zo'n plekje uit de duizend. Gratis en voor niets kan je er kamperen langs de creek, tussen de bomen en de rotsen. Aan het begin van de gorge staan steile oranje-rode rotsen en mijn grote teen vertelt me dat we daar moeten gaan aperitieven. Nadat we de tent gezet hebben, rijden we er dus terug naar toe. En ja,hoor, daar zaten ze te wachten, 2 van die zogezegd zeldzame wallabies, vlakbij de weg, klaar om gefotografeerd te worden ! De kids kregen er terplekke wallaby-kriebels van en gingen zelf ook rotsklimmen.
Vuurtje gestookt, potje gekookt en snel onder de dons, de nachten zijn nog steeds koud !
De Yellow-footed Rock Wallabies en onze eigen rots-hoppers, ergens boven op de rotsen
Ons kampeerplekje in Warren Gorge
zondag 24 april 2011
Dag 9 : Pasen in Wilpena Pound
Dag 9 : Wilpena Pound
Druk dagje vandaag. In alle vroegte waren we al wakker door een zenuwachtige Jan-Willem. Gisteren hadden we langs de weg een paar dode konijnen zien liggen en de kids vroegen zich bezorgd af of dit toch niet de Easter Bunny zou zijn.... En de vraag was natuurlijk ook of hij ons wel zou vinden daar in de bush, en of hij de eitjes weer in plastiek zakjes zou steken.
Ja hoor, hij had ons gevonden en ja hoor, de eitjes zaten veilig en wel in plastiek zakjes ! Na een lekker paasontbijt met spek en eieren hebben we ons kamp opgebroken. We wilden de Wilpena Pound eens van wat nader gaan bekijken. Een wandeling tot in de Pound – die overigens geheel natuurlijk en niet door een meteoriet of zo ontstaan is – leek ons de beste manier. Zeker vanaf de uitkijkpunten op de rand zie je heel goed dat je in een kom zit, die vroeger dienst deed als schaapswei. Wel 120.000 van die beesten graasden er, veel te veel en daardoor duurde het hele schaapsavontuur niet lang. De ouderdom van de rotsen die de Pound en de daarrond liggende bergen vormen, doet een normale mens duizelen (meer dan 600 miljoen jaar oud). In onze auto gaf het aanleiding tot semi-wetenschappelijke en haast filosofische gesprekken over het ontstaan en doel van de aarde.
Vlakbij Wilpena staat ook een van de oudste Australische zonne-energie-centrales en die wilden we ook eens gaan bekijken. Niet veel aan te zien, maar de kids hebben weer wat opgestoken en we hebben nog wat kangaroos gezien.
Laatste stop voor vandaag was de Sacred Canyon waar aboriginal rotsgraveringen te zien zijn. Het wandelingetje in de canyon was boeiend genoeg en voor we het wisten, waren we de engravings voorbij gelopen. Er was ook niet echt veel aan te zien eigenlijk en we waren niet onder de indruk (maar misschien ligt dat ook aan ons).
En dan de allerlaatste stop van vandaag was de douche, want de overdosis stof van de laatste dagen had ons wel heel “camouflage” gemaakt.
Kids op hun buik op zoek naar hagedisjes tussen de rotsen.
Dag 7 & 8 : Flinders Ranges
Dag 7 : Quandong Pie
We verlaten vandaag de wildernis van Arkaroola en omstreken, we willen zuidwaarts. We vallen in herhaling, maar de weg weg van Arkaroola is weer bijzonder mooi, eerst door de bergen, door kreken, door vlaktes, met in de verte altijd het zicht op de zuidelijke Flinders Ranges waar we naar toe willen. Na een uur of 2 komen we terug op asfalt, in Copley. We zien er de Copley Bush Bakery en Jurgen denkt “vanilla slice”. Ik beleef een deja-vue en denk “quandong”. Op onze huwelijksreis 8,5 jaar geleden aten we ergens onderweg een “quandong cheesecake” en dat was dus hier in Copley. Nu zitten we er terug, de cheesecake van toen is op de menu vervangen door een quandong pie. We krijgen die geserveerd met room en ijs en dat smaakt heerlijk ! Na dit oponthoud vol sentiment rijden we verder. Het is goede vrijdag en dan is in Australie alles dicht, ook het visitor centre in Leigh Creek. Een beetje op goed geluk beginnen we dan maar aan wandeling een beetje verder in de Aroona Dam Sanctuary. Volgens de boekskes zouden daar veel Yellow Footed rock wallabies rondhuppelen. De wandeling is enorm slecht aangegeven en we klauteren op en neer langs ruige hellingen. Het gaat traag vooruit, maar we worden beloond met een paar prachtige uitzichten op de dam en de ondergelopen vallei. Nadat we 6 van de 5 beloofde wallabies hebben zien springen, besluiten we maar rechtsomkeer te maken. We moeten nog even rijden en dan nog een geschikt kampeerplekje zoeken en dat gaat niet in het donker. We rijden het Flinders Ranges National Park binnen en vinden een plekje. Weer zo’n prachtig plekje tussen de bomen naast een uitgedroogde creek. De maan komt nu veel later op, we kunnen dus genieten van een prachtige sterrenhemel tot we blij zijn te kunnen wegkruipen onder onze donzen slaapzakken. (ter info – wanneer we ’s morgens wakker worden is het zo’n 8 graden).
Dag 8 : Bunyeroo Gorge
Nog een wandeldag vandaag, nog eens op zoek naar die Yellow Footed Rock Wallabies. Dit keer in de Bunyeroo Gorge. De rit ernaar toe is een “scenic drive” en dat is ook het understatement of de eeuw. Zo’n mooie landschappen, die Flinders Ranges, echt redelijk uniek als je het mij vraagt. En stokoud, een waar paradijs voor geologen. Al die verschillende lagen van gesteentes die je ziet, zo omhoog geplooid vertellen ze honderden miljoenen jaren geschiedenis. De wandeling gaat door de creek bedding, huppelend over de rotsen om het interessant te houden voor de kids. Op ’ t gemakske ook om zo voldoende omhoog te kunnen kijken, naar de rotsen, op zoek naar wat wallabies. We hebben geluk, we zien er enkele zitten en hoppen. Veel mooiere diertjes dan de gewone grijze wallabies. De deze zijn veel kleiner, enorm lenig en hebben felgele poten en een gestreepte staart.
Na de wandeling rijden we naar het visitor centre in Wilpena Pound. Het lijkt er Disney land wel, zo veel mensen, een winkeltje, een parking die bijna vol staat (al kan dat gevoel ook aan ons liggen....) We winnen wat info in voor de volgende dagen en kopen wat voorraad – we zullen nog een paar dagen langer doen zonder verse groenten en fruit (dat stond allemaal per stuk geprijsd, en dat zegt meteen genoeg over de prijs).
We rijden even buiten het park om wat hout te sprokkelen en rijden dan terug langs de scenic drive. De zon begint stilaan onder te gaan en we vinden een mooi aperitief-plekje met zicht op de Pound. Simpel, mooi, genieten.
(Picasa laat het even afweten voor de collages, hier dan maar 1 fotootje van zo'n yellow footed rock wallaby. Een van de volgende dagen lost Jurgen dit ongetwijfeld op en kunnen we weer meer beeldjes tonen)
We verlaten vandaag de wildernis van Arkaroola en omstreken, we willen zuidwaarts. We vallen in herhaling, maar de weg weg van Arkaroola is weer bijzonder mooi, eerst door de bergen, door kreken, door vlaktes, met in de verte altijd het zicht op de zuidelijke Flinders Ranges waar we naar toe willen. Na een uur of 2 komen we terug op asfalt, in Copley. We zien er de Copley Bush Bakery en Jurgen denkt “vanilla slice”. Ik beleef een deja-vue en denk “quandong”. Op onze huwelijksreis 8,5 jaar geleden aten we ergens onderweg een “quandong cheesecake” en dat was dus hier in Copley. Nu zitten we er terug, de cheesecake van toen is op de menu vervangen door een quandong pie. We krijgen die geserveerd met room en ijs en dat smaakt heerlijk ! Na dit oponthoud vol sentiment rijden we verder. Het is goede vrijdag en dan is in Australie alles dicht, ook het visitor centre in Leigh Creek. Een beetje op goed geluk beginnen we dan maar aan wandeling een beetje verder in de Aroona Dam Sanctuary. Volgens de boekskes zouden daar veel Yellow Footed rock wallabies rondhuppelen. De wandeling is enorm slecht aangegeven en we klauteren op en neer langs ruige hellingen. Het gaat traag vooruit, maar we worden beloond met een paar prachtige uitzichten op de dam en de ondergelopen vallei. Nadat we 6 van de 5 beloofde wallabies hebben zien springen, besluiten we maar rechtsomkeer te maken. We moeten nog even rijden en dan nog een geschikt kampeerplekje zoeken en dat gaat niet in het donker. We rijden het Flinders Ranges National Park binnen en vinden een plekje. Weer zo’n prachtig plekje tussen de bomen naast een uitgedroogde creek. De maan komt nu veel later op, we kunnen dus genieten van een prachtige sterrenhemel tot we blij zijn te kunnen wegkruipen onder onze donzen slaapzakken. (ter info – wanneer we ’s morgens wakker worden is het zo’n 8 graden).
Dag 8 : Bunyeroo Gorge
Nog een wandeldag vandaag, nog eens op zoek naar die Yellow Footed Rock Wallabies. Dit keer in de Bunyeroo Gorge. De rit ernaar toe is een “scenic drive” en dat is ook het understatement of de eeuw. Zo’n mooie landschappen, die Flinders Ranges, echt redelijk uniek als je het mij vraagt. En stokoud, een waar paradijs voor geologen. Al die verschillende lagen van gesteentes die je ziet, zo omhoog geplooid vertellen ze honderden miljoenen jaren geschiedenis. De wandeling gaat door de creek bedding, huppelend over de rotsen om het interessant te houden voor de kids. Op ’ t gemakske ook om zo voldoende omhoog te kunnen kijken, naar de rotsen, op zoek naar wat wallabies. We hebben geluk, we zien er enkele zitten en hoppen. Veel mooiere diertjes dan de gewone grijze wallabies. De deze zijn veel kleiner, enorm lenig en hebben felgele poten en een gestreepte staart.
Na de wandeling rijden we naar het visitor centre in Wilpena Pound. Het lijkt er Disney land wel, zo veel mensen, een winkeltje, een parking die bijna vol staat (al kan dat gevoel ook aan ons liggen....) We winnen wat info in voor de volgende dagen en kopen wat voorraad – we zullen nog een paar dagen langer doen zonder verse groenten en fruit (dat stond allemaal per stuk geprijsd, en dat zegt meteen genoeg over de prijs).
We rijden even buiten het park om wat hout te sprokkelen en rijden dan terug langs de scenic drive. De zon begint stilaan onder te gaan en we vinden een mooi aperitief-plekje met zicht op de Pound. Simpel, mooi, genieten.
(Picasa laat het even afweten voor de collages, hier dan maar 1 fotootje van zo'n yellow footed rock wallaby. Een van de volgende dagen lost Jurgen dit ongetwijfeld op en kunnen we weer meer beeldjes tonen)
Dag 5 & 6 : Arkaroola
Dag 5
We verlaten ons prachtig plekje in het niets. Maar niet voor we een splinter of 10 uit voeten en vingers hebben geprutst. We hadden het in Mungo al ervaren, overal op de grond staan piepkleine struikjes, gras, onkruid, met nijdige stekels waar crocs-schoentjes niet tegen bestand zijn.
Het is altijd maar rechtdoor, gelukkig is het landschap ongelofelijk mooi, eentonig en toch ook weer helemaal niet. Even later rijden we South Australia binnen. Hier gelden nog strengere groenten en fruit regels dus eten we voor alle veiligheid nog maar wat wortels. Het plan is om naar Wilpena Pound te rijden, maar in Yunta zien we een pijl naar Arkaroola, een “wilderness sanctuary” waar we ook naar toe willen. De weg ziet er mooi uit, we beslissen dan maar om eerst daar naar toe te rijden. Enig minpunt, we zullen het de volgende dagen zonder verse groenten en fruit moeten doen. Maar 3 kwart van het gezelschap vindt dat niet zo erg. 50km verderop liggen ruines langs de kant van de weg, en als er in de hele wijde omtrek niks anders te zien is, is dat meteen de geschikte plek voor een stop. Uit de ruines komen 2 “blokes”, “de billy staat op en het water kookt bijna”, “of we een koffie willen?” Natuurlijk willen we dat. De 2 mannen blijken trailbikers te zijn, onderweg met zijn 2 op zoek naar wat avontuur. Straffe verhalen natuurlijk ook. Na de (slappe) koffie rijden we verder en komen de volgende 200km geen kat meer tegen, uitgezonderd de 2 roadtrains die met een radioactieve lading onderweg zijn (?). De weg is mooi, mooi, mooi. Emu’s, geiten, koeien, enkele arends en wat hagedisjes zorgen voor de afleiding op de achterbank. Het is warm, boven de 30 graden en we zien ook verschillende willy willies, de kleine tornadootjes. Er passeert er eentje vlak voor ons over de weg, we voelen hem door de open autoruiten blazen. We rijden door eindeloze vlaktes, in de verte zien we de Flinders Ranges liggen.
Stilaan begint de weg ook meer te kronkelen en te stijgen. We naderen doel. We bereiken Arkaroola in de namiddag. Het volgende uur besteden we aan het zoeken van een plat kampeerplekje.... Ik kan veel aan en ik kampeer dolgraag, maar als het op slapen aan komt, ben ik kieskeurig : het moet plat zijn ! Als een prinses op een erwt voel ik het als we ook maar een piepklein beetje op een hellend vlak liggen....
Tent opgezet, beetje gespeeld, potje gekookt, genoten van zonsondergang en maansopgang. We lezen nog wat en weten zo meteen ook wat we morgen gaan doen. En ja, ik dommel daarna heerlijk in op mijn plat plekje.
Dag 6 : Arkaroola Wilderness Sanctuary
We beginnen de dag met een prachtige wandeling in Akaroola. Voor dit soort landschap is het woord “rugged” (ruig) uitgevonden. Feloranje rotsen, soms kaal, soms dichtbegroeid met rotsplantenen -bloemen, de staalblauwe hemel met enkele fotogenieke wolkjes: het blijft een onweerstaanbare combinatie. Enkele maanden geleden zag ik de film The Tracker en die is hier gefilmd. De muziek van Archie Roach speelt door mijn hoofd. Rond mijn hoofd spelen dan weer honderden vliegen, ja, die maken spijtig genoeg ook deel uit van die “onweerstaanbare” combinatie. Enkele van de vliegen voederen we aan de honderden grote spinnen in gigantische spinnenwebben die over het pad hangen. Onsmakelijk schouwspel ! Via de andere kant van de vallei wandelen we terug naar het dorpje.
In de namiddag rijden we naar een paar waterholes. De rit er naar toe is opnieuw zo mooi, ruig, door een paar creek-beddingen. Voor de eerste waterhole moeten we nog wat klauteren, maar de beloning is er naar. Helemaal alleen zitten we daar... we hebben onze zwemkleren niet bij, maar dat houdt ons toch niet tegen om een plonske te doen. Lekker fris, zeg gerust koud, maar oh zo idyllisch plekje. Enkel met de belofte van naar de volgende waterhole te rijden, willen we weg. De weg naar die volgende waterhole is nog wat ruiger, een paar keer de rivier over en door. We mogen er niet zwemmen.... Niet zo erg, er liggen paddy melons die de kids van op de rotsen in het water kunnen smashen. En het water ligt al in de schaduw en dat scheelt direct heel wat graden. Op de terugweg moeten we even wachten voor een grote bulldozer die eventjes de weg is aan `t maken...
Wat een prachtige dag ! Zo’n mooie streek.
Rosemarie wil kost wat kost nog even zwemmen, met de nadruk op even, ze houdt het welgeteld 8 seconden uit en staat het volgende halfuur stevig te klappertanden.
We stuurden de jongens om hout voor het vuur en buiten hout kwamen ze trots terug met een foto van een slang die ze onderweg waren tegengekomen.
Hier op de camping is het ook een en al beestenboel. De grote sprinkhanen springen ons hier om te oren en daarnet, toen ik dit blogje zat te typen, liep er een muis over mijn tenen, Volgens mij dezelfde die Jurgen gisteren al uit onze vuilemmer joeg. We houden de deur van de tent maar goed dicht.
We verlaten ons prachtig plekje in het niets. Maar niet voor we een splinter of 10 uit voeten en vingers hebben geprutst. We hadden het in Mungo al ervaren, overal op de grond staan piepkleine struikjes, gras, onkruid, met nijdige stekels waar crocs-schoentjes niet tegen bestand zijn.
Het is altijd maar rechtdoor, gelukkig is het landschap ongelofelijk mooi, eentonig en toch ook weer helemaal niet. Even later rijden we South Australia binnen. Hier gelden nog strengere groenten en fruit regels dus eten we voor alle veiligheid nog maar wat wortels. Het plan is om naar Wilpena Pound te rijden, maar in Yunta zien we een pijl naar Arkaroola, een “wilderness sanctuary” waar we ook naar toe willen. De weg ziet er mooi uit, we beslissen dan maar om eerst daar naar toe te rijden. Enig minpunt, we zullen het de volgende dagen zonder verse groenten en fruit moeten doen. Maar 3 kwart van het gezelschap vindt dat niet zo erg. 50km verderop liggen ruines langs de kant van de weg, en als er in de hele wijde omtrek niks anders te zien is, is dat meteen de geschikte plek voor een stop. Uit de ruines komen 2 “blokes”, “de billy staat op en het water kookt bijna”, “of we een koffie willen?” Natuurlijk willen we dat. De 2 mannen blijken trailbikers te zijn, onderweg met zijn 2 op zoek naar wat avontuur. Straffe verhalen natuurlijk ook. Na de (slappe) koffie rijden we verder en komen de volgende 200km geen kat meer tegen, uitgezonderd de 2 roadtrains die met een radioactieve lading onderweg zijn (?). De weg is mooi, mooi, mooi. Emu’s, geiten, koeien, enkele arends en wat hagedisjes zorgen voor de afleiding op de achterbank. Het is warm, boven de 30 graden en we zien ook verschillende willy willies, de kleine tornadootjes. Er passeert er eentje vlak voor ons over de weg, we voelen hem door de open autoruiten blazen. We rijden door eindeloze vlaktes, in de verte zien we de Flinders Ranges liggen.
Stilaan begint de weg ook meer te kronkelen en te stijgen. We naderen doel. We bereiken Arkaroola in de namiddag. Het volgende uur besteden we aan het zoeken van een plat kampeerplekje.... Ik kan veel aan en ik kampeer dolgraag, maar als het op slapen aan komt, ben ik kieskeurig : het moet plat zijn ! Als een prinses op een erwt voel ik het als we ook maar een piepklein beetje op een hellend vlak liggen....
Tent opgezet, beetje gespeeld, potje gekookt, genoten van zonsondergang en maansopgang. We lezen nog wat en weten zo meteen ook wat we morgen gaan doen. En ja, ik dommel daarna heerlijk in op mijn plat plekje.
Dag 6 : Arkaroola Wilderness Sanctuary
We beginnen de dag met een prachtige wandeling in Akaroola. Voor dit soort landschap is het woord “rugged” (ruig) uitgevonden. Feloranje rotsen, soms kaal, soms dichtbegroeid met rotsplantenen -bloemen, de staalblauwe hemel met enkele fotogenieke wolkjes: het blijft een onweerstaanbare combinatie. Enkele maanden geleden zag ik de film The Tracker en die is hier gefilmd. De muziek van Archie Roach speelt door mijn hoofd. Rond mijn hoofd spelen dan weer honderden vliegen, ja, die maken spijtig genoeg ook deel uit van die “onweerstaanbare” combinatie. Enkele van de vliegen voederen we aan de honderden grote spinnen in gigantische spinnenwebben die over het pad hangen. Onsmakelijk schouwspel ! Via de andere kant van de vallei wandelen we terug naar het dorpje.
In de namiddag rijden we naar een paar waterholes. De rit er naar toe is opnieuw zo mooi, ruig, door een paar creek-beddingen. Voor de eerste waterhole moeten we nog wat klauteren, maar de beloning is er naar. Helemaal alleen zitten we daar... we hebben onze zwemkleren niet bij, maar dat houdt ons toch niet tegen om een plonske te doen. Lekker fris, zeg gerust koud, maar oh zo idyllisch plekje. Enkel met de belofte van naar de volgende waterhole te rijden, willen we weg. De weg naar die volgende waterhole is nog wat ruiger, een paar keer de rivier over en door. We mogen er niet zwemmen.... Niet zo erg, er liggen paddy melons die de kids van op de rotsen in het water kunnen smashen. En het water ligt al in de schaduw en dat scheelt direct heel wat graden. Op de terugweg moeten we even wachten voor een grote bulldozer die eventjes de weg is aan `t maken...
Wat een prachtige dag ! Zo’n mooie streek.
Rosemarie wil kost wat kost nog even zwemmen, met de nadruk op even, ze houdt het welgeteld 8 seconden uit en staat het volgende halfuur stevig te klappertanden.
We stuurden de jongens om hout voor het vuur en buiten hout kwamen ze trots terug met een foto van een slang die ze onderweg waren tegengekomen.
Hier op de camping is het ook een en al beestenboel. De grote sprinkhanen springen ons hier om te oren en daarnet, toen ik dit blogje zat te typen, liep er een muis over mijn tenen, Volgens mij dezelfde die Jurgen gisteren al uit onze vuilemmer joeg. We houden de deur van de tent maar goed dicht.
dinsdag 19 april 2011
Dag 3 & 4 : Mungo National Park
Dag 3 : Mungo National Park
Vandaag bezoeken we Mungo National Park. Vanmorgen wandelen we rond in de bush
rond de oude schaapsscheerderij. We zijn op stap met een aboriginal ranger en
Jan-Willem volgt hem als een schaduw en hangt aan diens lippen. De man weet
natuurlijk verschrikkelijk veel over de natuur rond ons en ziet dingen waaraan
een "white fella" gewoon voorbij loopt. En dat vindt Jan-Willem natuurlijk
bijzonder intrigerend. Een onbegroeide plek midden tussen de bushes wijst op een
termietennest. Bush lollies vind je aan verschillende struiken en overal kan je
de sporen van dieren zien : kangoeroes, emu's, vossen en konijnen, maar ook
slangen, schorpioenen enz. De man praat honderduit over vanalles en nog wat. Ik
vind het vooral bijzonder hoe hij praat, hoe hij de dingen aanraakt en hoe in
detail hij kan praten over dingen waar wij niet eens bij stil staan, bv, hoe de
kleur van een steen verandert bij regen, of in het maanlicht.
Mungo National Park is een erg belangrijke plek voor de Aboriginals, er zijn
sporen van menselijk leven van 40.000 jaar geleden, en de plek wordt samen
beheerd door de Nationale Parken en de Aboriginal elders. Het lijkt me een goed
voorbeeld van hoe het kan.
In de namiddag gaan we tot aan de Walls of China, de top-attractie van het park.
De Walls zijn de geerodeerde overblijfsels van de randen van een opgedroogd
meer. Toen het meer 20.000 jaar voor goed opdroog, zorgde de wind ervoor dat er
duinranden ontsonden aan de rand van het meer. Nog meer wind heeft die duinen
dan weer geerodeerd tot de prachtige sculpturen die het nu zijn. In en rond het
meer zijn al heel veel overblijfselen van menselijk leven gevonden, voetstappen
in de klei van 22.000 jaar oud, restanten van vuurtjes van meer dan 40.000 jaar
oud en overal worden nog botjes van dieren, werktuig enz gevonden. Die vondsten
worden niet naar een museum overgebracht, maar gewoon gelaten waar ze liggen.
Daarom, en ook omdat de hele hevige regen van de voorbije maanden en jaar de
Walls of China sneller hebben doen eroderen, mag je de Walls enkel nog bezoeken
met een gids. Dat vinden wij prima, zo krijgen we er een deskundige uitleg bij.
Ook deze keer van een lokale Aboriginal en ook deze keer wijkt Jan-Willem niet
van zijn zijde. Erg mooi vinden we het.
Tegen zonsondergang keren we nog eens terug voor een mooi foto-moment en we
krijgen er een surprise bij. Net als de zon onder gaat, komt de volle maan te
voorschijn, vlak achter de Walls. Prachtig ! De eerste stop op onze grote trip
was een geslaagde
Dag 4
Vandaag verlaten we Mungo National Park, nu willen we richting de Flinders
Ranges. Da's een eind rijden en dat gaan we vandaag doen. Via rode wegen naar
Broken Hill. 't Is te zeggen, enkel de weg is rood, daarnaast is het groen,
groen, groen. We wanen ons in Afrika en naast de kangaroes en de emu's,
verwachten we alle momenten olifanten en zebra's te zien. Wat een verschil met 2
jaar geleden toen het hier helemaal rood en dor was.
Na de middag komen we aan in Broken Hill. En je weet dat je echt in de outback
bent, als je op de parking van de supermarkt een aanhangwagen ziet met een paar
kamelen er in ! Bleek dat die op weg waren naar een kamelenkoers.
We slaan nog wat voorraad in, en water en diesel en trekken verder westwaarts.
We willen ergens langs de weg op een kampeerplaatsje staan, maar vinden niet de
plek die in het campingboek wordt beschreven. Om halfzes begint de zon echter
behoorlijk fel te zakken en dan wil je echt niet meer lang onderweg zijn in
verband met de kangoeroes die uit het niets voor de auto kunnen springen. We
slaan een zijweggetje in en zien een prachtig plekje. Een beetje verderop ligt
een boerderij en voor de zekerheid vragen we toch maar even of we onze tent
mogen opzetten. "Go for it" is het antwoord. En zo zitten we dus weer, midden in
een prachtig stukje "niets". Het is hier zo plat en er is zo veel "niets" in de
wijde omtrek dat de gsm-antennes van Broken Hill tot hier reiken en ik dus de
blog kan opladen - mits wat geduld. Fantastisch.
De grote trip : dag 1 en 2 : op weg naar Mungo National Park
Dag 1
Eindelijk is de grote dag dan aangebroken. Zaterdag 16 april 2011. We worden wakker van plensende regen. Na een hele week van het prachtigste zonnige herfstweer, is het nu kil en nat. Wat ons betreft een teken dat we Sydney moeten verlaten. Rustig ontbeten, nog genoten van een laatste douche, en de laatste spullen in de auto geladen. Vandaag wordt een rijdag. Mungo National Park is onze eerste bestemming, maar dat is wat ver. We gaan rijden en zullen wel zien waar we uitkomen. Nog voor we in Goulburn zijn, is de hemel al opgeklaard, blauwe lucht, maar behoorlijk fris. De weg gaat via Gundagai en Wagga Wagga verder westwaarts. Er gebeurt weinig spannends onderweg. Maar goed ook, want we zijn heel de dag druk bezig met het eten van groenten en fruit. Voor de 4de keer al, ja, inderdaad, hoe "stoem" kan je zijn, heb ik me laten vangen aan de "fruit fly exclusion zone" ! Vrijdag ging ik uitgebreid shoppen en laadde voor een hele week eten in de auto. Om `s avonds de bedenking te maken dat we inderdaad weer door de fruit fly exclusion zone gaan rijden. Hup, daar gingen we...paprika's, tomaten, appels, mandarijnen, druiven, komkommers, .... We hebben niet veel anders gegeten onderweg. Uiteindelijk hebben we alleen maar een paar komkommers moeten wegdoen.... Gelukkig is dit de allerlaatste keer dat we hier komen, de volgende keer zou ik het immers ongetwijfeld weer vergeten.
Tegen 5 uur begint de zon te zakken en zoeken we een kampeerplekje. De highway ligt dichtbij de Murrumbidgee river en een zandpad voert ons naar een idyllisch plekje tussen de bomen, langs de rivier. Qua kampeerplekje is dit is alvast een prachtige start. Tentje gezet, vuurtje gestookt, potje gekookt..... aaahhh, we zijn vertrokken.....
Dag 2
Frisse nacht gehad (vannacht zet ik toch mijn muts maar op denk ik), maar toch goed geslapen en klaar om verder te rijden. We passeren Hay en rijden daarna door eindeloze landbouwvlaktes. Die toch ook weer boeiend blijken te zijn, want als je goed kijkt zie je tientallen emu's. We laten de highway achter ons, het zand wordt roder, de asfalt stopt, we zitten in de outback. En dat doet wat met een mens - met mij dan toch - het lijkt wel of er knop in mijn kop wordt omgedraaid, nu zijn we echt "weg". In de verte zien we de zandduinen van het opgedroogde Lake Mungo al liggen. In al de uren dat we hier naar toe reden, kwamen we geen enkele andere auto tegen, aan het visitor centre staat het ineens "vol" (allemaal relatief natuurlijk, een auto of 10). We zetten onze tent op en constateren dat de vliegen het hier ook top vinden. De jongens gaan hout sprokkelen, de meisjes hebben even een M&M (een MeisjesMoment ;-)
Vanavond was er een praatje door de aboriginal park rangers met foto's. Het ziet er hier veelbelovend uit. Het uitgedroogde meer zit vol fossiele vondsten en de geerodeerde zandduinen die ooit de rand van het meer vormden, zijn spectaculair mooi. Morgen gaan we wandelen en doen we een rondrit.
In de categorie "vermeldenswaardige varia" nog even dit. Hier in Australie hebben veel plekjes bijzondere namen : gisteren passeerden we door "Galore", een van mijn favoriete Australische woorden en het betekent zoiets als "overvloed". Vandaag zat Jurgen in de "Penarie", maar geen nood, in ware Aussie "no worries"- stijl vind je een paar kilometer verder het gehucht "Chill Chill". Benieuwd naar welke pareltjes we nog gaan tegenkomen.
donderdag 14 april 2011
Pure verwennerij
De verhuis was verbazend snel verlopen, de poetsers komen pas morgen, Jurgen moest nog even naar buro en de auto naar de garage. De kids en ik konden dus echt niet anders dan nog een keertje van het heerlijke herfstweer in Sydney gaan genieten. De bus en trein brachten ons naar Circular Quay. We kozen voor de ferry naar Cockatoo Island. Onder andere omdat we daar nog niet geweest waren. Cockatoo Island ligt middenin de haven en stond vroeger vol bomen en - u raadt het al - propvol cockatoos. Maar het leek de geschikte plek voor een scheepswerf, dus werden de bomen gekapt, de zandrotsen opgeblazen en gevangenen/werkers aangevoerd. Nu zie je op het eiland de overblijfselen van de industriele activiteiten daar. Heel veel kranen, veel lege hangars, veel oude machinerie, een paar dokken. Best interessant dus om daar even rond te lopen...
Maar we waren ook naar Cockatoo Island gegaan omdat we van daar ook verder konden met de ferry naar Balmain. En in Balmain woont Adriano Zumbo. En die maakt toevallig de lekkerste macarons van het zuidelijk halfrond met de meest intrigerende combinaties van smaken. Daar moesten we dus echt nog wel eens van gaan proeven. We hadden geluk, het is een weekdag, maar er waren toch 8 verschillenden van deze koekjes te proeven. Blackcurrant/mudcake, Salted butter/Caramel, Raspberry/Licorice.... enz. We kochten een doosje met wel 12 van deze pareltjes - `t is de eerste en laatste keer he - en nestelden ons op een bankje. Mmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm
Daarna slenterden we nog wat rond in Balmain, beetje spelen in de speeltuin, beetje winkel enzo. We hadden geen zin om de bus terug te nemen en wachtten dus op Jurgen die ons kwam halen. Het was al laat en kregen honger, toen zagen we een sushi-train restuarant. Dat wilden we ook al lang eens doen, dus sloten we dit verwendagje helemaal lekker af.
Labels:
Op stap
woensdag 13 april 2011
Ingepakt
Gisteren dinsdag was dan de grote verhuisdag. Voor 8 uur stonden ze al aan de deur, de 4 verhuizers met massa's dozen, papier, plakband en tattoos. Meteen palmden ze ons huis in en al snel zaten we met zijn vieren op de dorpel te ontbijten - overal elders werden we toch onder de voet gelopen. De hele inpak ging verschrikkelijk rap, voor we het goed en wel doorhadden was alles ingepakt, de snelheid waarmee ze de keukenspullen inladen, was gewoonweg hallucinant. kHad het moeten filmen, het was zeker ene youtube-hit geworden. Oorspronkelijk was voorzien dat de verhuis 2 dagen ging duren, maar we hadden al snel door dat er tegen lunchtijd niet veel meer over ging schieten. Snel gebeld naar het tijdelijke appartement, dat was gelukkig vrij. De verhuis-mannen konden dus volle petrol doorgaan. Voor het inladen van de container leken ze nog een tandje bij te steken, ze gingen zelfs lopen met dozen en laadkarretjes ! We hopen maar dat onze spullen het er heelhuids van af gebracht hebben.
En toen was het huis leeg en het Beecroft hoofdstuk afgesloten. Maar eigenlijk ook niet. Want het huis, dat is maar een hoop stenen. De herinneringen er aan zitten met onze spullen veilig en wel in de container. De voorbije 2 dagen mochten we voor het avondeten heel gezellig mee aanschuiven bij onze lieve buren Ole en Toni. Nog meer Beecroft herinneringen dus.
De volgende dagen regelen we nog een aantal laatste zaken, Jurgen sluit af op Alcatel, we genieten nog een paar dagen intens van een bed en hete douche en tellen vooral af naar zaterdag.
zaterdag 9 april 2011
Beestig afscheid !
De laatste schooldag leek ons een goeie dag om meteen ook het afscheidsfeestje voor de kinderen te organiseren. De vriendjes van Rosemarie en Jan-Willem is een grote groep kinderen die mekaar allemaal goed kennen en veel samen spelen. Het moest dus 1 groot feest worden. Uiteindelijk wandelden we met zo'n 20 kleine mannen van school naar huis - op zich al een hele belevenis waarvan je alleen maar respect voor leerkrachten krijgt. Even goed ronddollen en spelen in de tuin, chocomousse eten. En toen kwamen er plotsklaps 2 dames met een hele hoop dozen aan.... Wat was dat ? Snel Rosemarie en Jan-Willem er bij gehaald. Een verrassing voor hen ! Al snel hadden ze door dat er dieren in de dozen zaten, maar dewelke ? en zouden het levende dieren zijn ? Toen even later bleek dat het reptielen waren, waren hun gezichtjes te klein voor al de opwinding en blijdschap. Heel de meute dieren en kinderen vond een plekje in de family room en de show kon beginnen. Een voor een passeerden de dieren de revue, bladinsect, hagedissen, kikkers,.. Professioneel toegelicht door de dames en even professioneel rondgedragen door de vriendjes. Als bloemekee, een heuse krokodil - een saltie, van de gevaarlijke soort dus - maar wel een babyversie, en een lange slang, een rainbow python ! En die mochten Rosemarie en Jan-Willem als feestvarkentjes rondshowen. Je had ze moeten zien. Ze vonden het FANTASTICH ! De foto's zijn het sprankelende bewijs van een geslaagde verrassing.
Na de beesten, tijd voor frietjes in puntzakjes met - voor de echt durvers - mayonnaise ! Het was een drukke bedoening, de kids genoten. Afscheid nemen werd bijna leuk, of gewoon vergeten. Na de drukke boel van het feestje, werd het een gezellige boel met de "plakkers", de goeie vrienden die maar geen afscheid willen nemen. En toen het dan toch echt laat werd, was er gelukkig de uitvlucht dat we mekaar in augustus toch al weer terug zien. Tegen dat het zover is, zullen we dringend een volgende uitvlucht moeten bedenken....
De fotootjes met meer blije kinderen en andere beestjes, vind je hier. Let bij de foto's met de vriendjes vooral ook op de grote afwezigen op dit feest : tanden ;-)
Labels:
Jan-Willem,
Rosemarie
woensdag 6 april 2011
What bodypart is this ?
Andy Griffiths is een van de populairste Australische kinder/jeugd schrijvers. Hij schrijft niet bepaald over teddyberen die gaan picknicken en Rosemarie en Jan-Willem zijn dan ook grote fan. Ook in de auto hebben we al uren pret beleefd met de hilarische verhalen. De verhalen zijn moeilijk na te vertellen of samen te vatten. Laten we maar zeggen dat ze een hoog pis/kak/kots-humor gehalte hebben, en absoluut in de categorie "do not try this at home" zitten, en net daarom waarschijnlijk slaan ze bij de kinderne in als een bom.
Vandaag gingen we naar de lancering van Andy's nieuwe boek "what bodypart is this". In 67 onderdelen worden de functies en het nut van alle lichaamsdelen uit de doeken gedaan. En het boek is gegarandeerd 100% fact-free ! De kids luisterden met open monden naar Andy's kundige uitleg en lachten zich een kriek. Nolle en Shirley waren er ook bij. Dat maakte de boel nog wat vrolijker en zorgde ervoor dat de pret ook in de auto nog verdergezet kon worden.
Voor de grote trip hebben we wat extra Andy cd's ingeslagen. We kijken al uit naar uuuuuren rechtdoor rijden bij zijn verhalen.
Labels:
Allerlei
Zilver
Typisch Australisch schoolfenomeen is het uitdelen van beloningen voor goed gedrag. Stickers en stempels galore dus. En af en toe een heuse Merit Award of een Blue Ribbon. Dit jaar werd op school een nieuw systeem ingevoerd. De kinderen moeten nu tokens" verzamelen voor uitzonderlijk goed gedrag in de categorieen Respect, Responsibility, Participation of Excellence. Wanneer je genoeg tokens hebt, krijg je een bronzen medaille, nog meer levert zilver op, en er is zelfs goud. Rosemarie's juf is grote fan van het systeem en heeft de voorbije weken heel wat tokens uitgedeeld. Rosemarie is grote fan van haar juf en volgens mij is het ook wel wat wederzijds. De juf weet natuurlijk ook dat het hier voor ons bijna afgelopen is, en ik heb het zo het vermoeden dat ze Rosemarie wel wat extra van die tokens heeft toegegooid. Net op de valreep verzamelde Rosemarie er voldoende voor een Silver Award. We waren uitgenodigd op de uitreikingsceremonie, waar we vooral toekeken hoe meer dan 500 kinderen in 1 schoolhal gepropt werden. Dan mochten de gelukkigen op het podium, kregen een handje, diploma en speldje van de directrice en gaan nu met foto en al een hele term in de foyer hangen. Wij trots natuurlijk, Rosemarie was natuurlijk best wel blij met haar award, maar nog veel blijer met haar tand die vandaag eindelijk uitviel. En Jan-Willem ? Vanuit de zaal keek hij trots naar zijn zus, maar dacht er verder het zijne van ;-)
Labels:
Rosemarie
zondag 3 april 2011
Goodbyes
Heerlijk afscheidsfeestje gehad gisteren. Een lange tafel vol lieve vrienden, lekker eten en drinken. Prachtige cado's gekregen, boordevol herinneringen waar we nog heel lang en heel vaak van gaan nagenieten. Je zou van minder emotioneel worden....
Lieve vrienden, het afscheid nemen, valt zwaar en net daarom prijzen we ons gelukkig. Maar zoals ik gisteren al zei :
Goodbyes are not forever
Goodbyes are not the end,
They just mean we'll miss you
Until we meet again !
Dankjewel allemaal.
foto's
Abonneren op:
Posts (Atom)